V4 6-1-21 ethiek existentialisme

Wat is de belangrijkste stelling van het existentialisme?
1 / 22
volgende
Slide 1: Open vraag
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Wat is de belangrijkste stelling van het existentialisme?

Slide 1 - Open vraag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat is de belangrijkste stelling van het existentialisme?

Slide 4 - Open vraag

Wat is de rol van vrijheid in het existentialisme?

Slide 5 - Open vraag

Sartre zegt dat de mens veroordeeld is tot vrijheid. Wat bedoelt hij daarmee?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
we bespreken de begrippen: kwade trouw, facticiteit, onwaarachtigheid en relativisme.
Het doel is dat je aan het eind van deze les begrijpt wat Sartre met deze begrippen bedoelt.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Waarom weigert Sartre de nobelprijs en wat heeft dat met 'mauvaise foi' (kwade trouw) te maken?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Gedoemd tot vrijheid.

"Het existentialisme definieert de mens alleen met betrekking tot zijn handelen. Het zegt hem dat er geen hoop is buiten zijn handelen en dat de daad het enige is dat de mens doet leven. Eens mens begint met leven, ontwerpt zichzelf en buiten zijn leven is er niets. WIj zijn alleen, zonder excuses. Dat bedoel ik wanneer ik zeg dat de mens gedoemd is vrij te zijn."

Sartre (geparafreerd door Frank Meester,
p. 53 Oog in de Storm)
- facticiteit
(p. 54 Oog) gesitueerd. Bepaald. (Bv. Vrouw, geboren in de Achterhoek, wonend in Amersfoort)

- onwaarachtigheid
bv: omdat ik vrouw ben, kan ik geen professor worden.

- relativisme
(p. 55  Oog). Existentialisme is geen relativisme, want je moet kiezen. Je bent totaal verantwoordelijk voor elke keuze die je maakt.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Existentie gaat voor essentie
Op 26 augustus 2005 ben ik geboren. Op dat moment was ik eigenlijk nog niet echt iemand. Nou ja, ik had wel een lichaam, maar ik had nog geen idee wie ik was. Mijn ouders namen mij natuurlijk wel mee naar andere plekken en andere mensen, maar dit was niet mijn eigen beslissing. Naarmate ik ouder werd begon ik steeds meer zelf te doen en zelf te beslissen. Het begon allemaal klein met dingen zoals ‘wat wil ik op mijn boterham?’ Of ‘Met wie wil ik zandtaartjes bakken in de zandbak?’ Maar hoe ouder ik werd, hoe lastiger mijn beslissingen werden. ‘Naar welke middelbare school ga ik?’, ‘Ga ik door of stop ik met op een hoog niveau sporten?’. Al die keuzes hebben mij gemaakt tot wie ik nu ben. Maar wie wordt ik en wie wil ik zijn? Ik heb nog een heel leven voor me en in dat leven zal ik ongetwijfeld nog veel meer keuzes moeten maken. Groot of klein. En ook die keuzes zullen mij maken tot wie ik later ben.

Slide 17 - Tekstslide

‘ik kon niet anders’
Als iemand zegt dat hij katholiek is, en dat hij daarom op een bepaalde manier moet handelen, dat hij niet anders kan, wat zou daarop Sartre's reactie zijn?

    (Welk begrip gebruikt hij, leg dat begrip uit)

Slide 18 - Tekstslide

Als iemand zegt dat hij katholiek is, en dat hij daarom op een bepaalde manier moet handelen, dat hij niet anders kan, wat zou daarop Sartre's reactie zijn?

(Welk begrip gebruikt hij, leg dat begrip uit)

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Volgende week Nietzsche
Zie studiewijzer + Magister.
Lees voor woensdag de pagina's in Oog in de Storm, uit het hoofdstuk antropologie.

Slide 22 - Tekstslide