par5

H2 Landschapszones op aarde
Paragraaf 5: Bewoonbare aarde
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2 Landschapszones op aarde
Paragraaf 5: Bewoonbare aarde

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Begin aan paragraaf 5
Vragen vorige paragraaf
Opdrachten paragraaf 5
Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les kan je:
  • 4 verschillende klimaten opnoemen
  • de definitie van de begrippen Weer & Klimaat geven
  • een klimaatdiagram aflezen en herkennen
  • een landschapzone koppelen aan een klimaat

Slide 3 - Tekstslide

Wat verstaan we onder weer en klimaat?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Weer en klimaat
Weer
  • elke dag anders

Klimaat:
  • gemiddelde weer over een lange periode
  • bijvoorbeeld 30-40 jaar

Slide 6 - Tekstslide

Klimaatdiagram
  • Een overzicht van gemiddelde temperatuur en neerslag in een gebied

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Landschapszones
  • Er zijn veel verschillend landschapszones op de wereld
  • Deze worden gekenmerkt door vegetatie (plantengroei)
  • Vegetatie is afhankelijk van neerslag, temperatuur en wind
  • Het klimaat (gemiddelde weer over langere tijd) bepaalt de vegetatie in een gebied

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Hoe herken je landschapszones?

Slide 11 - Tekstslide

Tropisch klimaat (A)
  • Het hele jaar warm; nooit kouder dan gemiddeld 18 graden
  • Veel neerslag, soms een deel van het jaar droog
  • Vegetatie: heel veel grassen, struiken en bomen (dicht begroeid)

Slide 12 - Tekstslide

Droog klimaat (B)
  • Soms erg heet, soms minder warm
  • Geen of bijna geen neerslag te vinden
  • Vegetatie daarom ook zeer weinig

Slide 13 - Tekstslide

Gematigd klimaat (C)
Zoals de naam zegt: gematigd;
  • tussen koud en warm in 
  • Het hele jaar of een deel van het jaar neerslag
  • Vegetatie: er kan van alles groeien, vooral loofbomen te vinden

Slide 14 - Tekstslide

Landklimaat (D)
Extreme verschillen tussen zomer en winter
Neerslag kan het hele jaar door of een deel van het jaar
Vegetatie: naaldbomen, vegetatie dat kan groeien in hoge of lage temperaturen

Slide 15 - Tekstslide

Poolklimaat (E)
Het hele jaar koud; in de zomer niet warmer dan 10 graden gem.
Weinig neerslag, meestal is het sneeuw
Weinig vegetatie: zomer's weleens grasjes of mossen

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Bevolkingsspreiding
Dunbevolkt zijn de volgende gebieden:
  • teveel hoogteverschil (reliëf)
  • klimaat te warm
  • klimaat te koud
  • klimaat te droog

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

In het kort:
  • Weer en Klimaat gaan hand in hand
  • Landschapszones kan je herkennen aan vegetatie/neerslag/temperatuur
  • Bevolkingsspreiding is ongelijk verdeeld (in bijv China)
  • Bevolkingsconcentraties wegens klimaat

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk
  • Maak opdracht 1 t/m 6 van paragraaf 5 werkboek
  • Oefentoets?
  • Ben je klaar? Kijk wat je nog kan beantwoorden in vorige paragrafen/maak een samenvatting

Slide 25 - Tekstslide

Afsluitend
Je kan:
  • 4 verschillende klimaten opnoemen
  • de definitie van de begrippen Weer & Klimaat geven
  • een klimaatdiagram aflezen en herkennen
  • een landschapzone koppelen aan een klimaat

Volgende keer: samenvatten/oefentoets?/begrippenlijst

Slide 26 - Tekstslide