1. Europese landen geen geld voor wederopbouw kolonies na WO II, moesten zichzelf zien te redden.
2. Prestige (aanzien) en macht van Europeanen (Groot-Brittannië, Frankrijk) weg.
3. Nationalistische bewegingen in kolonies waren sterker geworden (nl. geen onderdrukking tijdens WO II).
4. In kolonies duldden steeds meer mensen
vreemde overheersing niet.
5. VS en USSR bepalen samen het wereldtoneel:
- De VS was als voormalig kolonie tegen koloniaal bezit.
- De USSR bestempelt bezit van kolonies als vorm van kapitalisme (dus slecht).