Framing Media en onderzoek 4.10

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Framing
- Taal en beelden worden gebruikt om emoties en wereldbeelden op te roepen.
- Publiek eenvoudig overtuigen van een boodschap.
- Een goed frame (beeld) bevat een compleet verhaal dat met enkele woorden geactiveerd wordt.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Kenmerken van frames
- een frame roept direct beelden en emoties op;
- een frame blijft goed hangen;
- een frame werkt onbewust; 
- een frame biedt samenhang en betekenis.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Link

Middelvinger?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Een frame

Laat een deel van de werkelijkheid zien, maar niet alles...


framing doet dat dus ook 

Soms gebeurt dit expres

Slide 23 - Tekstslide

Framing
Kom je op veel plaatsen tegen. Bijvoorbeeld:

- in taal
- binnen bedrijven
- in de politiek
- in de journalistiek
- in het dagelijks leven

Slide 24 - Tekstslide

Framing in taal
Je kunt anderen beïnvloeden door bijvoorbeeld:

- woordkeuze 
- beeld opwekken
- beeldspraak en stijlfiguren
- vergelijkingen 
- overdrijvingen

Slide 25 - Tekstslide

Sterke frames creëren en veranderen gedachtestructuren in de hersenen  en beïnvloeden zo onze kijk op de wereld

Slide 26 - Tekstslide

Framing in bedrijven
  • reclames
      --> product = fijne gevoelens 

    Positieve woorden en beelden
      --> vergelijk: 70% vetvrij & 30% vet
     --> vergelijk: vertraging & extra reistijd

Slide 27 - Tekstslide

Framing in de reclame

Slide 28 - Tekstslide

Alle woorden hebben betrekking op appelsap. Toch worden de gele woorden  wel in reclames gebruikt en de rode woorden  niet. Waarom niet? Waarom klinken die woorden zo slecht? En waarom worden er eigenlijk woorden als ‘ambachtelijk’ en zelfs ‘oprecht’ gebruikt in appelsapreclames? Ze voegen inhoudelijk niets toe, maar geven wel een goed gevoel over het product. Een interessant geval is ‘natuurtroebel’: ‘troebel’ wekt eigenlijk negatieve associaties op, maar bij ‘natuurtroebel’ is het ineens heel logisch en juist ‘natuurlijk’ en ‘gezond’.

Natuurtroebel
Ambachtelijk
Natuurlijk
Vers geplukt
Gezond
Oprecht
Met drab erin
Van massale teelt
Bevat suikers
Urinekleurig

Slide 29 - Tekstslide

HAMBURGER
Puur rundvlees met knapperige sla op een vers geroosterd broodje.
75% vetvrij
HAMBURGER
Puur rundvlees, met knapperige sla op een vers geroosterd broodje.
25% vet

Slide 30 - Tekstslide

Framing in politiek
Tegenstander wordt negatief weggezet d.m.v. framing

Denk aan: ontwikkelingshulp en milieu zijn linkse hobby's
= negatief            
                                                     of:
Bush: you're either with us or with the terrorists 
= mensen worden geframed als terrorist

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Framing in journalistiek
  • door technologie steeds meer invloed



Bestaat neutrale journalistiek eigenlijk wel?

Slide 33 - Tekstslide

Framing in journalistiek
  • De schrijver bepaalt welke meningen en verhalen in de krant terecht komen
  • Woorden zijn eigenlijk al frames op zich....

Slide 34 - Tekstslide

Framing in dagelijks leven
  • Je doet het zelf ook!



Wat doe je als je iemand iets vervelends moet vertellen? 

Slide 35 - Tekstslide

Is framing altijd iets slechts?

Slide 36 - Tekstslide

Dus,

Framing gebeurt vaak en overal.


Wees je hiervan bewust. 

Slide 37 - Tekstslide

nog een voorbeeld

Slide 38 - Tekstslide

Wat hebben we gedaan?
  • Framing is het meegeven van een bepaald kader aan een boodschap
  • Het wordt veel gebruikt door media en politiek. Maar ook door de voedselindustrie.

Slide 39 - Tekstslide

Oefenen
Maak 4.10: opdracht  1 t/m 3



Slide 40 - Tekstslide