Herhaling thema psychiater

Herhaling thema psychiater
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FarmacotherapieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling thema psychiater

Slide 1 - Tekstslide

onderwerpen
  • ADHD
  • Depressie & bipolaire stoornissen
  • Verslaving
  • Psychoses
  • Slaapstoornissen

Slide 2 - Tekstslide

Bipolaire stoornis
Manie
psychiatrische aandoening
afwisseling tussen manische en depressieve periodes
eetstoornis door psychische oorzaak
opwindingstoestand bij bipolaire stoornis
stoornis in het functioneren van de hersenen wat zich uit in gedrag

Slide 3 - Sleepvraag

Depressie is een
A
Angststoornis
B
Persoonlijkheids-stoornis
C
Stemmingsstoornis
D
Eetstoornis

Slide 4 - Quizvraag

Benoem 4 symptomen van een depressie

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Welke neurotransmitters komen mensen bij depressie te kort?
A
serotinine
B
dopamine
C
noradrenaline
D
GABA

Slide 7 - Quizvraag

Benoem 4 leefregels bij depressie

Slide 8 - Open vraag

Depressie
Drie dingen die belangrijk zijn om te doen bij een depressie:
  • Structuur geven aan de dag
  • Actief zijn (elke dag bewegen) 
  • Contact houden met andere mensen
  • Gezond eten (geen alcohol etc)

Verdovende middelen  verergeren de depressie

Slide 9 - Tekstslide

Welke geneesmiddelgroepen worden gebruikt bij de behandeling van depressie
A
SSRI's
B
TCA
C
Overige antidepressiva
D
Antipsychotica

Slide 10 - Quizvraag

Op welke neurotransmitters oefenen SSRI's hun werking uit
A
serotinine
B
noradrenaline
C
dopamine
D
gabapentine

Slide 11 - Quizvraag

SSRI

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen SSRI's en overige antidepressiva
A
SSRI's zijn selectief en overige antidepressiva aselectief
B
SSRI's zijn niet selectief en overige antidepressiva zijn selectief

Slide 13 - Quizvraag

Hoe werken TCA's
A
remmen de heropname van serotonine en noradrenaline
B
remmen alleen de heropname van serotonine
C
remmen de heropname van serotonine en dopamine
D
remmen de heropname van serotonine en gabapentine

Slide 14 - Quizvraag

antipsychotica
SSRI's
TCA
haloperidol
olanzapine
risperidon
quetiapine
paroxetine
fluoxetine
citalopram
amitriptyline
nortriptyline
clomipramine
fluvoxamine

Slide 15 - Sleepvraag

Wat is een kenmerk van een bipolaire stoornis

Slide 16 - Open vraag

Wat zijn symptomen van een manie

Slide 17 - Open vraag

Manie
Manie: Tegenovergestelde van een depressie
  • Ongeremde energie, uitbundig hyperactief
  • Veel praten, veel plannen, veel gedachtesprongen
  • Overheersend aanwezig, snel boos/geïrriteerd
  • Weinig slapen
  • Alles gaat fantastisch!

Slide 18 - Tekstslide

Voor welke indicatie wordt lithium gebruikt?
A
bipolaire stoornis
B
angststoornis
C
eetstoornis

Slide 19 - Quizvraag

Met welke geneesmiddelen heeft lithium een interactie
A
NSAID's
B
thiazidediuretica
C
betablokkers

Slide 20 - Quizvraag

Leg uit wat de interactie Lithium met NSAID's en thiazidediuretica en wat de afhandeling is

Slide 21 - Open vraag

IA lithium
  • Lithium: smalle therapeutische breedte, ingesteld door specialist, op geleide van bloedspiegels. 
interacties met lithium: toxiciteit neemt toe
thiazidediuretica
NSAID's (vermijden) 
indien niet mogelijk lithiumspiegels meten (symptomen braken, spierzwakte, spierschokken, dronkenspraakman, suf)

Slide 22 - Tekstslide

Voor welke indicaties worden antidepressiva gebruikt

Slide 23 - Open vraag

Antidepressiva
  • depressie/bipolaire stoornis
  • nicotine verslaving
  • angststoornissen

Slide 24 - Tekstslide

Benoem de definitie van de volgende begrippen: hypnotica, anxyoliticum

Slide 25 - Open vraag

Benoem 4 leefregels bij
slaapstoornissen

Slide 26 - Woordweb

Manieren om beter te slapen:
  1. Sta altijd op dezelfde tijd op en ga op dezelfde tijd slapen.
  2. Verzin een slaapritueel zodat je lichaam weet dat je gaat slapen.
  3. Geen blauw licht meer voordat je gaat slapen (dus telefoon, laptop, tv uit!)
  4. Geen suiker, vet en cafeïne meer voor je gaat slapen.
  5. Een uur voordat je gaat slapen niet meer sporten.


Slide 27 - Tekstslide

Bij welke risicofactoren is een maagbeschermer geïndiceerd tijdens het gebruik van een SSRI
A
leeftijd 50+
B
gebruik van NSAID's, corticosteroïden, antistolling
C
ulcus
D
aanwezigheid van andere aandoeningen: reuma, diabetes, hartfalen

Slide 28 - Quizvraag

Welke geneesmiddelen worden gebruikt voor de behandeling van ADHD?
A
methylfenidaat
B
dexamfetamine
C
oxazepam
D
nortriptyline

Slide 29 - Quizvraag

Geneesmiddelen bij ADHD
  • methylfenidaat
  •  atomoxetine
  • dexamfetamine

Slide 30 - Tekstslide