La semaine 2

Bonjour!!!!
On commence dans.....
Aan het einde van deze les ....
  • ....Heb ik geoefend met schrijfvaardigheid Frans, voor de schrijftoets
  • ... Heb ik nieuwe woorden in mijn persoonlijke woordenlijst gezet.

1.   De les duurt 30 min 
2.  Je hebt nodig: lesson up app, schrift, pen
3.  Microfoon staat uit, camera aan, vragen in de chat, of handje 
timer
1:00
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Bonjour!!!!
On commence dans.....
Aan het einde van deze les ....
  • ....Heb ik geoefend met schrijfvaardigheid Frans, voor de schrijftoets
  • ... Heb ik nieuwe woorden in mijn persoonlijke woordenlijst gezet.

1.   De les duurt 30 min 
2.  Je hebt nodig: lesson up app, schrift, pen
3.  Microfoon staat uit, camera aan, vragen in de chat, of handje 
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Le but du cours: 
Objectif du cours:
Aan het einde van de les heb je schrijfvaardigheid geoefend en verbeterd

Slide 2 - Tekstslide

La semaine 51:                                                                                        
lundi mardi et mercredi, le vingt et un et vingt-deux  décembre       


Deze week doen we: 
- Mardi: Schrijfvaardigheid oefenen voor toets
- Mercredi: Kerstquiz


Slide 3 - Tekstslide

Aangezien je in de schrijftoets vaak de passé composé moet gebruiken, gaan we die even herhalen

Slide 4 - Tekstslide

Passé composé

Slide 5 - Tekstslide

Welk hulpwerkwoord gebruik je in de passé composé voor 99% ww.
A
être
B
avoir

Slide 6 - Quizvraag

Maak het rijtje van être

Slide 7 - Open vraag

Maak het rijtje van avoir

Slide 8 - Open vraag

Als je het allemaal niet zo goed meer weet kijk dan de animatiefilmpjes in de theorie over de pc uit Unité 1

Slide 9 - Tekstslide

welk werkwoord krijgt in de passé composé het hulpwerkwoord être ?
A
gagner
B
faire
C
aller
D
avoir

Slide 10 - Quizvraag

welk werkwoord krijgt in de passé composé het hulpwerkwoord être ?
A
adorer
B
attendre
C
perdre
D
tomber

Slide 11 - Quizvraag

welk werkwoord krijgt in de passé composé het hulpwerkwoord être ?
A
partir
B
être
C
vendre
D
louer

Slide 12 - Quizvraag

Daisy (partir, passé composé) en France
A
est partie
B
est parti
C
a partie
D
a parti

Slide 13 - Quizvraag

Elles...
(passé composé)
A
sont parties
B
sont partis
C
sont partie
D
sont partise

Slide 14 - Quizvraag

Ils (envoyer, passé composé)
A
ont envoyé
B
sont envoyé
C
envoyais
D
envoyait

Slide 15 - Quizvraag

Mettez au passé composé:
vous (aller)

Slide 16 - Open vraag

jij bent uitgegaan
(sortir)

Slide 17 - Open vraag

zij zijn uitgegaan (vr. meerv)
(sortir)

Slide 18 - Open vraag

Daisy (sortir, passé composé) ___ hier-soir.
A
est sortie
B
es sortie
C
est sortis
D
est sorties

Slide 19 - Quizvraag

Bonjour!!!!
On commence dans.....
Aan het einde van deze les ....
  • ....Heb ik geoefend met schrijfvaardigheid Frans, voor de schrijftoets
  • ... Heb ik nieuwe woorden in mijn persoonlijke woordenlijst gezet.

1.   De les duurt 45 min 
2.  Je hebt nodig: laptop; lesson up app, schrift, pen
3.  Je mobiel zit in je tas, je spullen liggen op je tafel, je let op wanneer de docent wil beginnen
timer
1:00
La semaine 2: mercredi le douze janvier

Slide 20 - Tekstslide

Le but du cours: 
Objectif du cours:
Aan het einde van de les heb je schrijfvaardigheid geoefend 

Slide 21 - Tekstslide

La semaine 2:                                                                                        
lundi mardi et mercredi, le vingt et un et vingt-deux  décembre       


Deze week doen we: 
- Mercredi: Schrijfvaardigheid oefenen voor toets



Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Link

En dan nu schrijfvaardigheid:

Slide 25 - Tekstslide

Hoe schrijf je:
Hallo, hoe gaat het?

Slide 26 - Open vraag

Het gaat erg goed. Ik heb zin om naar de voetbalwedstrijd te gaan.
A
ça va très bien, je déteste aller au match de football
B
ça va, j'aime aller au match de football
C
ça va bien, jadore aller au match de football
D
ça va très bien, j'ai envie d'aller au match de football

Slide 27 - Quizvraag

Hoe schrijf je: De wedstrijd is morgen.

Slide 28 - Open vraag

De wedstrijd begint om 15.00 uur.
A
Le match commence à deux heures.
B
Le match termine à trois heures
C
Le match est à quatre heures.
D
Le match commence à trois heures.

Slide 29 - Quizvraag

Zullen we om 14.00 uur afspreken bij Arend?
A
On se voit quand?
B
On a rendez-vous où?
C
On se voit à deux heures chez Arend?
D
On se voità une heure à Arend?

Slide 30 - Quizvraag

Schrijfopdracht:
Schrijf aan je beste vriend over je nieuwe hobby.





Schrijf:
- Wat je hobby is (een sport, een instrument...);
- Sinds wanneer je die hobby hebt;
- Hoeveel tijd je eraan besteedt;
- Waar je je hobby uitoefent;
- Wat je voor materiaal nodig hebt;
- Met wie je je hobby uitoefent;
- Waarom je je hobby leuk vindt.  







Slide 31 - Tekstslide

Les devoirs:
Huiswerk: maak de schrijfopdracht van hierboven voor na de vakantie: mardi le onze janvier

Slide 32 - Tekstslide

Schrijfopdracht: 
Schrijf aan je beste vriend over je nieuwe hobby.
Schrijf:
- Wat je hobby is (een sport, een instrument...);  - Salut, mon hobby/ mes loisirs sont.. c'est faire                                                                                                         du foot
- Sinds wanneer je die hobby hebt;                           - Je fais du foot depuis 2 ans..
- Hoeveel tijd je eraan besteedt;                                 - Je fais du foot 2 fois par semaine/ 6 heures par                                                                                                         semaine
- Waar je je hobby uitoefent;                                         - Je fais du foot à ... / à la maison/ au club de foot
- Wat je voor materiaal nodig hebt;                           -  on a besoin d'un ballon de foot.. 
- Met wie je je hobby uitoefent;                                   - Je fais du foot avec mes amis/ mon équipe/ 
- Waarom je je hobby leuk vindt.                                 - J'aime le foot parce que c'est amusant

Slide 33 - Tekstslide

Et maintenant au travail.. 
- samen of alleen: mk menu au choix 1.7 

Devoirs: mk menu au choix 1.7, noteer alles wat je lastig vindt..
                  ler. voor luistertoets en schrijftoets

Slide 34 - Tekstslide

Bonjour!!!!
On commence dans.....
Aan het einde van deze les ....
  • ....Heb ik geoefend met schrijfvaardigheid Frans, voor de schrijftoets
  • ... Heb ik nieuwe woorden in mijn persoonlijke woordenlijst gezet.

1.   De les duurt 45 min 
2.  Je hebt nodig: laptop; lesson up app, schrift, pen
3.  Je mobiel zit in je tas, je spullen liggen op je tafel, je let op wanneer de docent wil beginnen
timer
1:00
La semaine 3: lundi le dix-sept, mardi le dix-huit et mercredi le dix-neuf janvier

Slide 35 - Tekstslide

Le but du cours: 
Objectif du cours:
Aan het einde van de les heb je schrijfvaardigheid en/ of luistervaardigheid geoefend 

Slide 36 - Tekstslide

La semaine 3:                                                                                        
       

Deze week doen we: 
- Lundi: Schrijfvaardigheid/ luistervaardigheid oefenen voor toets, vragen stellen 
Mardi: schrijftoets
Mercredi: luistertoets



Slide 37 - Tekstslide

Je mag vandaag kiezen: Tu peux choisir..
- Zinnen maken oefenen: Tip: dit kan hier:  https://bonpatron.com/. of hier: http://www.spelenmetfrans.nl/jeu_phrase2metajax.php
of hier: https://www.viviennestringa.com/pages/woordvolgorde.html
- Zinnen leren apprendre 7 en 9 quizlet
- Opdrachten opnieuw bekijken (opdr. 30 Unité 1 en 2)
Niks doen is geen optie.. dan kies ik voor jou!

Slide 38 - Tekstslide