Blok 2 Cellen Les 3: Processen in de cel

Cellen: membranen
§2.3 Celmembranen en transport
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Cellen: membranen
§2.3 Celmembranen en transport

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- herhalen verschillen dierlijke en plantaardige cellen
- bouw celmembraan
- transport door celmembraan
- diffusie/osmose


Slide 2 - Tekstslide

Verschillen
1. bacterie, 2. dierlijk,
3 plantaadig, 4 schimmel
Let op: 
  • aanwezigheid organellen,
(prokaryoot vs eukaryoot)
  • celwand 
(wel/geen, opgebouwd uit)
  • plastiden 
(chloro-, chromo-, myloplast)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Celmembraan  
(Binas 69G en 79D)
Fosfolipiden, cholesterol, eiwitten.

Slide 5 - Tekstslide

Fosfolipiden
Fosfolipen vormen membraan. 

Kop waterminnend, 
staart waterafstotend. 


Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Kenmerken
Passief en actief transport kan je alsvolgt uit elkaar houden:

Passief: 
Kost geen energie, van hoge naar lage concentratie

Actief:
Kost energie, van lage naar hoge concentratie (altijd via eiwit)

Slide 8 - Tekstslide

Zoek uit
Passief: 
Kost geen energie, van hoge naar lage concentratie

- Welke 2 vormen van passief transport zijn er? 
- Waarom kunnen sommige stoffen de celmembraan niet zomaar passeren?

Actief:
Kost energie, van lage naar hoge concentratie (altijd via eiwit)

- Welke 2 vormen van transport via blaasjes zijn er mogelijk?

Slide 9 - Tekstslide

Diffusie

Slide 10 - Tekstslide

Osmose en cellen
Cellen hebben water nodig.
Maar water kan vrij de cel in en uit.
Hoe houden cellen water binnen als het droog is
en teveel water buiten als het nat is?

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Osmose en cellen
Cellen krimpen bij toevoeging 
zout water.
Verklaar...

Slide 14 - Tekstslide

Plantaardige cel
Stevig als ze vol zitten met water.
Slap bij weinig water.

Belangrijk voor planten:
Cellen hogere osmotische waarde (hypotoon) dan omgeving.

Slide 15 - Tekstslide

Dierlijke cellen
Verschrompelen bij weinig water.

Gaan kapot (lysis) bij veel water.

Belangrijk voor dierlijke cellen:
gelijke osmotische waarde (isotoon) met omgeving.

Slide 16 - Tekstslide

Waar klopt dit plaatje niet?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

isotoon

Slide 19 - Tekstslide