7.1 Verband tussen grenzen en identiteit

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Welkom bij het vak Aardrijkskunde

3m1-wk48-les 2

1 Video (10 min)

2 Uitleg (20 min)

3 Maakwerk: opdr 1 t/m 3 blz 156 (10 min)

We beginnen met een video (8 min)

Opdracht: noteer álle soorten grenzen die in de video aan bod komen. 

Leerdoelen

1 Ik kan het verschil uitleggen tussen een natuurlijke- en kunstmatige grenzen.

2 Ik kan het verschil uitleggen tussen een open (zachte) grens en een gesloten (harde) grens. 

Grens

Verschillende soorten grenzen

Wat is een grens?

Verschillende soorten grenzen

Natuurlijke grenzen                            Welke landen zijn dit?

earth.google.com

Opdracht

Wat is de grens tussen deze landen? Naam + soort

1 Spanje en Frankrijk. 

2 Marokko en Spanje

3 Noord-Brabant en Gelderland

Verschillende soorten grenzen

Kunstmatige grenzen

Grens

Kunstmatige grens = grens die door mensen is bedacht

Natuurlijke grens = een grens die een natuurlijke terreinvorm volgt (zoals een rivier)

Verschillende soorten grenzen

Open/zachte grenzen                  Gesloten/harde grenzen

Inlijven (annexeren)

Het onder dwang innemen van een gebiedsdeel van een andere staat.

EINDE DEEL A

Maakwerk: opdr 1 t/m 3 blz 156

3m1-wk49-les

0 Gaan zitten volgens plattegrond DIM 

1 Controle spullen + afwezigen (5 min)

2 Nakijken opdr 1 t/m 3 blz 156 (10 min)

3 Korte herhaling 7.1 (5 min)

4 Uitleg 7.1 deel B (15 min)

4 Maakwerk= opdr 4+5 blz 157 (10 min) 

Quiz

Pak je telefoon en log in in LessonUp.

01 Natuurlijk of kunstmatig?

1. Natuurlijke grens
2. Kunstmatige grens

02 Je ziet hier een

1. Natuurlijke grens
2. Kunstmatige grens
3. Open grens
4. Gesloten grens

03 Wat is dit?

1. zachte grens
2. gesloten grens

Wat zie je?

Wat is het verschil?

Open/zachte grenzen                  Gesloten/harde grenzen

05 Wat denk jij dat identiteit is?

1. Documenten waarmee je internationaal kunt reizen
2. Documenten die je laat zien als je wordt aangehouden
3. Allerlei stukjes van jouw die jou vormen als mens
4. Je afkomst en waar je woont

Leerdoelen

1 Je weet te benoemen wat een identiteit inhoud.

2 Je weet wat een groepsidentiteit is.

Identiteit

Een combinatie van opvallende kenmerken.

Opleidingsniveau, inkomen, taal, sociale status, godsdienst, tradities, woonplaats, hobby, etc.

Identiteit

Identiteit

Niet altijd met een land of gebied

Geloof

Uiterlijk

Groepsidentiteit

Opdracht - voorbereiden

1 Neem je schrift voor je of een blaadje. 

2 Zorg dat je genoeg ruimte hebt om te schrijven. 

3 Noteer in het midden van het papier het woord 'identiteit'

En daaronder je naam. 

De opdracht zelf

Geef met woorden je eigen identiteit weer.

Zet woorden die bij elkaar horen bij elkaar en begin met een onderwerp

Voorbeeld van meneer Dings: 

Eten-> lasagna, boerenkool met worst, pizza (maar geen Hawaii!)

Karakter --> rustig, kan goed luisteren

Andere onderwerpen die je kunt gebruiken:

Opleidingsniveau, bijbaan, taal, sociale status, godsdienst, tradities, woonplaats, hobby, sport, fan van..., 

Bespreken 

Wie wil zijn/haar identiteit opdracht bespreken?

Vaardigheid

Einde deel B

Maakwerk: 

Vragen?

Opdracht: Verdieping identiteit          en grenzen

Onderzoek de volgende bevolkingsgroepen:  

- Catalanen (groep 1)

- Friezen (groep 2)

- Belgen (groep 3)

- De Krim (groep 4)

Opdracht: ( ieder beantwoord 1 vraag)

- Wat zijn de huidige grenzen? Kloppen deze ook met waar ze wonen?

- Waar komt de onafhankelijkheidsdrang vandaan?

- Wat is hun identiteit, hoe kan je dit omschrijven?

- Hoe ziet de toekomst er uit voor deze bevolkingsgroep?