Lesson 6. 2/9

What are we going to do today?
- Homework check 
- Grammar revision 
- F watching + ex. 16 
- Slim Stampen
 of Quizlet
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

What are we going to do today?
- Homework check 
- Grammar revision 
- F watching + ex. 16 
- Slim Stampen
 of Quizlet

Slide 1 - Tekstslide

Wat kun je me vertellen over
The Short Answers?

Slide 2 - Woordweb

Does she like to go to school every day? Yes, …….

Slide 3 - Open vraag

Did your mother tell you to call me? No, ……

Slide 4 - Open vraag

Were you on time for work? Yes, ……

Slide 5 - Open vraag

Is he nice to you? No,

Slide 6 - Open vraag

Wat weet je van
de Modals?

Slide 7 - Woordweb

Kies de juiste modal:
…....…………… I sleep over tonight?

Slide 8 - Open vraag

We …………...………… drive because we are NOT 18 yet
(maak zin ontkennend)

Slide 9 - Open vraag

........ I borrow your pen?

Slide 10 - Open vraag

Wat kun je me vertellen over
the Future maken?

Slide 11 - Woordweb

Future (toekomende tijd) 
In het kort: 
Toekomende tijd: Future. 
De toekomst aangeven. Dit kan op 4 manieren: 
- I will miss you : Will. -->25%
- It's goin to rain : Going to + werkwoord. --> 70%
- We are travelling tomorrow : Present Continuous. --> 90%
- My train leaves at 10 o'clock : Present Simple. --> 100%

Slide 12 - Tekstslide

Will
Je gebruikt will bij beloftes, aankondigen en besluiten. 

I will do my laundry tomorrow. 
I think we will win the lottery. 

Slide 13 - Tekstslide

to be going to
Je gebruikt am/are/is + going to + hele ww als je wilt aangeven dat iemand iets in de toekomst van plan is.  In Nederlands gebruik je vaak het woord: gaan 

I am going to call you later. 
It is going to rain today. 

Slide 14 - Tekstslide

Present Continuous
Je gebruikt de PC om te praten over afspraken in de nabije toekomst. (vliegreis, afspraak met iemand o.i.d.) 

We are flying to Australia tomorrow. 
I am playing a hockey match on Wednesday. 
am/are/is + hele ww + ing

Slide 15 - Tekstslide

Present Simple
Je gebruikt de PS om te praten over vasstaande toekomst, rooster of schema. 

The plane to London leaves in an hour. 
School starts at 08.25. 

Slide 16 - Tekstslide

Do: 
Watching F + Watching K

Slide 17 - Tekstslide