Anatomie zenuwstelsel vp

Welkom!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Planning
- Sensorische, motorische en schakelcellen.
- Centrale zenuwstelsel en perifere zenuwstelsel.
- Orthosympatische en parasympatische zenuwstelsel.



Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen;
- Wat zijn zenuwcellen en waar dienen ze voor?
- Verschillen czs en pzs? 
- Functies orthosympatische- en parasympatische
zenuwstelsel.

Slide 3 - Tekstslide

Opbouw zenuwstelsel
- Onderverdeeld in Centrale zenuwstelsel (CZS) en perifere zenuwstelsel (PZS)
- Centraal: hersenen en ruggenmerg
- Perifeer: alle zenuwen buiten het centrale zenuwstelsel. 

Slide 4 - Tekstslide

Centrale zenuwstelsel
Het CZS wordt in vier hoofdgebieden verdeeld:
1) de grote hersenen;
2) de kleine hersenen;
3) de hersenstam en
4) het ruggenmerg.
Het zenuwweefsel van het CZS kan worden verdeeld in grijze stof (verwerkt informatie)
en witte stof (communicatie zenuwcellen).
In de grote hersenen ligt de grijze stof als een schil over de witte stof heen.
- Het CSZ wordt beschermd door het skelet.
Dit vormt zo de buitenste laag van je hersenen. Deze laag heet de hersenschors (cerebrale cortex). 

Slide 5 - Tekstslide

Perifere zenuwstelsel
  • Zenuwen ; deel van je perifere zenuwstelsel
  • Het perifere zenuwstelsel bestaat uit een bundel van zenuwcellen.
  • Systeem dat spieren aanstuurt en zintuigelijke prikkels verwerkt.
  • De zenuwcellen zijn in staat om impulsen naar lichaamscellen te leiden en ze ook onderling uit te wisselen. De verbinding tussen de twee zenuwcellen mbv. neurotransmitters; synaptischespleet.
  • De impulsen, dus eigenlijk signalen worden overgedragen door neurotransmitters (informatie).

Slide 6 - Tekstslide

3 soorten zenuwcellen in PZC
1) Sensorisch: geleidt prikkel van zintuig; bijvoorbeeld je ziet iets -> centraal zenuwstelsel. Kan ook intern (bloeddruk)
2) Schakelcel: ligt in je centrale zenuwstelsel (bepaald wat er gebeurd, bijv: ga je zwaaien of niet) verbinden sensorische zenuwen met motorische zenuwen en de hersenen.
3) Motorisch: prikkel gaat van centrale zenuwstelsel naar spier/klier. Willekeurig (bijvoorbeeld je gaat zwaaien) of onwillekeurig (hartslag)

Slide 7 - Tekstslide

Neuron/ zenuwcel
Neuronen vind je in grote aantallen in je hersenen en ruggenmerg. Neuronen hebben twee uiteinden namelijk axon en dendriet. Dendrieten zijn de vertakkingen rondom de celkern. Dendrieten geven prikkels door aan de celkern, terwijl axonen juist prikkels van de celkern af geleiden. 


Slide 8 - Tekstslide

Zenuwcellen
Iemand ziet bijvoorbeeld met de ogen
gevaar verschijnen en kan door aansturen van
de spieren vluchten. Dit ontstaat door de
samenwerking van sensorisch en motorische
zenuwcellen.
En bij een kokende waterketel?

Signaal binnen oog -> ruggenmerg -> hersenen verwerken informatie -> ruggenmerg -> motorische zenuwcellen -> doelorgaan

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Reflex

Wat zou er anders gaan tijdens een reflex?
Bijv. een kokende waterketel voel je aan.. welke zenuwcellen?

Slide 11 - Tekstslide

Reflex
Reflex is een onbewuste beweging. De impuls in je ruggenmerg wordt direct overgedragen naar een bewegingszenuw. Normaal gaat een impuls naar je hersenen, maar tijdens een reflex niet. Denk aan kokend water, als dat op je arm valt bijvoorbeeld, trek je het heel snel weg en daarna besef je dat je het weg hebt getrokken.

Slide 12 - Tekstslide

Autonome zenuwstelsel
Staat niet onder invloed van de wil en regelt onbewuste functies; spijsvertering, ademhaling, coördinatie inwendige organen.

Orthosympathische zenuwstelsel; je komt in beweging, versnelling hartslag en ademhaling. (maakt lichaam geschikt voor actie)

Parasympathische zenuwstelsel;  Actief in veilige situaties, je bent in rust (liggen) -> rustiger hartslag en ademhaling. 

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Maak een overzicht met de anatomische indeling en de functionele indeling van het zenuwstelsel. Met behulp van het filmpje. Kijk vervolgens je opdracht na met behulp van de volgende dia.

Slide 14 - Tekstslide

Herhalend;
- Animale zenuwstelsel (wandelen, spreken, denken) ; CZS en PZS

- Autonome zenuwstelsel (bloed, ademhaling); orthosympatisch zenuwstelsel en parasympatisch zenuwstelsel.

- Eind

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Multiple sclerose (MS)
Chronische aandoening aan het centrale zenuwstelsel. 
-> Zenuwcellen verbonden via zenuwuitlopers (isolerende laag, myeline)
-> Ontstekingen - beschadigen myeline; MS
-> Hersenprikkels en signalen gaan niet meer goed naar bijv. armen
-> Moeite met bewegen 
Dit betekent dat je hersenen prikkels en signalen niet goed meer kunnen verzenden naar bijvoorbeeld je armen.

Slide 17 - Tekstslide

Samenvattend MS

https://www.youtube.com/watch?v=_gObF52zP3o 

Slide 18 - Tekstslide