U2 les 8 bezittelijk voornaamwoord

BONJOUR tout le monde !
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR tout le monde !

Slide 1 - Tekstslide

Le programme

'Les pronoms possessifs' (bezittelijk voornaamwoord)

Les objectifs d'apprentissage / de leerdoelen:
> Ik begrijp wat het bezit.vnw is en hoe je dit in het Frans toepast.

Slide 2 - Tekstslide

Noem minimaal 3 bezittelijk voornaamwoorden in het Nederlands

Slide 3 - Open vraag

mijn = .... (m) / ..... (v) / ..... (meervoud) ?

Slide 4 - Open vraag

jouw = .... (m) / ..... (v) / ..... (meervoud) ?

Slide 5 - Open vraag

zijn/ haar = .... / ..... / ..... ?

Slide 6 - Open vraag

Exemples
1. Marc est mon frère.
2. Ils sont tes parents.
3. C'est sa maison

Slide 7 - Tekstslide

Fais attention !
Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is en met een klinker of stomme h begint: altijd mon, ton of son!
Amélie est mon amie.  = Amélie is mijn vriendin.
C'est son araignée.         


Slide 8 - Tekstslide

Bij welk woord hoort 'mes'?
Je fais mes devoirs.
A
Je
B
fais
C
devoirs
D
.

Slide 9 - Quizvraag

Bij welk woord hoort 'mon'?
Mon agenda est dans le sac à dos.
A
agenda
B
dans
C
le sac
D
dos

Slide 10 - Quizvraag

Vul het juiste bez. vnw. in:
C'est ..... (mijn) soeur
A
mon
B
mes
C
ma
D
ton

Slide 11 - Quizvraag

Vul het juiste bez. vnw. in:
Pierre et Marie sont ... (jouw) parents.
A
ses
B
tes
C
ton
D
mes

Slide 12 - Quizvraag

Vul het juiste bez. vnw. in:
7, rue de la Gare est ... (zijn) adresse (v).
A
ta
B
ton
C
sa
D
son

Slide 13 - Quizvraag

Vul het juiste bez. vnw. in:
Bilal est .... (zijn) frère
A
sa
B
son
C
ta
D
ton

Slide 14 - Quizvraag

C'est le livre de Sanam. C'est .... (haar) livre
A
ta
B
sa
C
ton
D
son

Slide 15 - Quizvraag

Het bezittelijk voornaamwoord enkelvoud


1 "ding" behoort tot 1 persoon

Slide 16 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord enkelvoud


2 of meer "dingen" behoren tot 1 persoon

Slide 17 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord enkelvoud


1 "ding" behoort tot 2 of meer personen

Slide 18 - Tekstslide

Het bezittelijk voornaamwoord enkelvoud


2 of meer "dingen" behoren tot 2 of meer personen

Slide 19 - Tekstslide

Au travail !!
Exercice 16A, page 63. Exercices 16 C et 16 D, pages 64 et 65.

timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide