8.3 + 8.4

Welke moleculen gebruiken consumenten als stikstofbron?
A
koolhydraten
B
eiwitten
C
vetten
D
mineralen
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welke moleculen gebruiken consumenten als stikstofbron?
A
koolhydraten
B
eiwitten
C
vetten
D
mineralen

Slide 1 - Quizvraag

Rhizobia bacteriën produceren veel stikstofverbindingen voor de plant. Welke verbindingen zullen ze vooral terugkrijgen van de plant?
A
Fosfaatverbindingen
B
Waterstofverbindingen
C
Zuurstofverbindingen
D
Koolstofverbindingen

Slide 2 - Quizvraag

Nitrogenase werkt alleen ...
A
strict anaeroob
B
strict aeroob

Slide 3 - Quizvraag

Welke vorm van symbiose is het samenleven tussen vlinderbloemigen en rhizobia bacteriën?
A
commensalisme
B
parasitisme
C
mutualisme
D
feminisme

Slide 4 - Quizvraag

Welke reducenten zullen ureum dissimileren tot ammoniak?
A
Nitraatbacteriën
B
Denitrificerende bacteriën
C
Urobacteriën
D
deammonificerende bacteriën

Slide 5 - Quizvraag

Biologische boeren willen geen pesticiden gebruiken, en ook een sluitende stikstofkringloop (geen overmatige toevoeging van kunstmest). Welk van de onderstaande beweringen is géén indirect effect van biologisch boeren?
A
Meer CO2 uitstoot per kg geproduceerd product
B
Minder snelle groei planten
C
minder Rhizobia in de bodem
D
meer uitspoeling van nutriënten

Slide 6 - Quizvraag

Sleep één tekstbox van iedere kleur naar het juiste ecosysteem
Pioniersecosysteem
Climaxecosysteem
Veel gelaagdheid
weinig gelaagdheid
Veel biodiversiteit
weinig biodiversiteit
Veel biomassa
weinig biomassa
open kringlopen
gesloten kringlopen
productie > afbraak
productie = afbraak

Slide 7 - Sleepvraag

Wat gebeurde er met het ecosysteem na het verdwijnen van de zee-otter?
A
Het evenwicht bleef stabiel
B
Het evenwicht werd instabiel, maar keerde terug naar de beginsituatie
C
Het evenwicht werd instabiel, en keerde terug naar een andere situatie

Slide 8 - Quizvraag

Na het verdwijnen van de zee-otter (toppredator) is de productie van het ecosysteem ...?
A
Toegenomen
B
Afgenomen
C
Gelijk gebleven

Slide 9 - Quizvraag

De biomassa van welke groep is het sterkst toegenomen als gevolg van het verdwijnen van de toppredator?
A
Producenten
B
consumenten 1e orde (herbivoren)
C
Consumenten 2e orde (carnivoren)
D
Reducenten

Slide 10 - Quizvraag

Het verandere ecosysteem als gevolg van het wegvallen van de zee-otter is een voorbeeld van
A
Primaire successie
B
Secundaire successie

Slide 11 - Quizvraag

Wat zou de beste strategie zijn om het ecosysteem in zijn oude evenwichtssituatie te herstellen
A
Herintroductie kelp
B
Herintroductie zee-otter
C
verwijderen zee-egels
D
Niets doen en wachten

Slide 12 - Quizvraag