Boekenpraat 3Ve

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Boekenpraat

Samen lezen en praten over boeken

Achtergrond

Wie een boek uitleest, blijft vaak met allerlei vragen achter. 

• over de tekst, 
• over jezelf 
• over de wereld om je heen. 

Achtergrond boekenpraat

Het boek nodigt je als het ware voor een gesprek/discussie uit.

In boekenpraat nemen jij en je groepsgenoten die uitnodiging aan. 

Aan de hand van vragen bespreek je o.a. de thema's, de personages, de sfeer van jullie boeken en ga je op zoek naar de overeenkomsten en de verschillen. 

Doel boekenpraat

•  Terwijl je met elkaar praat, leg je allerlei verbanden, tussen jezelf, de boeken, de samenleving en de geschiedenis. 
• Je brengt jouw perspectief op een tekst onder woorden en leert ondertussen om vragen te stellen en ideeën van jezelf en anderen ter discussie te stellen.
  

Doel boekenpraat

• We gaan met elkaar over boeken praten. In elke ‘boekenpraat’ nemen vier leerlingen plaats in het lezerspanel. De docent stelt de groepen samen.
   
  
• De boekenpraat duurt maximaal vijftien minuten en verloopt volgens een vast patroon. De opdracht wordt opgenomen en je krijgt na afloop een cijfer (telt 2x mee). Dat is gebaseerd op jouw deelname aan de uitzending én op de voorbereiding hierop (mindmap).
   
  
• Je levert je mindmap na afloop van de uitzending in bij je docent (je mag deze dus nog gebruiken tijdens het gesprek).

Hoe gaan we dat doen?

Opzet boekenpraat 

- STARTRONDE 6 minuten:

- Elke leerling start met een korte samenvatting van het boek (zonder het einde te verklappen) en geeft kort en overtuigend zijn mening, onderbouwd met minimaal twee argumenten. Max. 1 minuut per leerling. Bereid deze minuut goed voor! Benut de volle minuut om jouw boek te pitchen. 4 minuten

+ overeenkomsten/verschillen: Als groepje gaan jullie vooraf op zoek naar overeenkomsten 

 en/of verschillen tussen jullie boeken. Zorg dat dit de diepte ingaat. Alleen maar aangeven dat bv drie boeken over de oorlog gaan, is niet genoeg. Is er misschien een moraal die in alle boeken terugkomt? Een bepaalde manier van spanningsopbouw? Gelijk of juist heel verschillend. Etc. 

2 minuten

Opzet boekenpraat 

- MIDDENSTUK

Met hulp van vragenkaartjes bevragen jullie elkaar over de boeken. Je maakt hierbij gebruik van de geleerde begrippen.  Bereid dit met behulp van de begrippenlijst goed voor. Je weet vooraf niet over welk begrip jij een vraag krijgt, dus zorg dat je alle begrippen beheerst.

Opzet boekenpraat 

- SLOTRONDE

Leerlingen stellen elkaar vragen over de boeken. Waar ben jij nog nieuwsgierig naar? Ook het publiek kan vragen stellen.

Beoordeling

Zie beoordelingsmodel in Teams (Opdracht Begrippen en beoordelingsmodel)

Wat gaan jullie doen?

• De docent vormt 7 groepen van 4 personen.
• Onthoud je groepsnummer. Het lot bepaalt welke groepen starten
  
• Donderdag 14 november eerst oefenen en dan  2 groepen, Vrijdag 15 november 2 groepen.
  Donderdag 21 november 3 groepen

Tips

- Zorg dat je het gesprek goed voorbereid. Werk de behandelde begrippen zorgvuldig uit op je mindmap en noteer waar mogelijk voorbeelden. (pag.nr. erbij zetten is handig)

- Neem je boek mee naar het gesprek. Als je voorbeelden bij de hand hebt is dat leuk voor de luisteraar en makkelijker voor jezelf. Zorg in de voorbereiding dus voor plakkertjes tussen de bladzijden. (Je vindt bijvoorbeeld dat de schrijver grappige straattaal gebruikt; lees dan een zin voor waarin dat gebeurt).

Groepjes

Groep 1

1. 
   

Groep 2

1. 
   

Groep 3

1. 
   

Groep 4

1. 
   

Groep 5

1. 
   

Groep 6

1. 
   

Groep 7

1. 
   

Groepjes boekenpraat

Aan de slag

• Ga nu zelfstandig aan de slag met je boekenpitch van een minuut , zie de opdracht in de classroom. 
• Zoek je groepje op. Vertel aan elkaar welke boeken je hebt gelezen.Kunnen jullie overeenkomsten vinden? Wat zijn de verschillen? Verdeel wie wat vertelt (punten tellen bij iedereen mee) Bereid deze 2 minuten goed voor.
• Maak je mindmap af met de begrippen behandeld in de klas voor jouw boek. 
• Oefen met de vragenkaartjes