GHZ gedragsproblematiek

Probleem gedrag bij verstandelijk gehandicapten
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Probleem gedrag bij verstandelijk gehandicapten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitie probleemgedrag
Probleemgedrag, ook wel onbegrepen of moeilijk verstaanbaar gedrag genoemd, komt regelmatig voor bij mensen met een verstandelijke beperking. Er zijn geen harde criteria om gedrag als problematisch te definiëren, maar denk bijvoorbeeld aan agressief, zelf verwondend, teruggetrokken of angstig gedrag. De ernst, de duur en de frequentie van het gedrag hebben een grote weerslag op de kwaliteit van leven van de cliënt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van probleemgedrag verstandelijk gehandicapten


* Verbale agressie
* Fysieke agressie
* Seksuele agressie
* Psychische agressie

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frustratie agressie
Komt voort uit emoties en frustraties
Kan plotseling opkomen
De agressie is niet persoonsgericht

Belangrijk om erkenning te geven en te luisteren!




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instrumentele agressie
Heeft als doel om iets voor elkaar te krijgen
Blijft vaak aanhouden tot doel bereikt is
Vaak is er geleerd dat agressief gedrag  lonend is

Belangrijk om grenzen aan te geven hierin!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Probleem gedrag/onbegrepen gedrag



  • Vormt voor de cliënt zelf een probleem

  • Voor anderen een probleem is

  • Het regelmatig is en in verschillende situaties zich voordoet

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wordt het door de zorgverlener als probleem ervaren? 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het gedrag kan als lastig of bedreigend ervaren worden. Het kan een machteloos gevoel geven omdat er geen mogelijkheden worden gezien om iets aan de situatie te veranderen en omdat er wordt gezien dat de cliënt hier ook geen raad mee weet.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Protocol probleemgedrag:

  • Stap 1: Probleemgedrag signaleren            
  • Stap 2: Probleem analyse (verheldering)     
  • Stap 3: Probleem definitie en doelen stellen
  • Stap 4 : Evaluatie                                   

Slide 9 - Tekstslide

Wilma bespreekt; Protocol/ richtlijn etc in ZIVV? 
Lichamelijke factoren
strak zittende kleding, zoals ondergoed of een broekband

knellende sloffen of schoenen
strakke haarbanden, -spelden of -knipjes
nodig naar het toilet moeten
een slecht zittend gebit, gaatjes, of ontstekingen
een verandering in medicijngebruik, zoals het afbouwen van pijnmedicatie
weersverandering, denk aan de invloed op reuma of artrose
wonden en ontstekingen, bijvoorbeeld van de oren






Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Normen en waarden  
  • Psychische stoornis  
  • Cognitieve stoornis 
Psychologisch factoren 

Slide 11 - Tekstslide

Psycho

Persoonlijkheid, coping, levensgeschiedenis (levensloopvragenlijst) 

  • Teveel/te weinig prikkels
  • Interactie medebewoners/ familie/naasten
  • Omgeving herkenbaar en/of veilig
  • Voldoende/ Zinvolle dagbesteding
  • Bewegingsvrijheid
Sociale factoren 

Slide 12 - Tekstslide

Sociaal:
Omgeving (prikkelverwerking)
Mogelijke oorzaken, triggers en instant houders van gedrag (m.b.v. observaties zoals ABC methode) 
Sarah Blom invloed kool benoemen

Gedragsvisite:  
Multidisciplinair overleg kernteam (SO, psy en VZ) alle facetten besproken


Hierna: ABC methode. Wat zie je, wat heb je gezegd en gedaan, wat was het effect. Emoties uit je naar een collega en de observaties moeten feitelijk worden gerapporteerd. Alvast mee beginnen voorafgaand aan gedragsvisite/crisisoverleg


Gekoppeld aan ABC methode filmpje van meneer met probleemgedrag?

Filmpje basketbal overgooien?
7 aandachtspunten
1. goede werkcultuur
2. aandacht voor leefomgeving
3. frisse blik van een externe
4. Focus op het normale leven
5. kijk naar wat iemand kan en wil
6. sta stil bij het waarom in het handelen
7. organisatorisch volledig beeld hebben.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The End

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies