Druk paragraaf 4

Uit hoeveel losse katrollen bestaat deze takel
A
1
B
2
C
3
D
4
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Uit hoeveel losse katrollen bestaat deze takel
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 1 - Quizvraag

Vandaag
1. Herhaling katrollen
2. Behandeling druk
3. Voorbereiding toets

Slide 2 - Tekstslide

Een combinatie van vaste en één of meerdere losse katrollen
noem je een ...
A
Takel
B
hefboom

Slide 3 - Quizvraag

Is het kleine katrolletje een vaste of losse katrol?
A
Vaste
B
Losse

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel katrollen heb je nodig als je 200N aan kracht levert en je wilt 1200N ophijsen?
A
1
B
4
C
6
D
8

Slide 5 - Quizvraag

Je ziet drie takels.
Hoe zit het met het aantal katrollen en de spierkracht?
A
Bij takel a moet je 3x zo veel spierkracht leveren om de last op te tillen
B
Bij takel b moet je 4x minder spierkracht leveren om de last op te tillen.
C
Bij takel c moet je 7x minder spierkracht leveren om de last op te tillen
D
Bij takel a moet je 4x minder spierkracht leveren om de last op te tillen

Slide 6 - Quizvraag

Druk
10.4.1 Je kunt uitleggen hoe de druk op een ondergrond verandert, als grootte van de oppervlakte of de kracht verandert.
10.4.2 Je kunt de druk van een voorwerp op een ondergrond berekenen.
10.4.3 Je kunt eenheden van druk omrekenen.
10.4.4 Je kunt situaties beschrijven waarbij een kleine druk van belang is.
10.4.5 Je kunt situaties beschrijven waarbij een grote druk van belang is.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Druk
Heeft te maken met:
Oppervlakte (A)
Kracht (F)

P=AF

Slide 9 - Tekstslide

Druk Eenheid
Newton per vierkante centimeter (N/cm2)

Pascal (Pa) (N/m2)

Slide 10 - Tekstslide

Eric is 66 kg. De zolen van zijn schoenen hebben elk een oppervlak van 300 cm2. Hoe groot is de druk die Eric op de grond uitoefent als hij met beide schoenen op de grond staat? Schrijf de berekening op.

Slide 11 - Open vraag

Een vrouw van 60 kg staat op een naaldhak van 1,5 cm2. Bereken de druk op de hak.

Slide 12 - Open vraag

Een bouwvakker metselt een muur van 6 meter lengte. De totale massa = 1,2 x 10^4 kg. De druk mag maximaal 8,0 N/cm2 zijn.
Bereken hoe breed de fundering ten minste moet zijn.

Slide 13 - Open vraag

Op een rijplaat onder de band van een auto werkt een kracht van 36000N.
Hierdoor is de druk onder de rijplaat 2000 N/m2.
Bereken de oppervlakte van de plaat.

Slide 14 - Open vraag