In deze les zitten 130 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 210 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Feedforward (1)
Je kunt op beeldmateriaal van een oog de macro- en microscopisch waarneembare delen aanduiden en benoemen.
Je kunt uitleggen hoe ogen kunnen bewegen.
Je kunt uitleggen hoe ogen in ons lichaam worden beschermd en welke lichaamsdelen hiervoor dienen.
Je kunt uitleggen wat het nut is van het vergroten en verkleinen van de pupil.
Je kunt de functie van de irisspieren uitleggen.
Je kunt de irisspieren aanduiden op een figuur en benoemen.
Je kunt uitleggen hoe ogen vochtig blijven.
Je kunt uitleggen hoe een aantal oogafwijkingen kunnen ontstaan en kunnen worden vermeden.
Je kunt uitleggen hoe de beeldvorming gebeurt door een bolle lens, zoals de ooglens.
Je kunt uitleggen wat accommodatie is en hoe de accommodatie bij ons oog werkt.
Je kunt een omschrijving geven van en oorzaken en oplossingen geven voor myopie, hypermetropie en presbyopie.
Slide 2 - Tekstslide
Feedforward (2)
Je kunt de verschillende lagen van het netvlies op een figuur of foto aanduiden en benoemen.
Je kunt uitleggen hoe je met staafjes verschillende grijswaarden kan zien en met kegeltjes kleuren.
Je kunt uitleggen wat (positieve en negatieve) nawerking van het oog is en wat de oorzaak daarvan is. (practicum)
De oorzaak van (roodgroen)kleurenblindheid, cataract, glaucoom uitleggen. (zie oefening BW)
Je kan uitleggen dat de verwerking van lichtprikkels een proces is dat in de hersenen tot stand komt (vb. aan de hand van optische illusies. Zie practicum.)
Je kunt uitleggen dat beelden door onze hersenen gecorrigeerd worden. (practicum)
Je kunt uitleggen wat gezichtsbedrog is en bij verschillende voorbeelden aangeven hoe het ontstaat. (practicum)
Slide 3 - Tekstslide
INLEIDING - VOORKENNIS
Slide 4 - Tekstslide
Meten is weten!
Gebruik steeds, indien mogelijk, metingen om je antwoord te staven. Wanneer het niet mogelijk is, maak dan een realistische schatting.
2.2 Bouw van het oog
Slide 5 - Tekstslide
2.2 Bouw van het oog
Slide 6 - Tekstslide
www.bookwidgets.com
Slide 7 - Link
Bouw van het oog: beschermende delen
- oogkas
- vetkussen
- wenkbrauw
- wimpers
- bovenste ooglid
- iris
1
Wenkbrauwen: door de schuin ingeplante haren vloeit zweet, water en zeep zijdelings af.
2
Wimpers: beschermen het oog tegen stofdeeltjes, vochtdruppeltjes en schuin invallend zonlicht.
3
Bovenste ooglid: kan dichtklappen bij naderend gevaar of bij te fel licht. Dit noemen we de lidslagreflex. Een speciale huidspier - de ooglidopheffer - ontspant zich om het oog te sluiten. Dankzij de lidslagreflex wordt er regelmatig traanvocht verdeeld over de gehele oogbol, zodat de ogen vochtig en proper blijven.
4
Iris:kringspiertjes trekken samen wanneer de lichtinval sterker wordt, dan wordt de pupil - het gat in de iris - kleiner om zo ervoor te zorgen dat fel licht geen beschadiging veroorzaakt. (De lengtespiertjes maken de iris dan weer kleiner, zodat de pupil groter wordt als de lichtsterkte vermindert.)
Een andere benaming voor iris is regenboogvlies. Naarmate er meer pigment in de bloedvaten voorkomen, is de iris donkerder gekleurd (van blauw tot bruin.)
Wanneer mensen geen pigment hebben, spreken we over albinisme en is de iris rood (kleur van de bloedvaten.)
Een zeldzame aandoening is aniridia.
2.2 Bouw van het oog
Slide 8 - Tekstslide
2.2 Bouw van het oog
Slide 9 - Tekstslide
2.2 Bouw van het oog
Slide 10 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.1 op de figuur? (geen lidwoord, WEL meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 11 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 12 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.2 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 13 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 14 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.3 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 15 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 16 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.4 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 17 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 18 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.5 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 19 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 20 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.6 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 21 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 22 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.7 op de figuur? (geen lidwoord, WEL meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 23 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 24 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.8 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 25 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 26 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.9 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 27 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 28 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.10+11 op de figuur? (geen lidwoord, WEL meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 29 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 30 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.12 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 31 - Open vraag
Hoe goed zien wij?
2.4 Hoe goed zien wij?
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Video
www.bioplek.org
Slide 34 - Link
Slide 35 - Video
2.2 Bouw van het oog
Slide 36 - Tekstslide
2.2 Bouw van het oog
Slide 37 - Tekstslide
Pigmentatie iris
Albinisme: het ontbreken van melanine (pigment)
2.2 Bouw van het oog
Slide 38 - Tekstslide
'Aniridia' betekent 'geen iris'
Mensen die lijden aan aniridia zijn zo goed als blind
2.2 Bouw van het oog
Slide 39 - Tekstslide
2.2 Bouw van het oog
Slide 40 - Tekstslide
2.2 Bouw van het oog
Slide 41 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.1 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 42 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 43 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.2 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 44 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 45 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.3 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 46 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 47 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.4 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 48 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 49 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.5 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 50 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 51 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.6 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 52 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 53 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.7 op de figuur? (geen lidwoord, WEL meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 54 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 55 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.8 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 56 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 57 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.9 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 58 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 59 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.10 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 60 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 61 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.11 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 62 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 63 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.12 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 64 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 65 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.13 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 66 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 67 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.14 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 68 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 69 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.15 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 70 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 71 - Tekstslide
Welk deel van het oog wordt aangegeven met nr.16 op de figuur? (geen lidwoord, geen meervoud, zo exact mogelijk)
2.2 Bouw van het oog
Slide 72 - Open vraag
2.2 Bouw van het oog
Slide 73 - Tekstslide
2.2 Bouw van het oog
Slide 74 - Tekstslide
Lui oog
Strabisme
2.2 Bouw van het oog
Slide 75 - Tekstslide
Slide 76 - Video
www.bookwidgets.com
Slide 77 - Link
oogafwijkingen: zie later
2.2 Bouw van het oog
Slide 78 - Tekstslide
Beeldvorming in het oog
Camera obscura
Lat/potlood in beker water
Muntstuk onder beker water
Evenwijdige lichtbundel door bolle lenzen
Optische bank
Anekdote omkeerbril
2.3 Beeldvorming in het oog
Slide 79 - Tekstslide
Slide 80 - Video
2.3 Beeldvorming in het oog
Slide 81 - Tekstslide
2.3 Beeldvorming in het oog
Slide 82 - Tekstslide
2.3 Beeldvorming in het oog
Slide 83 - Tekstslide
2.3 Beeldvorming in het oog
Slide 84 - Tekstslide
2.3 Beeldvorming in het oog
Slide 85 - Tekstslide
Slide 86 - Video
2.3 Beeldvorming in het oog
Slide 87 - Tekstslide
Beeld myopie
Oorzaken myopie
2.3 Beeldvorming in het oog
Slide 88 - Tekstslide
Beeld hypermetropie
Oorzaken hypermetropie
2.3 Beeldvorming in het oog
Slide 89 - Tekstslide
quizlet.com
Slide 90 - Link
Bouw en werking van het netvlies
vaatvlies situeren
paarse - donkerrode staafjes: 120000000
lichtgele kegeltjes: 5000000
2.5 Werking van het netvlies
Slide 91 - Tekstslide
Bovenaanzicht retina
2.5 Werking van het netvlies
Slide 92 - Tekstslide
Welke kleur hebben de staafjes in het echt?
2.5 Werking van het netvlies
A
paars tot donkerrood
B
lichtgeel tot wit
C
donkergeel tot oranje
D
rood
Slide 93 - Quizvraag
Welke kleur hebben de kegeltjes in het echt?
2.5 Werking van het netvlies
A
paars tot donkerrood
B
lichtgeel tot wit
C
donkergeel tot oranje
D
rood
Slide 94 - Quizvraag
Vanwaar komt de gele kleur van de 'gele vlek'?
2.5 Werking van het netvlies
Slide 95 - Open vraag
2.5 Werking van het netvlies
Slide 96 - Tekstslide
Het licht moet opgevangen worden door de staafjes en de kegeltjes.
2.5 Werking van het netvlies
2.5 Werking van het netvlies
A
Waar
B
Onwaar
Slide 97 - Quizvraag
Het licht moet opgevangen worden door de staafjes en de kegeltjes, maar valt dus eerst doorheen twee zenuwcellagen.
2.5 Werking van het netvlies
A
Waar
B
Onwaar
Slide 98 - Quizvraag
2.5 Werking van het netvlies
Slide 99 - Tekstslide
bovenaanzicht netvlies - verdeling fotoreceptoren
verdeling fotoreceptoren - grafisch
2.5 Werking van het netvlies
Slide 100 - Tekstslide
Wat wordt voorgesteld door nummer 1 op de linkerfiguur?
2.5 Werking van het netvlies
Slide 101 - Open vraag
bovenaanzicht netvlies - verdeling fotoreceptoren
verdeling fotoreceptoren - grafisch
2.5 Werking van het netvlies
Slide 102 - Tekstslide
Wat wordt voorgesteld door nummer 2 op de linkerfiguur?
2.5 Werking van het netvlies
Slide 103 - Open vraag
2.5 Werking van het netvlies
Slide 104 - Tekstslide
2.5 Werking van het netvlies
Slide 105 - Tekstslide
33% van de kegeltjes is gevoelig voor groen licht, hoeveel van zulke kegeltjes hebben we?
2.5 Werking van het netvlies
2.5 Werking van het netvlies
2.5 Werking van het netvlies
A
170
B
39,6 miljoen
C
3.97 miljoen
D
1.7miljoen
Slide 106 - Quizvraag
2% van de kegeltjes is gevoelig voor blauw licht, hoeveel van zulke kegeltjes hebben we?