3vwo-Taal-§2 Stijl=eufemisme, ironie, litotes en sarcasme
Wat gaan we doen vandaag?
Doel van de les=het herkennen van de stijlfiguren, eufemisme, litotes, ironie en sarcasme
10 minuten stil lezen
Indien opdrachten gemaakt, dan bespreken
Start nieuw onderwerp
Aan het werk
Telefoon in de kluis? Chromebook in de tas. Lees en werkboek op tafel.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.
Onderdelen in deze les
Wat gaan we doen vandaag?
Doel van de les=het herkennen van de stijlfiguren, eufemisme, litotes, ironie en sarcasme
10 minuten stil lezen
Indien opdrachten gemaakt, dan bespreken
Start nieuw onderwerp
Aan het werk
Telefoon in de kluis? Chromebook in de tas. Lees en werkboek op tafel.
Slide 1 - Tekstslide
Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?
Oftewel, wat is het doel van deze les?
In deze les leer je de stijlfiguren eufemisme, ironie, litotes en sarcasme herkennen
Slide 2 - Tekstslide
3vwo-Taal-§2 Stijl=eufemisme, ironie, litotes en sarcasme
In de westerse wereld bepaalt de sociale conventie wat taboe is.
De deur openhouden voor een vreemde is een voorbeeld van een sociale conventie. Sociale conventies zijn informele normen die gepast gedrag in een cultuur voorschrijven, zonder dat er geschreven regels nodig zijn.
Datgeen waarop een taboe rust, mag niet, of niet rechtstreeks, worden genoemd. Bij voorkeur draai je om de hete brij heen met een eufemisme.
Klinkt ‘werkloos’ te deprimerend, dan zijn ‘werkzoekend’ en ‘tussen twee banen’ bijvoorbeeld hoopvollere alternatieven.
Slide 3 - Tekstslide
Als je een eufemisme gebruikt, zeg je iets zo dat het als minder erg of hard overkomt. Dat doe je dan om een pijnlijke situatie te verzachten en om te voorkomen dat je iemand kwetst. Je zegt: Hij gaat creatief om met de waarheid; je bedoelt: Hij liegt.
-niet betrokken bij het arbeidsgebeuren (voor:‘werkloos’)
'-Een puntje', als het eigenlijk gaat om een groot probleem
-Een 'prijscorrectie' daar waar het gaat om een prijsverhoging.
Slide 4 - Tekstslide
3vwo-Taal-§2 Stijl=eufemisme, ironie, litotes en sarcasme
Tekst
Slide 5 - Tekstslide
3vwo-Taal-§2 Stijl=eufemisme, ironie, litotes en sarcasme
Tekst
Slide 6 - Tekstslide
3vwo-Taal-§2 Stijl=eufemisme, ironie, litotes en sarcasme
Tekst
Slide 7 - Tekstslide
Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?
Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................
Slide 8 - Tekstslide
§ 2 Tekstverbanden
Je gaat zo de opdrachten maken. Neem altijd oordopjes mee voor de online opdrachten
Zet het zo in je schrift:
cursus-C
paragraaf -§
bladzijde -blz.
opdracht- opdr.
Staat er: omcirkel, onderstreep of markeer, dan mag je het met potlood in je werkboek maken. Is dit niet het geval, dan maak je alles in je schrift!
Slide 9 - Tekstslide
Aan de slag
Slide 10 - Tekstslide
§ 2 Tekstverbanden
Maken: Cursus 3 Fictie
blz. 80-§4
opdr. 1 t/m 4 Alles in je schrift
Snel klaar? Keuze is:
1 =Je leest verder in Quotum
2=Je gaat met je IPad naar havo 2 en maakt van woordenschat Hfdst. 1+2 alle opdrachten
3=Je herhaalt fictie § 1 t/m3 en maakt online de nog niet gemaakte opdrachten van § 1 t/m § 3