begrippen (2)

begrippen 
Die met meten te maken hebben.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

begrippen 
Die met meten te maken hebben.

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Ik kan vertellen of het voorwerp even lang, de kortste, de langste, de lichtste, de zwaarste, de grootste of 
de kleinste is. 

Slide 2 - Tekstslide

even lang

Ze hebben dezelfde lengte.
Ze zijn even lang.

Slide 3 - Tekstslide

de kortste

Iets is kort als het niet lang is. het heeft een kleine lengte. 

Slide 4 - Tekstslide


A
het blauwe potlood
B
het gele potlood

Slide 5 - Quizvraag

de langste

Lang betekent met grote lengte. Het is niet kort. 


Slide 6 - Tekstslide


A
het rode potlood
B
het groene potlood

Slide 7 - Quizvraag

even lang

Ze hebben dezelfde lengte.
Ze zijn even lang.

Slide 8 - Tekstslide

Zijn deze twee potloden even lang?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

Zijn deze pennen even lang?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

de zwaarste

Iets wat zwaar is, weegt veel

Slide 11 - Tekstslide

Wie is het zwaarst?
A
de muis
B
de olifant

Slide 12 - Quizvraag

de lichtste

Licht is met weinig gewicht. Het is dus niet zwaar.

Slide 13 - Tekstslide

Welk gewicht is het lichtst.
A
De zak met appels
B
De zak met aardappels

Slide 14 - Quizvraag

de grootste

Groot is niet klein. Iets wat groot is, is lang of breed of hoog.

Slide 15 - Tekstslide

Welk potlood is het grootste.
A
het grijze potlood
B
het paarse potlood
C
het blauwe potlood

Slide 16 - Quizvraag

de kleinste

Klein betekent niet groot. Iets wat klein is, neemt niet veel ruimte in. 

Slide 17 - Tekstslide

Welk potlood is het kleinste.
A
het grijze potlood
B
het paarse potlood
C
het blauwe potlood

Slide 18 - Quizvraag

Welk gewicht is de zwaarste
A
5 kg
B
10 kg
C
15 kg
D
20 kg

Slide 19 - Quizvraag

Welke paprika is het kleinst
A
de gele paprika
B
de groene paprika
C
de oranje paprika
D
de rode paprika

Slide 20 - Quizvraag

Wie is de langste?

De man uit de .....
A
Gouden Eeuw
B
Begin 19de eeuw
C
Jaren 40
D
Jaren 70

Slide 21 - Quizvraag

Zijn ze even lang?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Wie is de grootste?
A
de bruine M&M
B
de rode M&M
C
de gele M&M
D
de groene M&M

Slide 23 - Quizvraag

Welk gewicht is de lichtste.
A
20 g
B
10 g
C
5 g
D
1 g

Slide 24 - Quizvraag

Zijn de kleurpotloden even lang?
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quizvraag

Welk potlood is het kortst?
A
het rode potlood
B
het groene potlood

Slide 26 - Quizvraag

Lesdoel
Ik kan vertellen of het voorwerp even lang, de kortste, de langste, de lichtste, de zwaarste, de grootste of 
de kleinste is. 

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide