Hyperbool: Overdrijving. "Ik sterf van de honger."
Understatement: Afzwakking. "Hij kan best aardig voetballen" (over Ronaldo).
Enumeratio: Opsomming. "We kochten appels, peren, bananen en druiven."
Opsomming in drieën: Opsomming drie begrippen. "Vrijheid, gelijkheid, broederschap."