Bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7,8

bijvoegelijk gebruikt voltooid deelwoord

Nederlands 

ww spelling

Lesverloop

• lezen
• terugblik vorige lessen (tt, vt en vd)
• uitleg + samen oefenen
• Kahoot!
• aan het werk

Doel

Je kunt maken en herkennen:

• bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord
• gebiedende wijs
• tegenwoordig deelwoord

Bijv. gebr. volt. dw

1. Je gebruikt het voltooid deelwoord bijvoeglijk.
2. Bij volt. deelwoorden die eindigen op een -t of -d, komt er vaak een e achter.
3. Bij volt. deelwoorden die eindigen op -en hoef je niks te doen en kun je zo overnemen.
4. Je schrijft het zo kort mogelijk. Dus geen dubbele letters.

Maken-> gemaakt = t dus een e erachter

  Het gemaakte huiswerk was te laat ingeleverd.

schillen-> geschild = d dus een e erachter

De geschilde aardappel lag in de pan.

lopen -> gelopen = en dus je doet niets

De gelopen route was erg lang.

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(stranden) De ............ reiziger

1. Gestrandde
2. strandende
3. gestranden
4. gestrande

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(redden) De ...... zwemmer

1. redde
2. geredde
3. gerede
4. verredde

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(maaien) Het ............... gras

1. vermaaide
2. gemaaidde
3. gemaaide
4. gemaaiden

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(vluchten) De ............... dief

1. gevluchte
2. gevluchtte
3. gevluchten
4. gevluchtten

Vul het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord in:
(verzinnen) Het ............ verhaal

1. verzonnen
2. verzonne
3. verzonde
4. verzonden

Gebiedende wijs

• =bevel
• ik-vorm van werkwoord zonder ik: Loop daarheen!
• Geen onderwerp bij gebiedende wijs! (denk 'jij' erachter

Gebiedende wijs

1. Bindt dit touw vast!
2. Bint dit touw vast!
3. Bintd dit touw vast!
4. Bind dit touw vast!

Gebiedende wijs 

... daarmee op!

1. Hout
2. Houd
3. Hou
4. Houdt

(Zijn, gebiedende wijs) stil!

1. Ben
2. Is
3. Was
4. Wees

Gebiedende wijs

1. Wordt niet boos!
2. Wort niet boos!
3. Wor niet boos!
4. Word niet boos!

Tegenwoordig deelwoord

Een tegenwoordig deelwoord geeft een handeling aan die nog niet voltooid ( klaar is).

Het zegt iets wat iemand doet.

Je schrijft het tegenwoordig deelwoord: 

• infinitief ( hele werkwoord ) + d
• bijvoorbeeld: etend, lachend

......(hijgen) rende ze naar haar oma toe.

.......(huilen) deed hij het verhaal richting zijn ouders.

.......(lachen) vertelde Thomas de mop.