Klas 3K, H4 Spelling vd als bijv. nmw

Nederlands klas 3 
Week 2021
Docent: meneer Weerman
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands klas 3 
Week 2021
Docent: meneer Weerman

Slide 1 - Tekstslide

Les 1 + 2 + 3
H4 Spelling voltooid deelwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Afspraken 
5 algemene afspraken:  
1. Ik ga respectvol om met anderen en andermans spullen 
2. Ik volg de instructie van alle medewerkers op 
3. Ik ruim (mijn) afval op 
4. Ik loop rustig door de school 
5. In school draag ik geen pet en doe ik mijn capuchon af 
 
En 4 afspraken in de klas:  
1. Ik heb mijn schoolspullen in orde 
2. Mijn iPad gebruik ik alleen met toestemming van de docent 
3. Mijn telefoon bewaar ik in mijn kluis. Let op: neem je je telefoon toch mee de klas in, dan doe je deze in de telefoontas. De school is niet aansprakelijk voor schade of diefstal. 
4. Luisteren we naar elkaar (hand opsteken voordat je wat wilt zeggen/vragen) 

Slide 3 - Tekstslide

Afspraken telefoon
Basis is dat telefoons niet zichtbaar zijn in de les. Leerlingen kunnen: 
- de telefoon blijft in de tas 
- de telefoon gaat in de telefoontas 
- de telefoon blijft in de kluis  
 
De docent 
- zorgt ervoor dat de telefoon niet “meer” zichtbaar is 
- draagt zelf zorg voor passende consequenties 
- hanteert hierbij afspraken rondom regel overtredend en grensoverschrijdend gedrag 


Slide 4 - Tekstslide

Vandaag 16/02
  • 10 min: Lezen
  • 10 min: Lesdoelen / Uitleg (video-uitleg) H4 Spelling
  • 20 min: Aan de slag: 
    - maken startopdracht / opdracht 1 + 2
    -samenwerken/zelfstandig werken
  • 5 min: Afsluiting

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk
Hoofdstuk 4 -> Spelling (bladzijde )
  • Lezen: theorie Spelling hoofdstuk 4 (video-uitleg)
  • Maken: opdracht 1 + 2

Slide 6 - Tekstslide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Je kunt ook een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruiken.

Het eten is aangebrand. --> Het aangebrande eten.
Het kind is gered. --> Het geredde kind.

Je schrijft het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord zo kort mogelijk.

De weg is verbreed. --> De verbrede weg.
Die sokken zijn gekrompen. --> De gekrompen sokken. 

Slide 7 - Tekstslide

WOORDSOORTEN EN HET ONTVOLTOOID DEELWOORD

Van een voltooid deelwoord kun je ook een bijvoeglijk naamwoord maken. Je schrijft die woorden zo kort en eenvoudig mogelijk.  



Slide 8 - Tekstslide



 



Slide 9 - Tekstslide

Verander de voltooide deelwoorden in bijvoeglijke naamwoorden:

De dictator is gevallen. De ... dictator

Slide 10 - Open vraag

Verander de voltooide deelwoorden in bijvoeglijke naamwoorden:

Mijn mobiel is verdwenen. De ... mobiel

Slide 11 - Open vraag

Verander de voltooide deelwoorden in bijvoeglijke naamwoorden:

Deze dvd is geleend. De ... dvd.

Slide 12 - Open vraag

Verander de voltooide deelwoorden in bijvoeglijke naamwoorden:

Mijn scooter is weer gemaakt. Mijn ... scooter.

Slide 13 - Open vraag

Verander de voltooide deelwoorden in bijvoeglijke naamwoorden:

De slaapkamer wordt geverfd. De ... slaapkamer.

Slide 14 - Open vraag

Verander de voltooide deelwoorden in bijvoeglijke naamwoorden:

De koffie wordt gezet. De ... koffie.

Slide 15 - Open vraag

Voltooid deelwoord:

snijden

Slide 16 - Open vraag

Voltooid deelwoord:

halen

Slide 17 - Open vraag

Voltooid deelwoord

koken

Slide 18 - Open vraag

Voltooid deelwoord:

branden

Slide 19 - Open vraag

Voltooid deelwoord:

volgen

Slide 20 - Open vraag

Voltooid deelwoord:

redden

Slide 21 - Open vraag

Voltooid deelwoord:

pletten

Slide 22 - Open vraag

Als bijvoeglijk naamwoord:

snijden

Slide 23 - Open vraag

Als bijvoeglijk naamwoord:

halen

Slide 24 - Open vraag

Als bijvoeglijk naamwoord:

koken

Slide 25 - Open vraag

Als bijvoeglijk naamwoord:

branden

Slide 26 - Open vraag

Als bijvoeglijk naamwoord:

volgen

Slide 27 - Open vraag

Als bijvoeglijk naamwoord:

redden

Slide 28 - Open vraag

Als bijvoeglijk naamwoord:

pletten

Slide 29 - Open vraag

GELEERD?

WOORDSOORTEN


EEN ZIN IS OPGEBOUWD UIT LOSSE WOORDEN. AL DIE WOORDEN HOREN BIJ EEN WOORDSOORT.


VAN EEN VOLTOOID DEELWOORD KUN JE OOK EEN BIJVOEGLIJK NAAMWOORD MAKEN. JE SCHRIJFT DIE WOORDEN ZO KORT EN EENVOUDIG MOGELIJK.



Slide 30 - Tekstslide

Schrijf het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord op.

het (verbouwen) huis

Slide 31 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord op.

het (bederven) vlees

Slide 32 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord op.

de (verwoesten) stad

Slide 33 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord op.

het (vergroten) kantoor

Slide 34 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord op.

het (stranden) schip

Slide 35 - Open vraag