22. De Nederlandse Opstand

22. De Nederlandse Opstand
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

22. De Nederlandse Opstand

Slide 1 - Tekstslide

Opdrachten
-Uitwerken leerdoelen KA 22.
-Bekijk en maak LessonUp 22.
-Lees boek + maak opdr. 29 tm 33.
-Maak de opdrachten uit de formatieve toets ‘Tijdvak 5, deel 2’.
-Maak examentraining in werkboek: opgave 2, 3 & 6.
-Extra oefenen: eindexamensite.nl


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Leerdoelen
25. Hoe ziet ons land, de Nederlanden, eruit 16e eeuw? (gebieden-bestuur-religie)
26. Karel V is koning van Spanje, keizer van het Duitse Rijk en ook landsheer van de Nederlanden. Hij wilde meer controle krijgen over de 17 gewesten door een centraal bestuur vanuit Brussel. Uit welke 4 belangrijke onderdelen bestond deze centralisatie?
27. In 1555 wordt Karel V opgevolgd door zijn zoon, Filips II. Deze zet zijn centralisatiebeleid voort. Filips woont vooral in Spanje. Hij regeert de Nederlanden via een landvoogdes. Waarom kwam er steeds meer ontevredenheid in de Nederlanden over het beleid van FIlips II?
28. Hoe ontstond de Nederlandse Opstand? Hieronder vind je 3 belangrijke stappen op weg naar het ontstaan van die opstand. Leg telkens kort uit wat er gebeurde en hoe de ene stap leidde tot de volgende stap.
a. Indienen van een smeekschrift (1566)
b. Beeldenstorm (1566)
c. Komst van Alva (1567)
d. Ontstaan van Nederlandse Opstand (1568-1648)
29. In eerste instantie is de Nederlandse Opstand vooral gericht tegen Alva. Later richt de kritiek zich op Filips II. Waarom zwoeren de opstandeling Filips II af als landsheer?
30. Beschrijf hoe in 1588 de Republiek der Verenigde Nederlanden ontstond (een land dus zonder koning of landheer).

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wie zou er waarschijnlijk eens zijn geweest met de Nederlandse opstand?
A
Luther
B
Calvijn

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een andere naam voor de Nederlandse Opstand?
A
Negentigjarige Oorlog
B
Zeventigjarige Oorlog
C
Tachtigjarige Oorlog
D
Zestigjarige Oorlog

Slide 17 - Quizvraag

Wat is geen oorzaak van de Nederlandse opstand?
A
Nederlandse burgers willen stemrecht.
B
Er is honger in de Nederlanden.
C
De adel heeft minder macht.
D
Ketter vervolgingen.

Slide 18 - Quizvraag

Wie volgde Karel V op?
A
Margaretha van Parma
B
Calvijn
C
Fillips II
D
Francis de V

Slide 19 - Quizvraag

Is Karel V voor of tegen centralisatie?
A
Voor
B
Tegen

Slide 20 - Quizvraag

Sleep de gebeurtenis naar het juiste jaartal!
1566
1568
1572
1581
1588
Begin van de opstand
De Beeldenstorm
Filips wordt afgezet als vorst
De noordelijke gewesten roepen de Republiek uit
Inname van Den Briel

Slide 21 - Sleepvraag

Slide 22 - Tekstslide

Op het plaatje zie je een....
A
republiek
B
monarchie
C
koninkrijk
D
dictatuur

Slide 23 - Quizvraag

De Opstand begon in
A
1566 met de Beeldenstorm
B
1600 met de slag bij Nieuwpoort
C
1572 met de verovering van Den Briel
D
1568 met de slag bij Heiligerlee

Slide 24 - Quizvraag

Welke protestantse leider had het meeste succes in de Nederlanden?
A
Calvijn, want volgens hem was de vorst belangrijk.
B
Calvijn, want het volk mocht in opstand komen tegen vorst.
C
Luther, want volgens hem was de vorst belangrijk.
D
Luther, want het volk mocht in opstand komen tegen vorst.

Slide 25 - Quizvraag

Het aanbieden van het smeekschrift is een onderdeel van ...
A
de politieke oorzaken van de Opstand
B
de economische oorzaken van de Opstand
C
de godsdienstige oorzaken van de Opstand
D
de directe aanleiding van de Opstand

Slide 26 - Quizvraag

De Republiek werd uitgeroepen in
A
1581
B
1576
C
1578
D
1588

Slide 27 - Quizvraag

Wat is geen oorzaak van de Nederlandse opstand?
A
Nederlandse burgers willen stemrecht.
B
Er is honger in de Nederlanden.
C
De adel heeft minder macht.
D
Ketter vervolgingen.

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de beeldenstorm?
A
Het vernielen van beelden en kostbaarheden van de katholieke kerk.
B
Het vernielen van beelden en kostbaarheden van de protestante kerk.
C
Het neerzetten van velen beelden in de katholieke kerk.
D
Een storm die alles verwoestte in de Nederlanden.

Slide 29 - Quizvraag

OEFENEN MET EXAMENVRAGEN

Slide 30 - Tekstslide

In de zestiende eeuw kregen de ideeën van Calvijn in de Nederlandse gewesten meer aanhang dan de ideeën van Luther.
3p Geef aan:
-welke opvatting Luther had over gehoorzaamheid aan de overheid en
-welke opvatting Calvijn hierover had en
-wat dit betekende voor de Opstand.

Slide 31 - Open vraag

3p. vraag

Slide 32 - Open vraag