Ondernemend gedrag - H2. Wat is gedrag en hoe komt het tot stand?

Ondernemend gedrag
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
KeuzedelenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ondernemend gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ondernemend gedrag?

Slide 2 - Woordweb

Ondernemend gedrag =
Zelf in actie komen
Niet stilzitten als er iets moet gebeuren
Niet wachten tot je een opdracht krijgt
Jezelf en het werk proberen te verbeteren
Waarom is ondernemend gedrag belangrijk?

Slide 3 - Woordweb

Als je iets wilt bereiken, dan moet je daar iets voor doen
Heb je een te afwachtende houding, dan is het veel moeilijker om dingen voor elkaar te krijgen. 

Werkgevers willen graag dat je:
meedenkt over de organisatie
zelfstandig problemen kunt oplossen
zorgt dat alles zo goed mogelijk verloopt
innovaties bedenkt en uitvoert
Jij wilt liever:
je eigen ideeën uitvoeren, dan klusjes uitvoeren die een ander jou oplegt
H2. Wat is gedrag en hoe komt het tot stand?

Gedrag is alles wat een mens of dier doet. 

Tijdens deze les: 
Waarneembaar en niet waarneembaar gedrag
Bewust en onbewust gedrag
Intentie en gedrag

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van gedrag

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waarneembaar gedrag
Gedrag dat je kunt zien. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet-waarneembaar gedrag


Gedrag dat je niet kunt zien, 
zoals nadenken, 
ook wel innerlijk gedrag genoemd. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewust gedrag
Gedrag waarover je nadenkt, het is gepland. 

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld: 
Je bedenkt dat je wilt dingen, loopt naar de koelkast om drinken te pakken en schenkt een glas in om op te kunnen drinken. 

Onbewust gedrag
Gedrag dat je uitvoert zonder er bij na te denken
Is aangeleerd en gebeurt haast automatisch

Denk aan: 
meezingen met/ bewegen op muziek
je manier van reageren op een stressvolle situatie
na langere tijd dezelfde werkzaamheden uitvoeren

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflexen
Een direct automatische reactie op een gebeurtenis van buitenaf, waar je niks aan kunt doen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt gedrag tot stand?
Wordt beïnvloed door erfelijke factoren en omgevingsfactoren


Dit zorgt er voor dat mensen 
verschillend reageren 
op dezelfde situatie

Slide 11 - Tekstslide

Noem eens een voorbeeld van omgevingsfactoren:

- school, wijk waar je woont, woonplaats, vrienden met wie je omgaat, werk, collega's
Gedrag komt voort uit intentie
Intentie = een voornemen om bepaald gedrag uit te voeren

Wordt beïnvloed door: 
Barrières (intern en extern)
Eigen kunnen 

Slide 12 - Tekstslide

Barrières: 
intern: Iets niet durven, bang zijn, niet op je woorden kunnen komen
extern: Telefoon is uitgeschakeld, je krijgt geen contact met iemand, er zijn regels waardoor iets niet mag

Eigen kunnen: 
bijv. taalbarrière, geen kennis hebben om iets te doen zoals een kast bouwen. 
Hoe kom je tot intentie? 
Attitude
Je houding ten opzichte van een persoon, plaats of onderwerp 
Sociale invloed
Hoe anderen tegen bepaald gedrag aankijken
Eigen effectiviteit
De verwachting die je van jezelf hebt of je iets kan

Slide 13 - Tekstslide

Als voorbeeld: 
Duurzaamheid: wat vind ik er van, wat vind mijn omgeving ervan en ben ik in staat om dingen aan te passen. 
Opleiding: wil ik de opleiding volgen, wat vind mijn omgeving er van dat ik de opleiding volg en denk ik dat ik het kan. 
Alcohol drinken: Wat is mijn mening, wat doen mijn vrienden en kan ik het betalen. 
Sociale invloed

Slide 14 - Tekstslide

Subjectieve norm = de sociale norm. Als iets sociaal de norm is, is de kans groot dat jij dat ook doet. 

Sociale steun = vinden mensen het goed of juist niet als je iets doet? Bij steun is de kans groter dat je bepaald gedrag vertoont.

Sociale druk = wat verwachten mensen om jou heen? Als iedereen iets verwacht van jou, is de kans groter dat je bepaald gedrag vertoont.

Modelling: nemen het gedrag van een rolmodel vaak over. 
Aan de slag! 
Oefenvragen 2. Wat is gedrag en hoe komt het tot stand?
Praktijkopdracht 2. Onderzoek je gedrag

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van een gebeurtenis en wat op dat moment je gedachten en gevoelens waren

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb je vandaag gedrag niet vertoont vanwege je barrières of eigen kunnen?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zou je bepaald gedrag of gedachtes willen veranderen?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies