In het spookhuis worden hun pupillen klein. Hoe heet deze reactie?
Slide 27 - Open vraag
A
2
B
4
C
6
D
7
Slide 28 - Quizvraag
In het spookhuis voelen ze plotseling een ijskoude draad over hun lijf gaan. De meiden gillen van angst. Met welke twee zintuigen nemen ze de ijskoude draad waar?
Slide 29 - Open vraag
Als je vanuit een kelder naar buiten in de zon stapt, wat gebeurt er dan met de pupil?
A
Hij wordt groter, zodat er meer licht op je netvlies valt.
B
Hij wordt groter, zodat er minder licht op je netvlies valt.
C
Hij wordt kleiner, zodat er meer licht op je netvlies valt.
D
Hij wordt kleiner, zodat er minder licht op je netvlies valt.
Slide 30 - Quizvraag
Welk product uit de huid houdt de hoornlaag soepel?
Slide 31 - Open vraag
Barbara heeft bruine ogen. Dat komt doordat haar pupillen bruingekleurd zijn.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 32 - Quizvraag
Door glucagon wordt de bloedsuikerspiegel
A
Hoger
B
Lager
Slide 33 - Quizvraag
Waar worden de hormonen gemaakt die de bloedsuikerspiegel regelen?
Slide 34 - Open vraag
De buis van Eustachius verbindt de trommelholte met de keelholte.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 35 - Quizvraag
Enkele delen van een oog zijn het harde oogvlies, de iris, het netvlies en de pupil. Als je iemand aankijkt, wel deel kunt je dan niet zien?
A
De iris.
B
De pupil.
C
Het harde oogvlies.
D
Het netvlies.
Slide 36 - Quizvraag
Henk neemt een tatoeage. In welke laag van de huid moet de tatoeage aangebracht worden om te blijven zitten?
A
In de hoornlaag
B
In de kiemlaag
C
In de lederhuid
D
In het onderhuidse bindweefsel
Slide 37 - Quizvraag
Welk hormoon wordt er gemaakt bij een te hoge bloedsuikerspiegel?
Slide 38 - Open vraag
In een oor kunnen geluidstrillingen door onder andere de gehoorbeentjes, de gehoorgang en het trommelvlies gaan. Wat is de juiste volgorde van deze delen, van buiten het oor naar binnen?
A
Gehoorbeentjes – gehoorgang – trommelvlies
B
Gehoorgang – gehoorbeentjes – trommelvlies
C
Gehoorgang – trommelvlies – gehoorbeentjes
D
Trommelvlies – gehoorgang – gehoorbeentjes
Slide 39 - Quizvraag
Zet in de juiste volgorde.
1.
2.
3.
4.
Een impuls gaat naar de hersenen.
Een lage temperatuur bereikt de koudezintuigen.
Het meisje neemt waar dat het water koud is.
Koudezintuigen zetten prikkels om in impulsen
Slide 40 - Sleepvraag
Welk hormoon wordt er gemaakt bij een te lage bloedsuikerspiegel?
Slide 41 - Open vraag
Hoe heet onderdeel 12?
Slide 42 - Open vraag
Hoe heet onderdeel 9?
Slide 43 - Open vraag
Hoe heet onderdeel 6?
Slide 44 - Open vraag
Hoe heet onderdeel 9?
Slide 45 - Open vraag
Welk deel van het oog zorgt ervoor dat er impulsen naar de hersenen worden gestuurd, zodat je kunt zien?
A
Het hoornvlies
B
De iris
C
Het netvlies
D
Het vaatvlies
Slide 46 - Quizvraag
Hoe heet onderdeel 1?
Slide 47 - Open vraag
In de afbeelding is een doorsnede van de huid en van het onderhuidse bindweefsel schematisch getekend. Met welk nummer is een zweetklier aangegeven?
Slide 48 - Open vraag
In de afbeelding is een doorsnede van de huid en van het onderhuidse bindweefsel schematisch getekend. Met welk nummer is de kiemlaag aangegeven?