1V passé composé

passé composé
7.5 Grammaire II

Oefenen voor toetsweek 4
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

passé composé
7.5 Grammaire II

Oefenen voor toetsweek 4

Slide 1 - Tekstslide

Passé composé

J'ai organisé une fête.                     Ik heb een feest georganiseerd.
Nous avons regardé un film.        Wij hebben een film gekeken.

passé composé (voltooide tijd): hulpwerkwoord + voltooid deelwoord



Slide 2 - Tekstslide

De passé composé gebruik ik om ...
A
iets over het verleden te vertellen
B
iets over de toekomst te vertellen

Slide 3 - Quizvraag

De passé composé bestaat uit ...
A
hulpwerkwoord + heel werkwoord
B
hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

Slide 4 - Quizvraag

danser
j'ai dansé
tu as dansé
il, elle, on a dansé
nous avons dansé
vous avez dansé

ils, elles ont dansé
dansen
ik heb gedanst
jij hebt gedanst
zij, hij, men heeft gedanst
wij hebben gedanst
jullie hebben gedanst, u heeft gedanst
zij hebben gedanst (m/v)

Slide 5 - Tekstslide

hulpwerkwoord

het werkwoord avoir in de présent

j'ai
tu as
il, elle, on a
nous avons
vous avez
ils, elles ont 



voltooid deelwoord

er --> é

jouer (spelen) --> joué
acheter (kopen) --> acheté
danser (dansen) --> dansé

Slide 6 - Tekstslide

Kies de juiste vorm van de passé composé
Il .... tennis. (jouer)
A
a joué
B
as joué

Slide 7 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van de passé composé
Elles ... son frère. (appeler)
A
ont appelé
B
avons appelé

Slide 8 - Quizvraag

Vul zelf de juiste vorm in van de passé composé.
Léa ... le film. (aimer)

Slide 9 - Open vraag

Vul zelf de juiste vorm in van de passé composé.
Tu ... la série? (regarder)

Slide 10 - Open vraag

Onregelmatige vormen van het voltooid deelwoord

être: j'ai été, tu as été, etc. 
avoir: j'ai eu, tu as eu, etc.
prendre: j'ai pris, tu as pris, etc. 
faire: j'ai fait, tu as fait, etc.


vouloir: j'ai voulu, tu as voulu, etc.





ik ben geweest, jij bent geweest, etc.
ik heb gehad, jij hebt gehad
ik heb genomen, jij hebt genomen
ik heb gemaakt, jij hebt gemaakt, etc.  / ik heb gedaan, jij hebt gedaan, etc.

ik heb gewild, jij hebt gewild, etc. 

Slide 11 - Tekstslide

Kies de vorm met het juiste voltooid deelwoord (onregelmatig).
Je / J' .... un coca. (prendre)
A
ai prendré
B
ai pris

Slide 12 - Quizvraag

Kies de vorm met het juiste voltooid deelwoord (onregelmatig).
Vous .... très gentils! (être)
A
avez été
B
avons êtré

Slide 13 - Quizvraag

Vul zelf de juiste vorm in van de passé composé (onregelmatig).
Julie ... des problèmes. (avoir)

Slide 14 - Open vraag

Vul zelf de juiste vorm in van de passé composé (onregelmatig).
Il ... ses devoirs. (faire)

Slide 15 - Open vraag

Vous avez des questions?

Slide 16 - Open vraag

Gaat het lukken :) ?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll

?
Vous avez des questions?

Slide 18 - Tekstslide