P2 Week 6

• Engels
• MBO
• Studiejaar 2

Today

Work on unit 12 (vocabulary)

Writing assignment Teams

Bijvoeglijke naamwoorden

Vocabulary gaat (weer) over bijvoeglijke naamwoorden.

Bijvoeglijk naamwoorden geven informatie over zelfstandige naamwoorden

A big car.

A comfortable chair.

Vocabulary p113

Je kunt de woordenlijst in Teams gebruiken bij deze zinnen

• A:translate the words&think of  word to match it with
  Example: comfortable = comfortabel - A comfortable chair.
• B: voorvoegsels (net als in het vorige hoofdstuk). Moet er im/un/in om het tegenovergestelde van de woorden van A te maken.
• C: Vul de woorden in op de juiste plek
• F: match 1 t/m 6 met A t/m H

Writing assignment product

Go to teams - opdrachten

Engels week 6 writing assignment product.

Hand in before next lesson.

Aim: oefenen met zelfstandige naamwoorden

Week 6 zelfstudie

Wegens examinering van de 3e jaars moeten jullie deze stof zelfstandig door. Noteer je vragen, zodat ik die de eerstvolgende les kan beantwoorden.

Antwoorden van unit 10&11 staan in Teams - kanaal Engels - bestanden

Check language review U11 p108

A

1. If you pay in dollars, we would deliver next week.

2.  If I would have his number, I would phone him.

3.  If the goods will arrive tomorrow, I'll collect them.

4. If the cars would be more reliable, more people would buy them.

Reading P 115

Do assignment C

Read the text and decide whether the statements are true or false.

un

in

im

Kies het juiste voorvoegsel om de tegenstelling te maken

un

in

im

attractive

comfortable

economical

efficient

expensive

fashionable

healthy

popular

practical

pure

safe

reliable

un	in	im
unattractive uncomfortable uneconomical unfashionable unhealthy unpopular unreliable unsafe	ineffecient inexpensive	impractical impure

Vocabulary B p 113

Language review p116 Passives 1

Elke zin heeft een onderwerp.

Meestal is dat degene die iets doet. Dat is dan een actieve zin.

Voorbeeld: Hij loopt naar school.

In een passieve zin doet het onderwerp niet zelf iets. Er wordt iets mee gedaan, hij ondergaat iets of er overkomt hem iets. 

Language review p116 Passives 2

In het Nederlands heet deze passieve vorm de lijdende vorm. Dat iemand lijdt is in het 1e voorbeeld duidelijk, maar dat hoeft natuurlijk niet per se. Kijk maar naar het 2e en 3e voorbeeld.

De hond werd aangereden.

De auto werd gerepareerd.

Die ring is gemaakt van zilver.

Language review p116 Passives 3

In het Engels gebruik je een vorm van to be+voltooid deelwoord

The dog was hit by a car.

The car was repaired.

Voltooid deelwoord: werkwoord + ed of 3e vorm
walk wordt walked
go- went - gone

Language review p116 Passives 4

• Vaak is het in dit soort zinnen niet belangrijk wie iets doet.
• Het wordt vaak gebruikt om processen en procedures te beschrijven.
• Als je wel wilt zeggen wie het heeft gedaan gebruik je het woord by: The dog was hit by my grandmother.

Opdrachten: P116 language review BC

Homework

Finish: p 113 vocabulary ABCF

p 115 reading C

p116 language review BC

Study: P113 ABCF

P116 language review

P117 Useful language

Deadline portfolio 1,2,3: 24 December 2021