1.3 gemiddelde berekenen

1.3 gemiddelde berekenen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.3 gemiddelde berekenen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
1. Welkom
2. Gemiddelde berekenen
3. Lezen en opdracht
4. Nabespreken
5. Quiz


* Je kunt een gemiddelde berekenen
* Je weet hoe de overheid  jou als consument met wetten beschermd.
* Je weet wat garantie is. 

Slide 2 - Tekstslide

Gemiddelde berekenen
Gemiddelde = totaal van alle gevallen : aantal getallen 

Bijvoorbeeld:  
6,5 + 7 + 6,5 + 8 = 28
4 getallen 
Het gemiddelde is   28 : 4 = 7
Pepsi
6,5
Coca
7
Lidl
6,5
AH
8

Slide 3 - Tekstslide

Lezen pagina 22 en 23 

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 
Pagina 22 t/m 25
Maak vraag 41 t/m 50 

Ben je klaar? maak de samenvatting op pagina 33
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Nabespreken

Slide 6 - Tekstslide

Wat is garantie?
A
verzendkosten van de producten
B
beveiliging op producten
C
een boete als je bestelling niet op tijd aankomt
D
de zekerheid dat gebreken nog voor rekening van de verkoper komen

Slide 8 - Quizvraag

Sociale beïnvloeding 
Commerciële beïnvloeding

Slide 9 - Sleepvraag

Sociale beïnvloeding 
Commerciële beïnvloeding 

Slide 10 - Sleepvraag

Consumentenorganisaties
A
zorgen ervoor dat je de hoogste kortingen krijgt
B
zijn bedrijven waar consumenten kunnen werken
C
komen op voor de rechten en plichten van de consument
D
als je product stukgaat kun je bij hun terecht

Slide 11 - Quizvraag

onderzoek door consumentenorganisaties waarbij een groot aantal merken van een bepaald goed worden getest en met elkaar vergeleken.
Alle manieren om een product aan te prijzen, is een reclameboodschap.
Reclame
Vergelijkend waren - 
onderzoek

Slide 12 - Sleepvraag

Keurmerk
Consumentenorganisaties
Vergelijkend warenonderzoek

Slide 13 - Sleepvraag

consumentenorganisaties 
vergelijkend warenonderzoek
deugdelijk product
NVWA
garantie 
De zekerheid dat een winkelier een product in orde maakt als daarmee binnen een bepaalde tijd iets mis is. 
Een product dat bij normaal gebruik een redelijk tijd meegaat
Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit
Organisaties die de consument steunen. Bijvoorbeeld de consumentenbond
Test waarin de producten van verschillende merken met elkaar worden vergeleken

Slide 14 - Sleepvraag

NVWA is de afkorting van
A
Nederlandse vereniging water afname
B
Nederlandse Vereniging Waren Afname
C
Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit
D
Nieuwe Vakvereniging Waren Autoriteit

Slide 15 - Quizvraag

Waarop controleert de NVWA
A
Of het voedsel op de juiste manier vervoerd is
B
Of je alle hygiëne regels naleeft
C
Of dieren een prettig leven hebben gehad
D
Of de etiketten wel juist zijn

Slide 16 - Quizvraag

Wat weet jij over goederen en diensten??

Goederen
Diensten
Dit "ervaar" je
 
Tastbaar
Voorbeeld: Koffers naar een hotelkamer brengen

Voorbeeld: Maaltijd

Slide 17 - Sleepvraag

Een horloge kost€150.Je krijgt 70% korting.Hoeveel korting krijg je?
( Gebruik je rekenmachine)
A
105
B
80
C
130
D
145

Slide 18 - Quizvraag

Bereken het
gemiddelde cijfer


A
20
B
5,9
C
5,0
D
4,5

Slide 19 - Quizvraag