11A bespreking

tekstbespreking 11A
pak je tekstboek, schrift met vertaling en streeptekst erbij
- tijdens deze les heb je de gelegenheid je werk na te kijken
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

tekstbespreking 11A
pak je tekstboek, schrift met vertaling en streeptekst erbij
- tijdens deze les heb je de gelegenheid je werk na te kijken

Slide 1 - Tekstslide

r. 7
Postquam rogum conscendit,
kies de juiste vertaling
A
Nadat hij de brandstapel oprichtte
B
Nadat zij de brandstapel oprichtte
C
Nadat hij de brandstapel had opgericht
D
Nadat zij de brandstapel had opgericht

Slide 2 - Quizvraag

Welk onderdeel is in Latijn benoemd én op de afbeelding te zien?
A
vestes
B
gladium
C
effigiem
D
lectum

Slide 3 - Quizvraag

r. 8 Benoem de vorm: accipite
tijd, modus, getal

Slide 4 - Open vraag

r. 8 Inferi
welke naamval?
A
nominativus
B
genitivus
C
ablativus
D
vocativus

Slide 5 - Quizvraag

r. 9 Vixi et vitae cursum perfeci. Urbem et moenia urbis meae vidi.
- welke werkwoordstijden zie je
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
plusquamperfectum

Slide 6 - Quizvraag

r. 9 meae komt van meus = bezittelijk voornaamwoord 'mijn'
met welk woord congrueert het?
A
Urbem
B
moenia
C
urbis
D
vidi

Slide 7 - Quizvraag

NOM
GEN
DAT
ACC
urbem
moenia
urbis
felix
naves
Troianorum
oram

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is de functie van
r. 9 moenia urbis meae?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
bijvoeglijke bepaling
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de functie van
r. 10 Felix?
A
onderwerp
B
naamwoord
C
naamw.deel
D
bijwoord

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de functie van
r. 10 naves Troianorum?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
bijvoeglijke bepaling
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de functie van
r. 10 oram Africae?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
bijvoeglijke bepaling
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 12 - Quizvraag

r. 11 Ducem - stel dit woord zou in de dativus enkelvoud staan - hoe ziet deze er dan uit?
A
duco
B
duce
C
ducibus
D
duci

Slide 13 - Quizvraag

r. 11 navibus - stel dit woord zou in de genitivus enkelvoud staan - hoe ziet deze er dan uit?
A
navis
B
navi
C
navum
D
navae

Slide 14 - Quizvraag

Ducem Troianorum amavi, sed iste navibus effugit et me deseruit.
Wie is 'iste'?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

 ‘O inferi, hanc animam nunc accipite.

Vixi et vitae cursum perfeci. Urbem et moenia urbis meae vidi.

10 Felix fui, donec naves Troianorum ad oram Africae appulsae sunt.

Ducem Troianorum amavi, sed iste navibus effugit et me deseruit.

Slide 17 - Tekstslide

 ‘O inferi, hanc animam nunc accipite.

Vixi et vitae cursum perfeci. Urbem et moenia urbis meae vidi.

10 Felix fui, donec naves Troianorum ad oram Africae appulsae sunt.

Ducem Troianorum amavi, sed iste navibus effugit et me deseruit.

‘O goden (van de onderwereld), aanvaard nu deze ziel.




Slide 18 - Tekstslide

 ‘O inferi, hanc animam nunc accipite.

Vixi et vitae cursum perfeci. Urbem et moenia urbis meae vidi.

10 Felix fui, donec naves Troianorum ad oram Africae appulsae sunt.

Ducem Troianorum amavi, sed iste navibus effugit et me deseruit.

‘O goden (van de onderwereld), aanvaard nu deze ziel.
Ik heb geleefd en de loop van mijn leven voltooid. Ik heb mijn stad gezien en de muren van mijn stad.



Slide 19 - Tekstslide

 ‘O inferi, hanc animam nunc accipite.

Vixi et vitae cursum perfeci. Urbem et moenia urbis meae vidi.

10 Felix fui, donec naves Troianorum ad oram Africae appulsae sunt.

Ducem Troianorum amavi, sed iste navibus effugit et me deseruit.

‘O goden (van de onderwereld), aanvaard nu deze ziel.
Ik heb geleefd en de loop van mijn leven voltooid. Ik heb mijn stad gezien en de muren van mijn stad.
10 Ik ben gelukkig geweest, tot dat de schepen van de Trojanen op de kust van Afrika zijn geland.


Slide 20 - Tekstslide

 ‘O inferi, hanc animam nunc accipite.

Vixi et vitae cursum perfeci. Urbem et moenia urbis meae vidi.

10 Felix fui, donec naves Troianorum ad oram Africae appulsae sunt.

Ducem Troianorum amavi, sed iste navibus effugit et me deseruit.

‘O goden (van de onderwereld), aanvaard nu deze ziel.
Ik heb geleefd en de loop van mijn leven voltooid. Ik heb mijn stad gezien en de muren van mijn stad.
10 Ik ben gelukkig geweest, tot dat de schepen van de Trojanen op de kust van Afrika zijn geland.
Ik heb de leider van de Trojanen bemind, maar die man vluchtte met zijn schepen weg en liet me in de steek.

Slide 21 - Tekstslide

r.12 wat is de naamval en de functie van poena?
A
nom. ond
B
abl. bwb
C
acc. LV

Slide 22 - Quizvraag

r.12 per sidera iuro - ``waarom doet Dido dit?

Slide 23 - Open vraag

r.13 met welk woord congrueert 'mea'
A
sidera
B
ira
C
te
D
temper

Slide 24 - Quizvraag

onderwerp
bijwoordelijke bepaling
lijdend voorwerp
bijwoord
multa bella
ira mea
semper
te
Italia
filium
nepotes

Slide 25 - Sleepvraag

In Italia multa bella ét te ét filium ét nepotes manent!’
kies de juiste vertaling
A
jij en je zoon en je nakomelingen verwachten in Italië veel oorlogen
B
In Italië verwachten jij en je zoon en je nakomelingen
C
In Italië staan veel oorlogen jou en je zoon en je nakomelingen te wachten
D
Italië verwacht veel oorlogen voor jou en je zoon en je nakomelingen

Slide 26 - Quizvraag

Postquam his verbis Aeneam exsecrata est, pectus gladio transfixit.
Wat is/zijn de bijwoordelijke bepaling(-en)?
A
postquam - his verbis - exsecrata - gladio
B
his verbis - exsecrata - gladio
C
his verbis - gladio
D
gladio

Slide 27 - Quizvraag

Perfide, non sine poena me fefelleris! Per sidera iuro:
ira mea te semper persequetur, quocumque ibis.
In Italia multa bella ét te ét filium ét nepotes manent!’

15 Postquam his verbis Aeneam exsecrata est,
pectus gladio transfixit. Sic Dido regina vitam finivit.

Slide 28 - Tekstslide

Perfide, non sine poena me fefelleris! Per sidera iuro:
ira mea te semper persequetur, quocumque ibis.
In Italia multa bella ét te ét filium ét nepotes manent!’

15 Postquam his verbis Aeneam exsecrata est,
pectus gladio transfixit. Sic Dido regina vitam finivit.

Onbetrouwbare, niet zonder straf zul je mij bedriegen. Ik zweer bij de sterren: 



Slide 29 - Tekstslide

Perfide, non sine poena me fefelleris! Per sidera iuro:
ira mea te semper persequetur, quocumque ibis.
In Italia multa bella ét te ét filium ét nepotes manent!’

15 Postquam his verbis Aeneam exsecrata est,
pectus gladio transfixit. Sic Dido regina vitam finivit.

Onbetrouwbare, niet zonder straf zul je mij bedriegen. Ik zweer bij de sterren: mijn woede zal jou altijd volgen, waarheen jij ook gaat.



Slide 30 - Tekstslide

Perfide, non sine poena me fefelleris! Per sidera iuro:
ira mea te semper persequetur, quocumque ibis.
In Italia multa bella ét te ét filium ét nepotes manent!’

15 Postquam his verbis Aeneam exsecrata est,
pectus gladio transfixit. Sic Dido regina vitam finivit.

Onbetrouwbare, niet zonder straf zul je mij bedriegen. Ik zweer bij de sterren: mijn woede zal jou altijd volgen, waarheen jij ook gaat.
In Italië staan veel oorlogen én jou én je zoon én je nakomelingen te wachten!’


Slide 31 - Tekstslide

Perfide, non sine poena me fefelleris! Per sidera iuro:
ira mea te semper persequetur, quocumque ibis.
In Italia multa bella ét te ét filium ét nepotes manent!’

15 Postquam his verbis Aeneam exsecrata est,
pectus gladio transfixit. Sic Dido regina vitam finivit.

Onbetrouwbare, niet zonder straf zul je mij bedriegen. Ik zweer bij de sterren: mijn woede zal jou altijd volgen, waarheen jij ook gaat.
In Italië staan veel oorlogen én jou én je zoon én je nakomelingen te wachten!’
15 Nadat ze met deze woorden Aeneas had vervloekt, doorboorde ze haar borst met het zwaard. Zo beëindigde koningin Dido haar leven.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide