6.1 Nederland duurzaam?

 Hoofdstuk 6 Nederland: klimaat en duurzaamheid


1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

 Hoofdstuk 6 Nederland: klimaat en duurzaamheid


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen §6.1 
Aan het eind van de les weet je:
* wat de gevolgen zijn van klimaatverandering
* waarom er maatregelen nodig zijn bij de huidige klimaatverandering
* wat de omvang en de soorten duurzame energiebronnen in Nederland zijn

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Klimaatverandering

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Klimaat: een hot topic
Van 31 oktober tot 12 november 2021 is in Glasgow een internationale klimaattop gehouden.
 De conferentie wordt gezien als de belangrijkste sinds 2015, toen het Klimaatakkoord van Parijs werd gesloten. 

Slide 7 - Tekstslide

Minder koolstofdioxide in de dampkring
- De meeste landen willen iets doen tegen de klimaatverandering. Ze hebben met elkaar afgesproken dat de aarde niet meer dan 2 °C mag opwarmen.

- In 2050 wil Nederland zelfs dat mensen helemaal geen invloed meer hebben op het klimaat.






Slide 8 - Tekstslide


Waarom belangrijk?

1. bomen nemen koolstofdioxide op
2. bij ontbossing komt koolstofdioxide vrij 


Slide 9 - Tekstslide

Broeikasgassen 
O.a.
CO2, methaan, waterdamp
Fossiele brandstoffen
Door het gebruik van fossiele brandstoffen komt veel extra CO2 in de lucht. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Versterkt broeikaseffect

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht:
Zet de stappen in de juiste volgorde. 
  1. Een deel van de teruggekaatste hitte wordt tegengehouden door broeikasgassen;
  2. Zonnestraling komt de atmosfeer binnen;
  3. De hitte wordt gedeeltelijk teruggekaatst in de atmosfeer;
  4. Zonne-energie wordt door het aardoppervlak omgezet in warmte;
  5. Door de verbranding van fossiele brandstoffen komt meer CO2 in de lucht, waardoor meer warmte vastgehouden wordt;

Slide 13 - Tekstslide

Maar hoe?
- Dit kun je  mede doen door energiebesparing. Je kunt zuiniger met energie omgaan door muren, daken, vloeren en ramen van huizen en gebouwen goed te isoleren.

- De grootste verandering is het gebruik van nieuwe energiebronnen. Een energiebron is iets wat energie oplevert.

- Dat is heel anders bij duurzame of hernieuwbare energiebronnen, zoals wind en zon. Die raken nooit op.

Slide 14 - Tekstslide

Van grijs naar groen
(energietransitie)
Grijs = fossiele brandstoffen

Groen = duurzame energie (energiebron die bij het gebruik ervan nooit opraakt en die het broeikaseffect niet versterkt).

In Nederland is het het aandeel duurzame energie erg laag 6%. Wereldwijd is het 11%, en in Europa 17%

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Hernieuwbare energiebronnen
- Zonne-energie
- Windenergie
- Energie opgewekt door biomassa
- Hydro-elektriciteit
- Geo-thermische energie
- (Kernenergie)

Slide 18 - Tekstslide

Geo-thermische energie

= gebruik maken van warmte in de aarde

 Voorbeeld= warmtepompen: 
verwarmen huis en kraanwater

Slide 19 - Tekstslide

Zonne-energie
Voordelen: 
+ raak niet op 
+ burgers kunnen ze zelf aanschaffen en op dak van huis plaatsen  
   
Nadelen: 
- betrouwbaarheid 
- lage opbrengst winter / s'nachts 

Slide 20 - Tekstslide

Windenergie
Voordelen:  
 + schoon 
 + steeds groter, beter, goedkoper

Nadelen: 
- betrouwbaarheid
- lawaai
- lelijk

Windmolenparken op zee: duurder,  maar meer energie (want meer wind)

Slide 21 - Tekstslide

Biomassa
Biomassa = organisch materiaal
  • houtresten, groente-, fruit-, tuinafval,  oud papier, plantaardige olie, mest.
    Gebruik voor elektriciteit en als biobrandstof

Voordeel: raakt nooit op ( CO₂-neutraal: verbanding = fotosynthese)
Nadeel: steeds nieuwe planten en bomen nodig en de groei van bomen kost tijd

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Voorbeelden van gevolgen klimaatverandering zijn:
A
Zeespiegelstijging
B
Opwarming van de aarde
C
Smelten van landijs en gletsjers
D
Afslijten van de bergen

Slide 25 - Quizvraag

Waarom gebruikt Nederland zoveel aardgas?

Slide 26 - Open vraag

Wat zijn de twee belangrijkste duurzame energiebronnen van NL?
A
Aardgas
B
Windenergie
C
Biomassa
D
Zonne-energie

Slide 27 - Quizvraag

Waarom is windenergie een voorbeeld van een duurzame energiebron?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide

Wat is het versterkte broeikaseffect?
A
Het vasthouden van de warmte door broeikasgassen
B
Afname van broeikasgassen rondom de aarde
C
De massale ontbossing waardoor CO2 niet meer wordt opgenomen
D
Toename van hoge concentraties broeikasgassen in de atmosfeer

Slide 30 - Quizvraag

Wat zijn fossiele brandstoffen?
A
Energiebronnen die oneindig zijn.
B
Energiebronnen die eindig zijn.
C
Energiebronnen die eindig zijn maar CO2 neutraal zijn.
D
Energiebronnen die eindig zijn en CO2 uitstoten.

Slide 31 - Quizvraag

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video