NaSk1 jaar 3 - Les 3: Stoffen

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Leerboek
- Werkboek A
- BINAS
- Rekenmachine
- Pen en potlood

 




Startopdracht:



Maak opdracht 1 t/m 3 op pagina 16 van werkboek A





 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Leerboek
- Werkboek A
- BINAS
- Rekenmachine
- Pen en potlood

 




Startopdracht:



Maak opdracht 1 t/m 3 op pagina 16 van werkboek A





 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Lesdoelen
  • Uitleg over luchtdruk
  • Zelfstandig werken
  • Huiswerk


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Waardoor oefent een gas druk uit?
  • Hoe bereken je de druk?
  • Waarmee meet je de druk?
  • Waar vind je informatie over druk?











Slide 3 - Tekstslide

Wat is een molecuul ook alweer?

Waaruit bestaan moleculen?

Wat houd de moleculen bij elkaar?

Moleculen bewegen altijd, behalve op het absolute nulpunt

Slide 4 - Tekstslide

Dichtheid
De dichtheid is de massa van 1 cm3 van een stof.

het symbool van dichtheid is 𝛒 (rho)

de eenheid van dichtheid is g/cm3



Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Fases
Stoffen komen voor in 3 verschillende fases: gas, vast, vloeibaar

de snelheid van moleculen verschilt per fase.

Gas moleculen hebben hoge snelheid
 
Vaste moleculen trillen langzaam op hun plaats

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Faseovergangen

Slide 9 - Tekstslide

Hoe kun je verdampen versnellen?
Verwarmen -> vanderwaalskracht neemt af -->> verdampingssnelheid neemt toe

Damp afvoeren, ventileren

Oppervlakte vergroten  

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk: opdracht 11 t/m 20 + 25

Slide 11 - Tekstslide

Tijdens de les wil ik dat:
1. Je luistert als ik praat en is het stil
2. Je naar elkaar luistert
3. Je de juiste spullen voor je hebt
4. Je je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Je respectvol bent naar je klasgenoten en mij

Slide 12 - Tekstslide

Paragraaf 1.2: Botsen en druk 
Druk = de kracht die wordt uitgeoefend op een bepaald oppervlakte.

Lucht in een ballon
Man op het ijs
Punaise




Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Eenheden druk 
Standaard eenheid: N/m2
andere eenheden: 
pascal (Pa): een Pascal is hetzelfde als een N/m2 
Hectopascal (hPa): 1hPa = 100 Pa
bar (bar): 1 bar = 1000 mbar = 1000 hPa = 100 000 Pa

Slide 19 - Tekstslide

Barometer
Laat de plaatselijke luchtdruk zien

Gemiddelde druk op zeeniveau 
1013 hPa (hectopascal)

Tussen de 970 en 1050 hPa (hangt af van temperatuur)

Slide 20 - Tekstslide

Manometer
Meet overdruk 

Overdruk is de druk meer dan de aanwezige luchtdruk 

Overdruk lucht bijvoorbeeld in een band, bal of ballon

Absolute druk = Luchtdruk + overdruk

Slide 21 - Tekstslide

Druk berekenen:
druk hangt af van kracht en oppervlakte 
kracht
Kracht (F) berekenen je met de volgende formule:

F = mx 10 

F = kracht in Newton (N)
m = massa in (kg)

Slide 22 - Tekstslide

Wie oefent de meeste druk uit? 
Angelina Jolie of Olifant. Bereken van beide de druk die ze uitoefenen 

Angelina Jolie:
F = 600 N
A = 0,0002 m2

  • P = F : A
  • P = 600 : 0,0002
  • P = 3 000 000 N/m2

Olifant:
F = 50000 N
A = 0,0250 m2

  • P = F : A
  • P = 50000 : 0,0250
  • P = 2 000 000 N/m2

Slide 23 - Tekstslide

Zelfstandig werken ZS
- Lees de tekst op pagina 13, 14 en 15
- Maak opdracht 4, 5, 9 t/m 17 op pagina 16
- 10 minuten ZS
- Niet klaar? Huiswerk


timer
10:00

Slide 24 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Waardoor oefent een gas druk uit? ✔
  • Hoe bereken je de druk? ✔
  • Waarmee meet je de druk? 
  • Waar vind je informatie over druk 

Slide 25 - Tekstslide