1.1 sociale ongelijkheid en 1.2 Sociale stratificatie

1.1 Sociale (on)gelijkheid
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

1.1 Sociale (on)gelijkheid

Slide 1 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid

Slide 2 - Tekstslide

Het is niet verkeerd dat er ongelijkheid in de wereld is
A
Eens
B
oneens

Slide 3 - Quizvraag

Waarom is dit kernconcept belangrijk?

Sociale ongelijkheid verklaart de wijze waarop we samenleven
Sociale ongelijkheid veroorzaakt sociale problemen
Wat zijn de gevolgen van sociale ongelijkheid?
Hoe kun je dit oplossen?



Slide 4 - Tekstslide

Sociale ongelijkheid
Er is sprake van wanneer verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden
tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken en een ongelijke waardering en behandeling. Ook rechten en plichten zijn niet gelijk verdeeld.

Slide 5 - Tekstslide

Verschil in inkomen, kennis, sociale status en macht 

Ongelijke verdeling :
geld, status

 macht en afhankelijkheid


indelen in sociale lagen: stratificatie

verandering in positie: sociale mobiliteit




Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Cultuur
Welke betekenis mensen geven aan verschillen wordt mede bepaald door de cultuur
Cultuur
het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven

Slide 8 - Tekstslide

Drie vormen van sociale ongelijkheid
1. Ongelijke verdeling van (politieke) macht

2. Ongelijke verdeling van bezit

3. Ongelijke verdeling van status

Macht
Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten

Slide 9 - Tekstslide

Sociale strattificatie
  • Het wisselen van klasse
  • Stijgen is moeilijker dan dalen

In een gesloten samenleving hebben mensen geen/ nauwelijks kans om te stijgen op de ladder
In een open samenleving stijgen de kansen

Slide 10 - Tekstslide

Sociale mobiliteit betekent:
A
Je kunt klimmen op de maatschappelijke ladder
B
Macht, kennis en geld zijn niet gelijk verdeeld over de samenleving.
C
Alle maatschappelijke posities van hoog naar laag
D
Je kunt bewegen, zoals dansen, waardoor je een betere positie hebt.

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Link

Huiswerk
vragen van 1.1 en 1.2 
Blz 11 t/m 13

Slide 13 - Tekstslide