onbegrepen gedrag in de GHZ

Probleem gedrag bij verstandelijk gehandicapten
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Probleem gedrag bij verstandelijk gehandicapten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat versta jij onder probleemgedrag?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is probleemgedrag?
A
Alle gedrag van de zorgvrager dat door zorgverleners als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren
B
Alle gedrag van de zorgvrager dat door de omgeving als een probleem wordt ervaren
C
Alle gedrag van de zorgvrager dat door de zorgvrager zelf als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 3 - Quizvraag

Onder probleemgedrag, ofwel 'onbegrepen gedrag', verstaan we alle gedrag van de cliënt dat door deze cliënt en/of zijn omgeving als moeilijk hanteerbaar wordt ervaren. Veel probleemgedrag is afhankelijk van de situatie, de persoonlijkheidskenmerken van de cliënt zelf en de mensen om hem of haar heen.
Vormen van probleemgedrag verstandelijk gehandicapten

* Verbale agressie
* Fysieke agressie
* Seksuele agressie
* Psychische agressie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frustratie agressie
Komt voort uit emoties en frustraties
Kan plotseling opkomen
De agressie is niet persoonsgericht

Belangrijk om erkenning te geven en te luisteren!




Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instrumentele agressie
Heeft als doel om iets voor elkaar te krijgen
Blijft vaak aanhouden tot doel bereikt is
Vaak is er geleerd dat agressief gedrag  lonend is

Belangrijk om grenzen aan te geven hierin!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Probleem gedrag/onbegrepen gedrag



  • Vormt voor de cliënt zelf een probleem

  • Voor anderen een probleem is

  • Het regelmatig is en in verschillende situaties zich voordoet

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Bio-psycho-sociaal model

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg over model. Toelichten ;
Menselijk gedrag ontstaat vanuit een complexe interactie van biologische, psychologische en sociale en fysieke omgevingsfactoren (bio-psycho-sociaal model). Dit is ook van toepassing op gedrag van mensen met dementie.
Lichamelijke factoren
strak zittende kleding, zoals ondergoed of een broekband

knellende sloffen of schoenen
strakke haarbanden, -spelden of -knipjes
nodig naar het toilet moeten
een slecht zittend gebit, gaatjes, of ontstekingen
een verandering in medicijngebruik, zoals het afbouwen van pijnmedicatie
weersverandering, denk aan de invloed op reuma of artrose
wonden en ontstekingen, bijvoorbeeld van de oren






Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Normen en waarden  
  • Psychische stoornis  
  • Cognitieve stoornis 
Psychologisch factoren 

Slide 10 - Tekstslide

Psycho

Persoonlijkheid, coping, levensgeschiedenis (levensloopvragenlijst) 

  • Teveel/te weinig prikkels
  • Interactie medebewoners/ familie/naasten
  • Omgeving herkenbaar en/of veilig
  • Voldoende/ Zinvolle dagbesteding
  • Bewegingsvrijheid
Sociale factoren 

Slide 11 - Tekstslide

Sociaal:
Omgeving (prikkelverwerking)
Mogelijke oorzaken, triggers en instant houders van gedrag (m.b.v. observaties zoals ABC methode) 
Sarah Blom invloed kool benoemen

Gedragsvisite:  
Multidisciplinair overleg kernteam (SO, psy en VZ) alle facetten besproken


Hierna: ABC methode. Wat zie je, wat heb je gezegd en gedaan, wat was het effect. Emoties uit je naar een collega en de observaties moeten feitelijk worden gerapporteerd. Alvast mee beginnen voorafgaand aan gedragsvisite/crisisoverleg


Gekoppeld aan ABC methode filmpje van meneer met probleemgedrag?

Filmpje basketbal overgooien?
Voorbeeld van een signaleringsplan

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7 aandachtspunten
1. goede werkcultuur
2. aandacht voor leefomgeving
3. frisse blik van een externe
4. Focus op het normale leven
5. kijk naar wat iemand kan en wil
6. sta stil bij het waarom in het handelen
7. organisatorisch volledig beeld hebben.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet zorg en dwang (Wzd)

De Wet zorg en dwang regelt de rechten van mensen met een verstandelijke beperking  die onvrijwillige zorg krijgen. De Wzd is vanaf  1 januari 2020 van kracht.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nee, tenzij

De kern van de wet is 'Nee, tenzij'.
Het uitgangspunt is dat dwangmaatregelen niet thuis horen in de zorg gehandicapten.
Gevaarlijke situaties moeten altijd met vrijwillige zorg worden opgelost, ook bij ernstig probleemgedrag.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'Onvrijwillige zorg' is zorg waartegen de cliënt of zijn vertegenwoordiger zich verzet en die bestaat uit:

het toedienen van vocht, voeding en medicatie, en medische controles/handelingen;

  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • toezicht houden op de cliënt;
  • onderzoek aan de kleding of het lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op middelen die het gedrag beïnvloeden en op gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van middelen die het gedrag beïnvloeden;
  • beperkingen in de vrijheid om het eigen leven in te richten, waardoor de cliënt iets moet doen of nalaten (inclusief het gebruik van communicatiemiddelen);
  • beperkingen in het recht op het ontvangen van bezoek.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Verdeel de klas in 3 groepen.
Elk groep je kiest een  vrijheidsbeperkende maatregel.
Elke groep maakt een poster maken waarop ze alternatieven voor deze maatregel presenteren.


Presenteer de poster aan de groep.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

The End

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies