communiceren met de doelgroep LVb - de Roos van Leary

Communiceren met clienten met LVB
met behulp van de Roos van Leary
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GehandicaptenzorgMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Communiceren met clienten met LVB
met behulp van de Roos van Leary

Slide 1 - Tekstslide

doelen: na de les..
- kun je vertellen wat kenmerkend is voor mensen met LVB in de communicatie
- wat dit van jou als begeleider vraagt: aandachtspunten
- kun je dit inzicht toepassen in de Roos van Leary

Slide 2 - Tekstslide

Jong schoolkind ( 6 tot 9 jaar)

  •  grote stappen in de taalontwikkeling!
  • Op school leert het lezen, waardoor de woordenschat snel groeit. 
  • Het kind leert in deze fase ook dat een woord meerdere betekenissen kan hebben. 
  • leert concreet te denken en gaat meer over zichzelf nadenken. 
  • belangrijk dat je het kind helpt om een positief en realistisch zelfbeeld te ontwikkelen. 
  • De communicatie speelt hierin een grote rol. Belangstelling tonen is essentieel.

Slide 3 - Tekstslide

Ouder schoolkind (10 - 12 /13 jaar)
  • Het oudere schoolkind leert uitdrukkingen kennen en leert ook dat sommige woorden niet letterlijk bedoeld zijn. 
  • Het kind leert kritischer denken, kan gedrag van klasgenoten imiteren en kan zich afzetten tegen de ouders. 
  • Het krijgt meer behoefte aan zelfstandigheid en vormt een eigen mening. Het is belangrijk om dit te stimuleren en het kind ruimte te geven. 
  • Het ‘ervaren’ speelt hierin een grote rol. 
  • Wel is het voor de ontwikkeling van het kind essentieel dat het weet dat er een luisterend oor geboden wordt.

Slide 4 - Tekstslide

Het is raadzaam één onderwerp tegelijk met de puber te bespreken?
A
Wel nee, gewoon alles tegelijk!
B
Ja, omdat een puber niet luistert...
C
Ja, want een puber heeft al zo veel prikkels
D
Nee joh!

Slide 5 - Quizvraag

Puber (10 - 16 jaar)
  • Het kind maakt zich los, wil zelf graag bepalen en wil tegelijkertijd graag gezien en erkend worden. 
  • Voor de communicatie met pubers betekent dit dan ook dat de jongere het gevoel moet krijgen dat hij iets in te brengen heeft. 
  • Het is raadzaam om één onderwerp in het gesprek te kiezen en je daarop te richten. 
  • Je kunt dit ook naar de puber benoemen. 
  • Bied hem de ruimte om zijn eigen mening te geven en onderbouwen. Probeer niet te snel met een oplossing te komen. 
  • Stel neutrale vragen, spreek aan op gedrag, maar geef ook complimenten. Ook humor is erg belangrijk.

Slide 6 - Tekstslide

Soms is het efficiënt om een gesprek te beëindigen en er later weer eens op terug te komen. De non-verbale communicatie speelt ook hier een grote rol. Wees je bewust van je eigen houding.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Alie is LVB en woont zelfstandig, met ambulante ondersteuning. Je wordt gebeld door zijn werk, dat hij niet verschenen is. Het blijkt dat hij zich niet lekker voelde en op bed is blijven liggen, ook blijkt later dat hij een fikse longontsteking heeft.
Welke beperkingen komen hier uit naar voren?

Slide 12 - Open vraag



Jij gaat met Bert LVB naar het ziekenhuis, de arts heeft een slechte mededeling. Bert heeft prostaatkanker. De arts geeft Bert een uitgebreide uitleg over zijn ziekte. Bij alles knikt Bert netjes naar de arts.

Hoe check je of Bert het begrepen heeft?
Hoe kan het dat hij ja knikt en daarna een heel ander verhaal vertelt aan zijn zus?


Slide 13 - Open vraag

Wat zou er kunnen gebeuren als je niet goed aansluit bij de ontwikkelingsfase van het kind ?

Slide 14 - Woordweb

Aansluiten bij de ontwikkelingsfase 
  • Je kunt je afvragen waarom je zou moeten aansluiten bij de ontwikkelingsfase in gesprekken met de doelgroep. Om erachter te komen waarom het belangrijk is om aan te sluiten, kun je het ook omdraaien. Wat zou er gebeuren als je niet goed aansluit bij de ontwikkelingsfase? Niet goed aansluiten heeft effect op het gesprek. 
  • Het kind /de cliënt voelt zich mogelijk niet gezien of begrepen, waardoor de boodschap niet goed overkomt. 
  • Dit kan niet alleen grote gevolgen hebben voor de ontwikkeling van het kind, maar ook voor een veilig pedagogisch klimaat en een veilig leefklimaat. 
  • Dit heeft beslist gevolgen voor het klimaat in de groep en mogelijk ook voor het zelfbeeld van de kinderen / cliënt. 

Slide 15 - Tekstslide

Disharmonisch profiel?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht over sociaal emotionele ontwikkeling bij lvb

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

Gebruik geen verwijswoorden (woorden die verwijzen naar een woord dat eerder is gebruikt, zoals die, dat, hem enzovoort).

Stel slechts één vraag tegelijk en gebruik zeker geen samengestelde zinnen.
Ben spaarzaam in het gebruik van meerkeuzevragen.
Gebruik geen uitdrukkingen, gezegdes, spreekwoorden of beeldspraak. Worden deze toch toegepast, controleer dan goed of ze ook bekend zijn en de boodschap goed is overgekomen.
Gebruik geen ironie (humor mag, maar gedoseerd).
Ben concreet en herhaal belangrijke zaken regelmatig.




Slide 24 - Tekstslide


Pas het spreektempo aan en geef de tijd om na te denken en/of te antwoorden).
Las regelmatig een pauze in.
Geef elke uitleg in delen en controleer tussendoor of de boodschap ook is overgekomen. Doe dit door te vragen of de persoon kan navertellen wat er besproken is.
Praat niet in hypothesen: 'Stel dat jij...'
Houdt gesprekken kort en wissel praten af met doe-dingen.
Bedenk dat een beloning of compliment op antwoorden het risico verhoogd op compliance
(het sociaal gewenste antwoord krijgen in tegenstelling tot het werkelijke antwoord).
Tips & tricks
Maak het makkelijker met beelden of voorbeelden. Visualiseer of beeld het uit.
Wees je ervan bewust van het feit dat het verbale vermogen bij een LVB, sterker is dan het performale (=handelend vermogen).
.
Beloon en stimuleer. Word niet boos als iets niet meteen wordt begrepen.














Slide 25 - Tekstslide

Maak het makkelijker met beelden of voorbeelden. Visualiseer of beeld het uit.

 
Wees je ervan bewust van het feit dat het verbale vermogen bij een LVB, sterker is dan het performale (=handelend vermogen).

Trek voldoende tijd uit voor een gesprek.

Beloon en stimuleer. Word niet boos als iets niet meteen wordt begrepen.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Stelling

"Gedrag lokt gedrag uit"

Slide 29 - Tekstslide

bedenk voorbeelden hierbij
in tweetallen
5 minuten tijd

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Gedrag roept gedrag op
Het staat nooit helemaal los van elkaar. Jij wordt boos omdat een ander zich raar gedraagt in jouw ogen, je helpt als iemand om hulp vraagt. Enzovoort. Dat is actie-reactie. En hoewel dat automatisch lijkt te gebeuren, liggen daar toch spelregels aan ten grondslag. Deze volgen wij onbewust. Je leest ze hieronder:

  • Bovengedrag roept ondergedrag op
  • Omgekeerd roept ondergedrag, bovengedrag op
  • Samengedrag roept samengedrag op
  • Tegengedrag roept tegengedrag op

Slide 34 - Tekstslide


  • Boven-samengedrag roept onder-samengedrag op. Iets makkelijker omschreven. Leidend gedrag leidt bijna altijd tot volgend.
  • Dit geldt andersom ook: onder-samengedrag roept boven-samengedrag op. Volgend gedrag nodigt uit om leidend gedrag te vertonen.

  • Boven-tegengedrag roept onder-tegengedrag op. In simpeler taal: aanvallend gedrag roept verdedigend gedrag op.
  • Dit geldt andersom ook: onder-tegengedrag roept boven-tegengedrag op. Verdedigend gedrag vraagt om een aanvallende reactie.

Slide 35 - Tekstslide

Kijken naar wat werkt!

Als je wilt dat de ander leidend gedrag gaat vertonen, stel jezelf dan volgend op. Bijvoorbeeld: Als je wilt dat een ander eens met ideeën komt of zelf zijn problemen oplost, dan houd je je eigen ideeën voor je net zolang tot de ander met ideeën komt.

Wil je dat de ander eens wat vaker volgend gedrag laat zien, dan moet je zelf meer de leiding op je nemen. Loop je bijv. altijd achter je collega aan, dan kun je eens wat meer initiatief naar je toetrekken door bijvoorbeeld te zeggen:
Ik wil graag met je lunchen. Laten we deze keer in het eetcafé aan de overkant gaan zitten.” Het is dan afwachten wat dat oplevert.

Wil je dat de ander stopt met het aanvallende gedrag, dan kun je zelf ophouden je te verdedigen.

Wil je tenslotte graag dat de ander niet altijd in de verdediging zit, zorg dan dat jij niet gaat aanvallen.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Wat weet jij nu allemaal over LVB en neem je mee naar de praktijk?

Slide 40 - Woordweb

Slide 41 - Tekstslide

welk gedrag wordt opgeroepen door onder-samen gedrag?
A
boven-samen
B
onder-tegen
C
boven-tegen

Slide 42 - Quizvraag

welk gedrag wordt opgeroepen door boven-tegen gedrag?
A
boven-samen
B
onder-samen
C
onder-tegen

Slide 43 - Quizvraag

Wat neem ik mee van deze les?

Slide 44 - Woordweb

doelen: na de les..
- kun je vertellen wat kenmerkend is voor mensen met LVB in de communicatie
- wat dit van jou als begeleider vraagt: aandachtspunten
- kun je dit inzicht toepassen in de Roos van Leary

Slide 45 - Tekstslide