24 betrekkelijk vnw

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

waarmee kan een bijzin beginnen?

Het betrekkelijk vnw

• relativum - heeft een relatie met / verwijst naar /betrekking op..
• het ANTECEDENT (letterlijk: woord dat eraan vooraf gaat, het woord waar het naar verwijst

relativum: vorm

• geslacht en getal: zelfde als antecedent
• naamval: afhankelijk van de functie (in de bijzin)

welke naamval is
qui (2x)

1. nom. mv. vr.
2. nom. mv. m.
3. nom. ev. m.
4. abl. ev. m.

quibus is

(meerdere antwoorden goed)

1. acc.ev.m.
2. dat.mv. vr
3. abl.mv. m.
4. abl.mv.vr

Genitivus mv van qui is

1. quos
2. quorum
3. quarum
4. quis

Hoe heet het woord waar het betrekkelijk voornaamwoord betrekking heeft?

Het betrekkelijk voornaamwoord komt in .... overeen met het antecedent.

1. naamval, getal en geslacht
2. naamval en geslacht
3. getal en geslacht
4. getal en naamval

de vorm cuius is in alle geslachten gelijk

1. ja
2. nee

Puer puellae, quam valde amat, rosam dat.

Welk woord is het antecedent in deze zin?

Vir, quem feminae salutant, meus pater est.
Wat klopt?

1. quem = nom, want het verwijst naar vir
2. quem = acc, want het is mannelijk
3. quem = mannelijk, want het antecedent is vir
4. quem = acc, want het is LV

snap je het? 

JA - begin aan het leerdoelen bij les 24:

drillster 4.5 &  HB 134-135 MDT XII, 1 tm 3 & MDT XIV, 1 tm 3, rest adaptief

NEE - zie voor extra uitleg het volgende filmpje of kijk flitscollege 4.5

Ik heb nog de volgende vraag over het betrekkelijk vnw: