Spelling, les 11, cijfers en getallen uitschrijven

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Cijfers en getallen
Cijfers voluit schrijven.

Uitzonderingen:
  • Bij maten, gewichten, procenten en snelheden zijn cijfers overzichtelijker. 
  • Grote, ingewikkelde cijfers, schrijf je in cijfers. 

Slide 4 - Tekstslide

Opschrijven van tekens
€ , % , cm, kg schrijf je in zinnen voluit!

  • 80 kilometer per uur
  • 50 procent van de bevolking

Slide 5 - Tekstslide

De afgeprijsde televisie kost nu 299/tweehonderdnegenennegentig euro

Slide 6 - Open vraag

Maar 13/dertien procent van de mensen was tevreden over de cursus.

Slide 7 - Open vraag

Apostrof

Slide 8 - Tekstslide

Bezitsvorm
Je schrijft altijd de -S- vast aan het ZNW, behalve:

  • Als het ZNW eindigt op een klinker (a, i, o, u of y), dan schrijf je een apostrof ' voor de S   ('S)  oma's fiets   /   Cindy's auto

  • Als het ZNW eindigt op een sisklank, dan schrijf je alleen de apostrof;  Morris' tas     Beatrix' kapsel

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide