De evolutietheorie

De evolutietheorie

Geeft uitleg over het ontstaan en ontwikkelen van de organismen op aarde. 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

De evolutietheorie

Geeft uitleg over het ontstaan en ontwikkelen van de organismen op aarde. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Charles Darwin
Natural Selection (= Natuurlijke selectie)
Nakomelingen zijn allemaal een beetje anders (er is genetische variatie).
De natuurlijke omgeving maakt het voor sommige organismen van een soort gemakkelijker 
om te overleven en voort te planten. 
  • Struggle for life (= Strijd om het bestaan)
  • Survival of the fittest (= Overleving van de best aangepaste)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Verschillende leefomgevingen
  • Temperatuur
  • Voedsel
  • Competitie
  • Vijanden 

Slide 5 - Tekstslide

Hoe zat dat ook alweer? Veranderingen in genotypen = het ontstaan van genetische variatie
Nieuw genotypen ontstaan bij:
  • Geslachtelijke voortplanting
  • Mutaties

Nieuwe fenotypen komen tot stand door:
  • Het genotype
  • Invloeden uit het milieu

Slide 6 - Tekstslide

Natuurlijke selectie: Struggle for life
  • Snelle populatiegroei in combinatie met beperkte voorzieningen leidt tot een strijd om voorzieningen.
  • Tussen individuen in een populatie is er competitie voor voedsel, ruimte en voortplantingspartners 


Slide 7 - Tekstslide

Het ontstaan van nieuwe soorten
1. Een groep raakt geïsoleerd (gescheiden van de rest van de soort).

2. Beide groepen ontwikkelen in verschillende milieus.

3. Na miljoenen jaren zijn er zo veel verschillen ontstaan dat organismen van de twee groepen na voortplanting geen vruchtbare nakomelingen kunnen voortbrengen. Er zijn twee soorten ontstaan. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Natuurlijke selectie
Survival of the fittest
Soorten veranderen als door natuurlijke selectie organismen met een  nieuwe, afwijkende vorm blijven voortbestaan en organismen met de oorspronkelijke vorm uitsterven.

Slide 10 - Tekstslide

Natuurlijke selectie
Survival of the fittest
Fitness = Hoeveel nakomelingen een organisme krijgt in verhouding tot 
andere individuen.

  • Betere eigenschappen voor het milieu --> grotere overlevingskans

  • Gunstig genotype ---> Veel nakomelingen blijven in leven en planten
       zich voort.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het fenotype?
A
De samenstelling van genen
B
De eigenschappen die tot uiting komen
C
De eigenschappen die niet tot uiting komen
D
De samenstelling van fenen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het genotype?
A
Het uiterlijk van een organisme
B
De erfelijke informatie van een organisme

Slide 14 - Quizvraag

Waar staat 'fitness' voor bij evolutie?
A
hoe goed je kan overleven
B
hoe fit je bent
C
hoeveel nakomelingen je maakt
D
hoe sterk je bent

Slide 15 - Quizvraag

Organismen behoren tot dezelfde soort ....
A
Als ze op elkaar lijken
B
Als ze zich onderling kunnen voortplanten
C
Als ze op elkaar lijken en zich onderling kunnen voortplanten
D
Als ze zich onderling kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.

Slide 16 - Quizvraag