Het koppelteken

Het koppelteken.
Het koppelteken schrijf je bij samenstellingen met een klinkerbotsing, aardrijkskundige namen en afkortingen.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Het koppelteken.
Het koppelteken schrijf je bij samenstellingen met een klinkerbotsing, aardrijkskundige namen en afkortingen.

Slide 1 - Tekstslide

Bij welk woord hoort geen koppelteken?
A
zee-egel
B
woon-werkverkeer
C
bruto-winst
D
hotel-restaurant

Slide 2 - Quizvraag

wel of geen koppelteken
A
minimuminkomen
B
minimum-inkomen

Slide 3 - Quizvraag

radioantenne
koffieautomaat
oudcollega 
WEL koppelteken
GEEN koppelteken
tvgids

Slide 4 - Sleepvraag

wel of geen koppelteken
A
auto onderdelen
B
auto-onderdelen

Slide 5 - Quizvraag

wel of geen koppelteken
A
stage uren
B
stage-uren

Slide 6 - Quizvraag

wel of geen koppelteken
A
cv-ketel
B
cv ketel

Slide 7 - Quizvraag

wel of geen koppelteken
A
A4 formaat
B
A4-formaat

Slide 8 - Quizvraag

wel of geen koppelteken
A
dvd collectie
B
dvd-collectie

Slide 9 - Quizvraag

wel of geen koppelteken?
A
minimuminkomen
B
minimum-inkomen

Slide 10 - Quizvraag

Bij welk woord hoort geen koppelteken?
A
samenwerkings-opdracht
B
Rooms-Katholiek
C
Zuid-Holland
D
zwart-wit

Slide 11 - Quizvraag

wel of geen koppelteken
A
ex premier
B
ex-premier

Slide 12 - Quizvraag

Welke samenstelling moet je met een koppelteken schrijven?
A
leerling timmerman
B
stop teken
C
fiets bel
D
honden riem

Slide 13 - Quizvraag