Les 1 Introductie OEE

Cursus verliezen beperken
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Cursus verliezen beperken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
Week 1 - Introductie OEE
Week 2 - Beschikbaarheidsgraad
Week 3 - Prestatiegraad
Week 4 - Kwaliteitsgraad
Week 5 - De OEE berekenen 1
Week 6 - De OEE berekenen 2
Week 7 - Herhaling lesstof
Week 8 - Schriftelijke eindtoets

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les:
  1. Weet je waar OEE een maat voor is;
  2. Ken je het verschil tussen rendement en OEE;
  3. Kun je meerdere redenen noemen waarom effectiviteit gemeten wordt. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten verliezen zijn er tijdens produceren?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waarom dit vak?
  • Productiebedrijven moeten geld generen
  • Dit doen ze door waarde toe te voegen
  • Belangrijkste plek hiervoor bij (grote) bedrijven
    is de machine

"Waarde is alles waar de consument voor betaald"

Slide 5 - Tekstslide

Het doel van een productiebedrijf is geld genereren. Een productiebedrijf
genereert geld door waarde toe te voegen. De enige plek waar een productiebedrijf waarde creëert, is bij de machine, en alleen op die momenten dat de
machine 'draait' en er goede producten uitkomen. Een machine is maximaal
effectief (ideaal) als alleen maar tijd wordt besteed aan het toevoegen van waarde
op de maximale snelheid.
Wanneer presteert een machine ideaal?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een machine die ideaal presteert....
  • Draait altijd 
  • Op maximale snelheid en
  • Alle producten zijn in één keer goed!

O.E.E. is 100%

Slide 7 - Tekstslide

Samengevat: een machine die ideaal presteert:
• draait altijd,
• op maximale snelheid en
• alle producten zijn in-een-keer goed.
Voor de OEE geldt de afspraak dat als de prestatie van de machine aan al deze
drie voorwaarden voldoet, de effectiviteit (OEE) 100% is. 
Hoe groot is de kans dat een machine aan al deze drie voorwaarden voldoet?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De OEE is dus......
een percentage dat aangeeft hoe goed de machine presteerde ten opzichte van de ideale machineprestatie (non-stop, goede producten,  maximale snelheid).

Slide 9 - Tekstslide

Voor de OEE geldt de afspraak dat als de prestatie van de machine aan al deze
drie voorwaarden voldoet, de effectiviteit (OEE) 100% is. OEE is een
effectiviteitberekening waarbij de ideale machineprestatie de norm is. Bij 100%
OEE is de ideale effectiviteit van een machine bereikt, hoger kan niet.
De OEE geeft weer hoe goed de machine presteerde ten opzichte van de
ideale machineprestatie, namelijk non-stop produceren van goede
producten op maximale snelheid. 

Traditionele productiebedrijven meten de effectiviteit van machines en productielijnen aan de hand van een norm of budget. Zo'n norm is gebaseerd op wat de
machine in het verleden (bijvoorbeeld het voorgaande jaar) heeft gehaald, plus
een beetje extra. Gedurende het jaar beoordeelt men de prestatie van de machine
ten opzichte van deze norm. Dit noemt men dan het rendement.
In het onderstaande rekenvoorbeeld is de norm 4.000 eenheden per dienst van 8
uur, terwijl er in de werkelijkheid in een dienst 3.800 eenheden zijn geproduceerd.
Het rendement voor deze dienst is dan 95%.
Berekening 1.
Werkelijk aantal eenheden/dienst
Rendement
Norm eenheden per dienst
3.800
=--x 100%
4.000
95%
Nu klinkt 95% als een mooi rendement. Nog mooier wordt het als er in een goede
dienst 4.400 eenheden op de machine geproduceerd zijn. Het rendement is dan
11 0%! Op deze manier kunnen rendementen van wel 200% of meer gehaald
worden.
Deze manier van berekenen van de effectiviteit van machines is onbevredigend.
Machines kunnen zo langdurig langzaam draaien of zelfs stilstaan, terwijl het
rendement toch rond of zelfs ruim boven de 100% ligt. De uitkomst van bovenstaande berekening geeft weer hoe goed de machine heeft gepresteerd ten
opzichte van een norm gebaseerd op historische prestaties. Het blijft onduidelijk
wat de machine maximaal kan presteren en hoever de werkelijke prestatie daar
vanaf staat. 
Bij het maken van een productieplanning ga je uit van
A
maximale capaciteit van de machine
B
Gemiddelde capaciteit van de machine

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Een machine doet gemiddeld (= norm) 4.000 eenheden/ 8 uur
Machine kan 1000 eenheden per uur
Hij heeft werkelijk 3800 eenheden gemaakt in 8 uur.
  1. Wat is je rendement als je het berekent op de norm?
  2. Wat is je rendement als je het berekent op de maximale capaciteit?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul hier je antwoorden in.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Traditionele rendementsberekening
Norm 4.000 eenheden/ 8 uur
Werkelijk 3.800 eenheden/ 8 uur

Slide 13 - Tekstslide

Traditionele productiebedrijven meten de effectiviteit van machines en productielijnen aan de hand van een norm of budget. Zo'n norm is gebaseerd op wat de
machine in het verleden (bijvoorbeeld het voorgaande jaar) heeft gehaald, plus
een beetje extra. Gedurende het jaar beoordeelt men de prestatie van de machine
ten opzichte van deze norm. Dit noemt men dan het rendement.
In het onderstaande rekenvoorbeeld is de norm 4.000 eenheden per dienst van 8
uur, terwijl er in de werkelijkheid in een dienst 3.800 eenheden zijn geproduceerd.
Het rendement voor deze dienst is dan 95%.
Berekening 1.
Werkelijk aantal eenheden/dienst
Rendement
Norm eenheden per dienst
3.800
=--x 100%
4.000
95%
Nu klinkt 95% als een mooi rendement. Nog mooier wordt het als er in een goede
dienst 4.400 eenheden op de machine geproduceerd zijn. Het rendement is dan
11 0%! Op deze manier kunnen rendementen van wel 200% of meer gehaald
worden.
Deze manier van berekenen van de effectiviteit van machines is onbevredigend.
Machines kunnen zo langdurig langzaam draaien of zelfs stilstaan, terwijl het
rendement toch rond of zelfs ruim boven de 100% ligt. De uitkomst van bovenstaande berekening geeft weer hoe goed de machine heeft gepresteerd ten
opzichte van een norm gebaseerd op historische prestaties. Het blijft onduidelijk
wat de machine maximaal kan presteren en hoever de werkelijke prestatie daar
vanaf staat. 
OEE berekening

Slide 14 - Tekstslide

De OEE in de berekening is 47,5%, dat betekent dat 52,5% van de beschikbare
machinecapaciteit verloren gaat aan storingen, geplande stilstanden,
snelheidsverliezen, enzovoort.
In de traditionele rendementsberekening is schijnbaar nauwelijks verbeterpotentieel meer, 95% is tenslotte een heel hoog rendement en het zal veel moeite
kosten om die laatste 5% ook nog om te zetten in productie. De uitkomst van
berekening 2 is een stuk lager. Het verbeterpotentieel is aanzienlijk groter, terwijl
het gaat om dezelfde machine. 
Ff vergelijken....

Slide 15 - Tekstslide

Het verschil tussen de uitkomsten van de traditionele rendementsberekening en
de OEE kan soms schokkend groot zijn. Machines of productielijnen met
traditionele rendementen van 95% of meer, blijken OEE's tussen de 40 en 45% te
hebben.
Geen paniek, de duikeling die het rendement van de machine maakt is rekenkundig, er komen nog net zoveel producten per dienst van de machine. Het goede
13
nieuws is, dat door het berekenen van de effectiviteit van de machine ten opzichte
van het ideaal, de verborgen machinecapaciteit zichtbaar wordt. En hoe lager de
OEE, hoe groter het verbeterpotentieel!
Machines die ideaal presteren bestaan niet. Er zijn altijd wel geplande of
ongeplande stilstanden, snelheidsverliezen of afkeurde producten. Het ideaal is
niet haalbaar. Toch is het goed om de machineprestatie af te zetten tegen het
ideaal. Bij 100% OEE -het ideaal- zijn er geen verliezen en is het verbeterpotentieel nul. Door nu de machineprestatie te vergelijken met het ideaal, worden
alle verliezen zichtbaar. 

Het gaat niet om de effectiviteit (de OEE) die je al hebt, maar om het verbeterpotentieel, de verliezen. Door alle verliezen zichtbaar te maken, kan je een goede
keuze maken welke verliezen je aan wilt pakken. Verbeter de effectiviteit van het
waarde toevoegende proces door machineverliezen te verminderen. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verborgen verliezen
  • Bedrijfsblindheid
  • Elke dag en zijn het daardoor normaal gaan vinden
  • Vergeten wat in feite mogelijk is, oftewel waarvoor de machine gekocht is
  • Kost veel geld.
1e actie: (meet)gegevens in kaart brengen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom prestaties meten?
  1. Zichtbaar maken van (verbeter)kansen
  2. Leren
  3. Verantwoorden
  4. Vergelijken
  5. Verbeteren
  6. Borgen
Plan do check Act

Slide 18 - Tekstslide

Dit boek gaat over het meten van prestaties. Elke organisatie heeft wel klokjes en
metertjes die de prestaties van de processen en producten weergeven, of op z'n
minst een indicatie daarvan zijn. We hebben behoefte aan betrouwbare meetgegevens, omdat we anders gaan reageren op subjectieve meningen. En zonder
15
meetgegevens kun je geen verifieerbare doelen stellen. Er zijn vijf redenen om
prestaties te meten. Niet elke prestatiemeting dekt al deze vijf redenen, sterker
nog: soms zijn een of meer van de redenen ongewenste bijeffecten. Deze vijf
redenen zijn:
1. Zichtbaar maken
Metingen kunnen onzichtbare zaken zichtbaar maken. Als medewerkers
een vermoeden hebben dat bepaalde storingen regelmatig voorkomen,
kan een meting dat bevestigen. De OEE is een instrument dat de
onzichtbare, verborgen capaciteit zichtbaar maakt door te meten en te
vergelijken met het ideaal.
2. Leren
Meetgegevens vertellen veel over het proces, althans, als iemand er
bruikbare informatie van maakt. Gebruikers van die informatie leren veel
over het proces, zoals wat de grootste verliezen zijn van de machine.
Maar ook wat de effecten zijn van de ingezette verbeteracties. Levert het
op wat we wilden dat het zou opleveren? En zijn er allerlei onverwachte
(en mogelijk ongewenste) bijeffecten meetbaar?
3. Verantwoorden
Teams, afdelingen en individuele medewerkers verantwoorden hun inzet
door de uren te meten die ze ergens aan werken (inputmeting), of door de
resultaten van hun arbeid meetbaar te maken (outputmeting). Door te
meten worden de resultaten zichtbaar.
4. Vergelijken
Organisaties kunnen prestatiemetingen gebruiken om de prestaties van
verschillende teams of productielocaties met elkaar te vergelijken. Wie
doet het beter dan de anderen?
5. Afrekenen
Harde cijfers laten zien wat de prestaties van leveranciers zijn. Inkopers
gebruiken deze prestatiemetingen in hun prijsonderhandelingen. Er zijn
organisaties die de managers en de verkopers afrekenen op hun
meetbare prestaties. Soms hangen hun bonussen er van af. Afrekenen
hoeft niet per se negatief te zijn, hoewel het wel die bijsmaak heeft.
Hoewel het in veel bedrijven wel zo is, is prestatiemeting niet het primaire doel van
de OEE. Het belangrijkste doel van de OEE is het zichtbaar maken van de
16
verborgen machinecapaciteit, het verbeterpotentieeL Het leert ons veel over de
machineverliezen en maakt het mogelijk om een objectieve, gefundeerde keuze te
maken over de te volgen verbeterroute. De tweede belangrijke reden om de OEE
te gebruiken is meten of de ingezette verbeteracties effect hebben. Stijgt de OEE
of niet? Zie ik inderdaad minder verstoringen nadat we onze manier van werken of
de machine verbeterd hebben? Dit zijn de twee redenen waarom de OEE ooit is
ontworpen. De andere drie redenen om prestaties te meten (verantwoorden,
vergelijken en afrekenen), komen verderop in dit boek aan de orde. 
Na deze les:
  1. Weet je waar OEE een maat voor is;
  2. Ken je het verschil tussen rendement en OEE;
  3. Kun je meerdere redenen noemen waarom effectiviteit gemeten wordt. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor is OEE een maat?

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen OEE en rendement?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef drie redenen waarom effectiviteit gemeten wordt.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies