Thema 4: Evolutie BS 3

Evolutie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Herhalen begrippen BS 1 en 2
- Uitleg: Eukaryoten: schimmels & planten
- Oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Mensen met aids zijn zeer gevoelig voor infecties met bacteriën. Zowel deze bacteriën als het aidsvirus vermeerderen zich in het lichaam van de patiënt. Hierbij wordt erfelijk materiaal verdubbeld.

Vindt de verdubbeling van erfelijk materiaal van de bacterie plaats in de bacterie zelf? En vindt verdubbeling van erfelijk materiaal van het virus plaats in het virus zelf?
A
zowel in de bacterie als in het virus
B
alleen in de bacterie, niet in het virus
C
alleen in het virus, niet in de bacterie
D
niet in de bacterie en ook niet in het virus

Slide 3 - Quizvraag

Virus
-  Levenloos, eiwit mantel voor DNA
- Dringen gastheer binnen, DNA uit de eiwitmantel zorgt ervoor dat de gastheer nieuwe virussen maakt.

Slide 4 - Tekstslide

De Coloradokever leeft onder andere op de Aardappel (Solanum tuberosum L.), op de Tomaat (Solanum lycopersum L.) en op Bitterzoet (Solanum dulcamara L.).
Behoren deze planten tot hetzelfde genus (geslacht)? En tot dezelfde soort?
A
Alleen dezelfde soort
B
Zowel zelfde soort als geslacht
C
Alleen zelfde geslacht

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen prokaryoten en eukaryoten?
A
Prokaryoten hebben geen celwand
B
Eukaryoten zijn meercellig
C
Prokaryoten hebben geen celkern
D
Eukaryoten hebben bladgroenkorrels

Slide 6 - Quizvraag

Eukaryoten
  • Eukaryoten hebben altijd een celkern en celorganellen
  • Voorbeelden zijn:
    - Eencelligen
    - Schimmels
    - Planten
    - Dieren

Slide 7 - Tekstslide

SCHIMMELS

Slide 8 - Tekstslide

Schimmels
  • Schimmels kunnen eencellig of meercellig zijn
  • eencellige schimmels heten gisten
  • Meercellige schimmels bestaan uit schimmeldraden -->

Slide 9 - Tekstslide

gebruikt schimmels
  • brood: (gist) ontstaat koolstofdioxide en alcohol
  • schimmelkaas: sporen, speciale smaak
  • geneesmiddelen: (penicilline), doodt bacteriën antibiotica

Slide 10 - Tekstslide



Voortplanting van schimmels
SPOREN

Slide 11 - Tekstslide

Planten
- Celwanden bestaande uit cellulose 
- Chloroplasten (bladgroenkorrels)
- Eencellig: bijv. algen
- Meercellig: 
 
- Sporenplanten: wieren, mossen, paardenstaarten en varens
  - Vaatplanten: paardenstaarten, varens en zaadplanten

Slide 12 - Tekstslide

groenwieren (algen)

ééncellig of meercellig
voortplanting door deling of spoorvorming
geen wortels, stengels, bladeren of vaten. 


boomalg
zeesla

Slide 13 - Tekstslide

Algen en wieren lijken niet op onze hedendaagse planten. Ze hebben geen wortels, stengels, bladeren. Waarom worden ze dan toch bij het plantenrijk ingedeeld?

Slide 14 - Open vraag

Welke
planthoofdgroep
zie je?
A
Mos
B
Algen/Wieren
C
Paardenstaart
D
Varen

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de beste onderzoeksvraag?

Je hebt gezien dat er op bomen soms mossen groeien.
Het valt je op dat de mossen niet overal op de stam zitten. Met welke onderzoeksvraag kun je dit onderzoeken?
A
Waar groeien mossen?
B
Welke soorten mossen groeien op de stam?
C
Waarom groeien mossen op bomen?
D
Groeien de mossen steeds aan dezelfde kant van de stam?

Slide 17 - Quizvraag

Sporenplanten
  • Wortels
  • stengels 
  • Bladeren 
  • voortplanting door sporen
Onderverdeeld in: 
 Mossen , varens en paardenstaarten

Slide 18 - Tekstslide

Mossen
- sporen ontstaan in sporendoosjes

Slide 19 - Tekstslide

Varens hebben sporenhoopjes

Slide 20 - Tekstslide

Paardenstaarten
 Ze hebben holle stengels en kleine bladeren
 Sporen groeien in sporenvormende organen aan het uiteinde van de stengel.

Slide 21 - Tekstslide

Paardenstaarten
- sporen ontstaan in sporenvormende orgaantjes aan het uiteinde van de stengels

Slide 22 - Tekstslide

Indeling planten
De vaatplanten zijn de paardenstaarten, varens en zaadplanten.

Slide 23 - Tekstslide

Vaatbundels
Vaatplanten

- Systeem voor transport van stoffen
- Houtvaten omhoog
Vervoeren water en voedingsstoffen uit de bodem omhoog
- Bastvaten beneden
Vervoeren glucose naar beneden. 

Slide 24 - Tekstslide

Welke
planthoofdgroep
zie je?
A
Mos
B
Algen/Wieren
C
Paardenstaart
D
Varen

Slide 25 - Quizvraag

Leg uit dat vaatplanten groter kunnen worden dan planten zonder transportvaten.

Slide 26 - Open vraag

Meercellige schimmels

Slide 27 - Tekstslide