Elektriciteit §1 deel 2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

ELEKTRICITEIT

Vandaag zelfstandig aan de slag

Door werken deze Lesson Up 

Bekijk de filmpjes

Noteer voor jezelf wat je belangrijk vind, dit kan van pas komen tijdens de opgaves die erna volgen. 

Tabel met groot- en eenheden

Als het goed is heb je deze

grootheden en eenheden

voorbij zien komen.

Check voor je zelf of je snapt

welke symbooltjes bij welke

groot-/eenheden horen!

Van welke factoren hangt het vermogen van een elektrisch apparaat af?

1. Stroomsterkte en tijd
2. Vermogen en spanning
3. Spanning en tijd
4. Spanning en stroomsterkte

Een stofzuiger van 1400 watt, twee lampen van 40 watt en een magnetron van 700 watt worden aangesloten op dezelfde groep.
Hoe groot is de totale vermogen in kW?

1. P = 2180 kW
2. P = 2,140 kW
3. P = 2,180 kW
4. P = 2140 kW

Deze waterkoker heeft een vermogen van 1800 W. Hoe groot is de stroomsterkte door de stekker?

1. 230 A
2. 1 800 A
3. 7,8 A
4. 414 000 A

Energieverbruik 

P = vermogen in watt [W]

t = tijd in seconden [s]

E = energieverbruik in joule [J]

Als het goed is heb je dit net gezien, controleer dit voor jezelf!

E=P⋅t

Nadat je thuiskomt van school om 16:00 kijk je 2 uur tv. Je tv heeft een vermogen van 350 W. Hoeveel energie heb je verbruikt in deze tijd? Geef je antwoord in kWh.

Je telefoon heeft op een dag 14 uur aangestaan, in deze tijd heeft hij 756.000 J verbruikt. Wat is het gemiddelde vermogen van je telefoon deze dag? Geef je antwoord in W

Het rendement van een zonnepaneel is 95%. Als een zonnepaneel in een week 15 kWh aan energie heeft geleverd. Hoeveel kWh heeft het zonnepaneel dan in totaal opgenomen? Geef je antwoord tot op 1 cijfer achter de komma

Maak nu:

Hoofdstuk 1

Paragraaf 1 

Vragen: die nog open staan na vorige week.

Einde les

☺Je mag nu iets voor jezelf gaan doen!☺