BEGRIPPEN HET WEER 1 Het weer

BEGRIPPEN: Het weer 1
Na deze les weet je welke begrippen je al goed beheerst.
Na deze les weet welke begrippen je nog moet leren.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

BEGRIPPEN: Het weer 1
Na deze les weet je welke begrippen je al goed beheerst.
Na deze les weet welke begrippen je nog moet leren.

Slide 1 - Tekstslide

Geeft aan hoe warm of koud het is.
A
Temperatuur
B
Warmte
C
Luchtdruk
D
Wind

Slide 2 - Quizvraag

Temperatuur wordt gemeten in C.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Water kan in vaste vorm (sneeuw en hagel) of vloeibare vorm (regen) op aarde terecht komen.
A
Wind
B
Windkracht
C
Neerslag
D
Luchtdruk

Slide 4 - Quizvraag

De verplaatsing van lucht over het aardoppervlak veroorzaakt door verschillen in luchtdruk
A
Windkracht
B
Wind
C
Windrichting
D
Luchtdruk

Slide 5 - Quizvraag

De kracht van de wind bepaald door het verschil in luchtdruk tussen twee gebieden.
A
Windkracht
B
Wind
C
Windrichting
D
Luchtdruk

Slide 6 - Quizvraag

De verplaatsing van lucht over het aardoppervlak in een bepaalde richting.
A
Windkracht
B
Wind
C
Windrichting
D
Luchtdruk

Slide 7 - Quizvraag

Het gewicht van de luchtdeeltjes in de atmosfeer op het aardoppervlak.
A
Windkracht
B
Wind
C
Windrichting
D
Luchtdruk

Slide 8 - Quizvraag

Met de barometer meet je
A
De windrichting
B
De windkracht
C
De luchtdruk
D
De neerslag

Slide 9 - Quizvraag

Gebied waar de luchtdruk hoog is ten opzichte van de omgeving, gemeten op zeeniveau.
A
Hogedrukgebied
B
Lagedrukgebied
C
Harde wind
D
Langzame wind

Slide 10 - Quizvraag

Gebied waar de luchtdruk laag is ten opzichte van de omgeving, gemeten op zeeniveau.
A
Hogedrukgebied
B
Lagedrukgebied
C
Harde wind
D
Langzame wind

Slide 11 - Quizvraag

Gebieden met een lage luchtdruk noem je depressie.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag