H7 §2 Japan, De grote Oost-Japanse ramp

Beginnen met herhaling §1
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Beginnen met herhaling §1

Slide 1 - Tekstslide

B66: Endogene en Exogene krachten
Aantekening

Aardkorst verandert voordurend van vorm, door natuurkrachten. Deze werken 2 kanten op. 

  1. exogenekrachten (exo = van buiten)
  2. endogene krachten (endo = van binnen)


Slide 2 - Tekstslide

B66: convectiestromen
Aantekening

Motor van plaatbewegingen zijn convectiestromen.

  • Convectiestromen =  stroming van gesmolten gesteente onder de aardkorst binnen de aarde.


Slide 3 - Tekstslide

Plaattektoniek
1. Welke beweging maakt de plaat hier?
2. Welke beweging maakt de plaat hier?
3. Welke beweging maakt de plaat hier?

Slide 4 - Tekstslide


Slide 5 - Tekstslide

Samengevat
aantekening
  • De Ring van Vuur is het gebied rond de Grote Oceaan waar veel aardbevingen en vulkanen voorkomen
  • Oorzaak: de aardkorst is voordurend in beweging onder invloed van convectiestroming.  
  • Gevolg: hierdoor ontstaan vulkanen en kunnen op zwakke plekken aardkorst vulkanen ontstaan.

Slide 6 - Tekstslide

Samengevat
aantekening
  • Ontstaan vulkanen rondom Japan:
  • De Pacifische plaat beweegt naar de Euraziatische en Filipijnse plaat toe en duikt daaronder. Dit komt omdat de oceanische  plaat zwaarder is dan de continentale plaat. Diep in de aarde smelt de plaat en verandert in magma. De gesmolten gesteente stijg naar het aardoppervlak en vormt daar vulkanen.

Slide 7 - Tekstslide


Wat is dit?
Aardkorst=Dunne laag gesteente om de aarde, met een dikte van 1 tot 7 km onder oceanen en 20 tot 70 km onder continenten.
Wat is dit?
Convectiestroom= Stroming van het gesmolten gesteente onder de aardkorst binnen in de aarde.
Aardkern
Het binnenste, zeer hete deel van de aarde tussen 2900 km en 6370 km diepte. De aardkern bestaat uit ijzer en nikkel. De aardkern is onder te verdelen in een vaste binnenkern en een stroperige buitenkern.
Aardmantel
Het gedeelte tussen de aardkorst en de aardkern. Het buitenste deel van de mantel is stroperig. Er vinden convectiestromen plaats die zorgen dat de aardplaten bewegen.
Exogene kracht
Kracht die van buitenaf de aardkorst verandert.
Voorbeelden: plantengroei zofrgt er voor dat een steen uit elkaar valt of het afslijpen van gebergten door wind gevuld met bijv. steentjes en zand. 
Endogene kracht
Kracht die van binnenuit de aardkorst verandert.
Voorbeelden: vulkanen, aardbevingen

Slide 8 - Tekstslide

Aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en tornado’s zijn drie natuurrampen die veel in Japan voorkomen.
A
waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag


De Ring van Vuur is een gordel van vulkanen rond de Indische Oceaan.
A
Waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Japan ligt op het grensgebied van drie platen: de Euraziatische plaat, de Pacifische plaat en de Filipijnse plaat.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Troggen ontstaan bij de botsing van twee continentale platen.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

§2De grote Oost-Japanse ramp
Hoe ontstaan aardbevingen in Japan?
Hoe ontstaan tsunami's?

Slide 13 - Tekstslide

§ 2: De grote Oost-Japanse ramp

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Hoe ontstaat een tsunami?
  • Door een zeebeving met minimaal 7 op de Schaal van Richter

Het hypocentrum van de beving moet niet te diep in de aarde liggen 

De zeebodem wordt een stukje opgetild (het water dus ook!)

Slide 16 - Tekstslide

Ontstaan Tsunami

Slide 17 - Tekstslide

Hypocentrum & epicentrum B106
Hypocentrum: oorsprong beving binnenin de aarde

Epicentrum: punt recht 
boven de oorsprong van 
de beving op het 
aardoppervlak
Convergentie van platen

Slide 18 - Tekstslide

Schaal van Richter B107
Elk hoger nummer op de schaal
betekent 10 x zwaarder dan het 
vorige nummer

Voorbeeld: 
Kracht 2 is 10x zwaarder dan kracht
1, maar kracht 3 is 100x zwaarder
dan kracht 1

Slide 19 - Tekstslide

De hoogte van een tsunami B109
De golf beweegt met 800 km/u over de zee.

Dichtbij de kust botst de golf
tegen de ondiepere zeebodem aan
De golf kan zijn energie niet meer
kwijt naar voren en moet dus omhoog

Slide 20 - Tekstslide

Time travel tsunami

Slide 21 - Tekstslide

Paragraaf 2:
• Hoe een tsunami ontstaat
• Waarom een tsunami pas gevaarlijk is als deze de kust bereikt
• Wat de gevolgen zijn voor een gebied dat door een tsunami werd getroffen
• Welke hulp nodig is na een tsunami

Slide 22 - Tekstslide

Welk begrip hoort niet in dit rijtje thuis?
A
Plaattektoniek
B
Schaal van Richter
C
Zeebeving
D
Subductie

Slide 23 - Quizvraag

Aan de slag!
Nakijken par 1 (nakijkblad, somtoday)

Maken §2 opdracht 1 t/m 8
WB §2 opdracht  4 Atlas of online zoeken!
Bestuderen §1 en 2 en Afmaken opdrachten §2

Slide 24 - Tekstslide

Terug naar de leerdoelen
H4. Natuurrampen Japan. Aardbeving & Tsunami

Wat kun je nu met het geleerde?

Wat leren we er de volgende keer bij?

!!! Dia hierna invullen ik kan het dan zien!!!
Heb je vragen stel ze via mail of teams

Slide 25 - Tekstslide