Marx

Kunnen filosofen de wereld veranderen?
A
Ja
B
Nee
C
Geen idee
1 / 37
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Kunnen filosofen de wereld veranderen?
A
Ja
B
Nee
C
Geen idee

Slide 1 - Quizvraag

Hedendaagse filosofen?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Vroegere filosofen?

Slide 4 - Woordweb

Komt er een einde aan het kapitalisme?

Volgens Marx wel...

Slide 5 - Tekstslide

Welk land heeft als eerste korte metten gemaakt met het kapitalisme en het communisme ingevoerd?
A
Cuba
B
Duitsland
C
China
D
Rusland

Slide 6 - Quizvraag

Karl Marx leefde in de ...
A
17e eeuw
B
18e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw

Slide 7 - Quizvraag

Hij is geboren in ...
A
Oostenrijk
B
België
C
Zwitserland
D
Duitsland

Slide 8 - Quizvraag

Duitsland is in de 19e eeuw op dat moment ...
A
onder leiding van Wilhelm II
B
onder een zeer revolutionair bewind (revolutiejaar 1848)
C
onder een zeer conservatief bewind (restauratie)
D
een economisch achtergesteld gebied

Slide 9 - Quizvraag

Hij schreef vrij radicale geschriften dus ...
A
... werd hij ontslagen als redacteur
B
... moest hij wegvluchten naar het buitenland
C
... moest hij het komen uitleggen aan de koning
D
... werd hij uitgenodigd zijn theorieën in de praktijk te brengen

Slide 10 - Quizvraag

In het buitenland leerde hij zijn goede vriend kennen:
A
Friedrich Engels
B
Friedrich Frans
C
Friedrich Deutsch
D
Friedrich Zweeds

Slide 11 - Quizvraag

Zijn belangrijkste werk is ...
A
Die Revolution
B
Das Kapital
C
Das Proletariat
D
Die dumme Bourgeoisie

Slide 12 - Quizvraag

Wat was Marx zijn visie over de filosofie?
Hij schreef zijn theorieën om ...
A
... over te discussiëren met zijn geleerde vrienden
B
... om de leiders van de arbeidersproblematiek te overtuigen
C
... om een maatschappijverandering te creëren
D
... om de arbeiders op de hoogte te brengen van hun uitbuiting

Slide 13 - Quizvraag

Philosophers until now have only interpreted the world in various ways.
The point, however, is to change it.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Belangrijk?

Slide 16 - Woordweb

Welke tegenstelling vind je terug in dit Communistisch Manifest?

Slide 17 - Open vraag

Wat is het grote probleem van de maatschappij?
A
Mensen hebben geen rechten
B
eenzijdige verdeling van het privaat bezit
C
teveel mensen bezitten teveel geld
D
kapitalisme is voordelig voor de meeste mensen

Slide 18 - Quizvraag

Dit wil dus zeggen...
A
De minderheid bezit geld en productiemiddelen
B
De minderheid heeft geen geld, enkel arbeid
C
De meerderheid bezit geld en productiemiddelen
D
De meerderheid bezit enkel zijn lichaam om er arbeid mee te verrichten

Slide 19 - Quizvraag

Dit probleem veroorzaakt een ...
(1 woord)

Slide 20 - Open vraag

1
2
3
4
5
Prehistorie
3000vC-500
500-1800
vanaf 1800
Toekomst
primitief communisme
Slavenstaten
Feodaliteit
kapitalisme
Communisme
na proletarische revolutie

Slide 21 - Sleepvraag


De klassenstrijd op het einde van het communisme komt er door...
A
Een langdurige verzetsstrijd door arbeiders
B
een proletarische revolutie
C
een bourgeoisie revolutie
D
sociale wetgeving ten voordele van de arbeiders

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de onderbouw?
A
de economische basis
B
de sociale basis
C
de politieke basis
D
de culturele basis

Slide 23 - Quizvraag

Wat is dan de bovenbouw?
A
cultuur: kunst, ...
B
politiek, recht, religie
C
de sociale verhoudingen
D
kapitalisme

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het gevolg van dit systeem?
A
Een onevenwichtige bovenbouw leidt tot een onevenwichtige onderbouw
B
Een evenwichtige onderbouw zorgt voor een onevenwichtige bovenbouw
C
Een onevenwichtige onderbouw leidt tot een onevenwichtige bovenbouw
D
Een onevenwichtige onderbouw leidt tot een evenwichtige bovenbouw

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het gevolg van dit systeem?
A
Om bovenbouw te veranderen --> eerst onderbouw veranderen
B
om onderbouw te veranderen --> eerst bovenbouw veranderen
C
je kan enkel de bovenbouw veranderen
D
je kan enkel de onderbouw veranderen

Slide 26 - Quizvraag

Waarom is het communisme onvermijdelijk?
A
Kapitalisme zal steeds meer kapitalisten hebben
B
Uiteindelijk zullen er veel te weinig arbeiders zijn
C
Uiteindelijk zullen er gewoon geen kapitalisten meer zijn
D
Kapitalisme zal zichzelf vernietigen

Slide 27 - Quizvraag


Waarom komt er een dictatuur van het proletariaat?
A
Om te zorgen dat de kapitalisten niet opnieuw aan de macht komen
B
Omdat één iemand het land moet leiden
C
Omdat de arbeiders zichzelf nog niet kunnen besturen
D
Alle arbeiders moeten net het land besturen

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide


Wat was Marx zijn visie op religie?
A
Het is iets dat uitgevonden is door de mens als onderdrukkingsmiddel voor de meerderheid
B
Het geloof is effectief door profeten onder mensen verspreid
C
Het is een troost voor arbeiders (zekerheid hemel --> beter leven)
D
Hij steunt het geloof, omdat het een houvast biedt aan mensen over existentiële vragen

Slide 30 - Quizvraag


Marx noemt religie een opium voor het volk, waarom?
A
Religie houdt hen een andere realiteit voor (als een roes)
B
Religie werkt verslavend, arbeiders kunnen niet zonder
C
Religie is zoals rook: niet tastbaar en je weet nooit precies waarover het gaat
D
Religie dient om hun zorgen te doen vergeten (creëert een roes)

Slide 31 - Quizvraag


Is er een voordeel van religie voor de rijken?
A
De religieuzen hebben altijd de macht in handen
B
De liberalen zijn net tegen geloof, dus hebben er geen voordeel bij
C
Religie verdedigt de uitbuiting
D
Geen voordeel, want religie is strikt gescheiden van de politiek --> geen invloed

Slide 32 - Quizvraag


Wat zal er gebeuren met religie volgens Marx?
A
Religie zit verankerd in de SL, er zal dus altijd een vorm van geloof zijn
B
Er is geen uitbuiting meer, dus geen nood meer aan religie --> verdwijnt
C
Religie zal steeds meer versplinteren --> wat is dan de 'echte religie'?
D
Geloof wordt net populairder --> vergroot eensgezindheid + gelijkheid zoals comm.

Slide 33 - Quizvraag


Wat gebeurt er met religie in communistische landen?
A
Het wordt aanvaard, aangezien het er altijd geweest is, zal vanzelf verdwijnen
B
Religieuzen worden verbannen of vermoord, geloof verboden
C
Religieuzen hebben geen privileges meer, maar mogen de mensen wel nog ondersteuning bieden
D
De religie moet mee het communisme ondersteunen --> God keurt het goed

Slide 34 - Quizvraag

Welke hedendaagse communistische landen ken je?

Slide 35 - Open vraag

Marx/communisme

Slide 36 - Woordweb

Slide 37 - Video