Klimaatverandering

Les 1: Klimaatverandering
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Les 1: Klimaatverandering

Slide 1 - Tekstslide

Aan de slag!
De komende twee lessen gaan over klimaatverandering. Deze les ga je geheel zelfstandig aan de slag met deze LessonUp.  

  1. Je bekijkt alle video's en afbeeldingen in deze les en je maakt alle bijbehorende opdrachten.
  2. Je hebt hiervoor 60 minuten de tijd, dus één lesuur. 
  3. Wat je in de les niet afkrijgt maak je thuis af.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen les 1
Je kan een oorzaak-gevolgrelatie beschrijven tussen het broeikaseffect en de menselijke bijdrage hieraan

Je kan evalueren welke alternatieven er zijn voor het gebruik van fossiele brandstoffen en kritisch zijn op de noodzaak ervan


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video


"Hoe meer broeikasgassen, hoe sneller de aarde opwarmt", hoorde je in de film. In Azië kan de temperatuur in de toekomst wel zo warm worden dat de mensen er niet meer kunnen leven omdat hun lichaam de warmte niet meer aankan. Zij zullen dan genoodzaakt zijn om te emigreren naar een ander land.
Zoek of bedenk zelf nog drie andere gevolgen van klimaatverandering. Vind bij ieder gevolg een passende afbeelding en plak die hieronder in het veld. Het gevolg moet duidelijk zichtbaar zijn voor iedere lezer, dus zorg ervoor dat de afbeelding een goede weergave is.

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Welke broeikasgassen houden de meeste warmte in de atmosfeer vast?
A
Koolstofdioxide (CO2) en lachgas
B
Waterstof en methaan
C
Methaan en koolstofdioxide (CO2)
D
Natrium en helium

Slide 8 - Quizvraag

Op de afbeelding zie je vier cijfers staan. Ieder cijfer is kenmerkend voor een gebeurtenis in het broeikaseffect. De verschillende processen leiden gezamenlijk tot het broeikaseffect.

Noteer de cijfers in het antwoordveld en leg de bijbehorende processen in je eigen woorden uit.

Slide 9 - Open vraag

Fossiele brandstoffen
In dit onderdeel test je jouw kennis over de verschillende factoren die bijdragen aan klimaatverandering. Je weet al dat de fossiele brandstoffen in de atmosfeer ervoor zorgen dat de warmte op aarde blijft en dus niet in de ruimte verdwijnt. Hierdoor wordt het op aarde niet te koud, maar een té warme aarde is ook niet goed. Stel je voor dat de ijskappen smelten en de zeespiegel stijgt?! Om dit te voorkomen moeten er niet teveel broeikasgassen in de atmosfeer komen. 

Veel mensen en bedrijven gebruiken al groene stroom of andere duurzame energiebronnen, maar andere mensen en bedrijven gebruiken nog fossiele brandstoffen. Maar hoe draagt de mens precies bij aan klimaatverandering? 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

In het voorgaande filmpje hoorde je 5 sectoren waarin uitstoot van CO2 voorkomt. Een 6e factor is 'het individu', dit ben jij zelf. Bedenk of zoek bij iedere sector een voorbeeld waarin gebruik wordt gemaakt van een fossiele brandstof (denk bijvoorbeeld aan de broodbakfabriek die aardgas gebruikt om alle ovens in de fabriek mee te verwarmen).

Noteer in het antwoordveld de 6 sectoren beschrijf op welke wijze de fossiele brandstof wordt gebruikt. Doe dit in je eigen woorden.

Slide 12 - Open vraag

Wubbo Ockels
Wubbo Ockels was een Nederlands astronaut, hij stierf in 2014. Hij zag de aarde vaak vanaf de ruimte en besefte zich hierdoor hoe klein en nietig deze eigenlijk is. Vlak voor zijn dood nam hij een emotionele speech op: Een oproep aan ons allemaal om zuinig met de aarde om te gaan. 

Je gaat nu naar de speech kijken. Ga de belangrijkste kernwoorden voor jezelf na en schrijf deze in je notitieblok. 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

1: Wubbo Ockels zegt dat we de aarde kunnen vernietigen of redden. Wat bedoelt hij hiermee?

2: Welke oplossingen tegen opwarming van de aarde draagt Wubbo Ockels aan?

3: Wat neem je uit de speech mee naar de volgende les over klimaatverandering?

Noteer je antwoorden in het antwoordveld hieronder.

Slide 15 - Open vraag

Duurzame energie
Wubbo Ockels noemde het al: Duurzame energie is beter voor de aarde. Duurzame energie wordt opgewekt op een 'schone' manier, dus op een manier die de atmosfeer niet vervuild en de aarde niet warmer maakt. Er komt dus geen CO2  of methaan bij vrij.

Open de link op de volgende pagina en lees deze goed door.


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Kies twee energiebronnen uit de voorgaande link die jou persoonlijk interesseren.

- Beschrijf bij beide energiebronnen op welke manier de energie wordt opgewekt. Waarom is dit duurzaam?
- Vervolgens beschrijf je van beide bronnen hoeveel energie er kan worden opgewekt. Is er een maximum?
- Tot slot leg je bij beide bronnen uit hoe je dit thuis kan toepassen. Zou je dit willen/kunnen doen?

Slide 18 - Open vraag

Klaar?
- Je dient alle filmpjes bekeken te hebben en alle opdrachten moeten gemaakt zijn. 
- Controleer je leerdoelen in de laatste slide. Zorg ervoor dat je hieraan voldoet. 
- Kijk het laatste filmpje (15 min.) op de volgende slide. 

De volgende les ga je je kennis over klimaatverandering in de praktijk brengen. Zorg er dus voor dat je nu al een expert bent en alle kennis over het onderwerp hebt! 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Leerdoelen behaald?
Je kan een oorzaak-gevolgrelatie beschrijven tussen het broeikaseffect en de menselijke bijdrage hieraan
  

Je kan evalueren welke alternatieven er zijn voor het gebruik van fossiele brandstoffen

Slide 21 - Tekstslide