U2 les 4 - 16 dec - bezittelijk voornaamwoord

BONJOUR tout le monde !
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR tout le monde !

Slide 1 - Tekstslide

Le programme

'Les pronoms possessifs' (bezittelijk voornaamwoord)

Les objectifs d'apprentissage / de leerdoelen:
> Ik begrijp wat het bezit.vnw is en hoe je dit in het Frans toepast.

Slide 2 - Tekstslide

Noem minimaal 3 bezittelijk voornaamwoorden in het Nederlands

Slide 3 - Open vraag

mijn = .... (m) / ..... (v) / ..... (meervoud) ?

Slide 4 - Open vraag

jouw = .... (m) / ..... (v) / ..... (meervoud) ?

Slide 5 - Open vraag

zijn/ haar = .... / ..... / ..... ?

Slide 6 - Open vraag

Het bezittelijk voornaamwoord enkelvoud


1 "ding" behoort tot 1 persoon

Slide 7 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord enkelvoud


2 of meer "dingen" behoren tot 1 persoon

Slide 8 - Tekstslide

Fais attention !
Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is en met een klinker of stomme h begint: altijd mon, ton of son!
Amélie est mon amie.  = Amélie is mijn vriendin.
C'est son araignée.         


Slide 9 - Tekstslide

Vul het juiste bez. vnw. in:
C'est ..... (mijn) soeur
A
mon
B
mes
C
ma
D
ton

Slide 10 - Quizvraag

Vul het juiste bez. vnw. in:
Pierre et Marie sont ... (jouw) parents.
A
ses
B
tes
C
ton
D
mes

Slide 11 - Quizvraag

Vul het juiste bez. vnw. in:
7, rue de la Gare est ... (zijn) adresse (v).
A
ta
B
ton
C
sa
D
son

Slide 12 - Quizvraag

Vul het juiste bez. vnw. in:
Anton est .... (zijn) frère
A
sa
B
son
C
ta
D
ton

Slide 13 - Quizvraag

C'est le livre de Saffana. C'est .... (haar) livre
A
ta
B
sa
C
ton
D
son

Slide 14 - Quizvraag

Het bezittelijk voornaamwoord enkelvoud


1 "ding" behoort tot 1 persoon

Slide 15 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord enkelvoud


2 of meer "dingen" behoren tot 1 persoon

Slide 16 - Tekstslide

Exemples
1. Marc est mon frère.
2. Ils sont tes parents.
3. C'est sa maison

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Het bezittelijk voornaamwoord enkelvoud


1 "ding" behoort tot 2 of meer personen

Slide 19 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord enkelvoud


2 of meer "dingen" behoren tot 2 of meer personen

Slide 20 - Tekstslide

Jip en Luca ont un chien. C'est ..... chien
A
votre
B
leur
C
son
D
ton

Slide 21 - Quizvraag

Mitchell a une mère. Il dit : "voici ... mère"
A
mon
B
sa
C
leur
D
ma

Slide 22 - Quizvraag

Tilda en Alae ont toutes les deux un compte TikTok. Ce sont ... comptes TikTok.
A
leurs
B
nos
C
vos
D
ses

Slide 23 - Quizvraag

Nicole est à PNC. PNC, c'est ..... école
A
leur
B
sa
C
son
D
ta

Slide 24 - Quizvraag

Oday a une passion : le football. Le football, c'est ... passion
A
votre
B
leur
C
ma
D
sa

Slide 25 - Quizvraag

De bezittelijke voornaamwoorden!
De volgende vragen gaan over de bezittelijke voornaamwoorden!

Slide 26 - Tekstslide

Au travail !!
Pages 63, 64 et 65 : Exercice 16A + exercice 16C (behalve vertaal de zinnen) et 16D.

timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide