Nederlands KP Week 6

Spreekwoorden, gezegden en vaste uitdrukkingen 



1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Spreekwoorden, gezegden en vaste uitdrukkingen 



Slide 1 - Tekstslide

Beoordeling Examen Schrijven
Hij kiest woorden en idiomatische uitdrukkingen (bijv. rode draad, met hart en ziel, de wind van voren krijgen, de laatste
loodjes wegen het zwaarst) die passend zijn voor de situatie
altijd correct.

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg 
Spreekwoord: een korte, krachtige uitspraak in de tegenwoordige tijd  die een wijsheid of een morele opvatting weergeeft. Woorden blijven hetzelfde: 

'De appel valt niet ver van de boom.'

Gezegde: een zinsdeel (zonder werkwoord) zonder wijsheid maar met een figuurlijke betekenis:
'Met hart en ziel.'

Vaste uitdrukking:  een zin (met werkwoord) zonder wijsheid maar met een figuurlijke betekenis: 
'Met de Noorderzon vertrekken.'

Slide 3 - Tekstslide

Dat is lood om oud ijzer.
A
De vraag waar alles om draait
B
Niet meer uitgeven dan je kunt besteden
C
Dat komt op hetzelfde neer
D
Op het nippertje ontsnappen

Slide 4 - Quizvraag

De stoute schoenen aantrekken.
A
Aan iets moeilijks durven beginnen.
B
Niet meer uitgeven dan je kunt besteden.
C
Goed op de hoogte zijn van nieuwe ontwikkelingen.
D
Iemand ergens van overtuigen.

Slide 5 - Quizvraag

De kat op het spek binden.
A
Iemand meer vrijheid geven.
B
Iemand te vlug af zijn.
C
Iemand zelf laten bepalen wat hij doet.
D
Iemand in verleiding brengen.

Slide 6 - Quizvraag

Je moet het ijzer smeden als het heet is.
A
Je moet een gunstige gelegenheid nooit voorbij laten gaan om ervan te profiteren.
B
Jezelf een weg terug onmogelijk maken.
C
Je moet doen waar je goed in bent.
D
Je problemen delen met mensen die er niets mee te maken hebben.

Slide 7 - Quizvraag

Het onderspit delven.

Slide 8 - Open vraag

Van dik hout zaagt men planken.

Slide 9 - Open vraag

Het paard achter de wagen spannen.

Slide 10 - Open vraag