Opfrissen driehoeken/start goniometrie H3 mavo 4

Rekenen aan rechthoekige driehoeken
Een inleiding in de goniometrie
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Rekenen aan rechthoekige driehoeken
Een inleiding in de goniometrie

Slide 1 - Tekstslide

Welke  hoeken ken 
je bij naam?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Welke bijzondere driehoeken ken je bij naam?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Bij welke driehoek kan je de stelling van Pythagoras gebruiken?
A
rechthoekige driehoek
B
gelijkbenige driehoek
C
gelijkzijdige driehoek
D
bij alle soorten driehoeken

Slide 6 - Quizvraag

Wat kan je NIET berekenen aan/in/van een driehoek?
A
De lengte van een zijde
B
De oppervlakte
C
De inhoud
D
De grootte van een hoek

Slide 7 - Quizvraag

De drie hoeken van een driehoek zijn samen
A
90 graden
B
120 graden
C
180 graden
D
360 graden

Slide 8 - Quizvraag

180 graden                                                                              driehoeksom

Slide 9 - Tekstslide

Stel dat van driehoek ABC
hoek A = 40 en hoek B = 80 graden.
Hoe groot is hoek C?

Slide 10 - Open vraag


Hoek C is als tophoek van de driehoek 38 graden. Bereken de hoeken A, B, D en E

Slide 11 - Open vraag


EC = 2 cm BC = 4,8 cm  en ED = 1,7 cm
Hoe groot is AB?

Slide 12 - Open vraag


Hoe heten dit soort "driehoeks-combinaties" ?
A
Gelijkbenige driehoeken
B
Gelijkvormige driehoeken
C
Gelijkzijdige driehoeken
D
Parallelle driehoeken

Slide 13 - Quizvraag

Stelling
van 
Pythagoras

Slide 14 - Tekstslide

Bereken AC

Slide 15 - Open vraag

Namen van de driehoek-zijde
- lange zijde en korte zijden (of rechthoekzijden)
aanliggend, overstaand en schuine zijde
- afstand en hoogte

Slide 16 - Tekstslide

Als er in een driehoek geen sprake is van een helling (afstand en hoogte) spreek je van de tangens ipv hellingsgetal!

Slide 17 - Tekstslide

Welke namen kunnen de zijden hebben, gezien uit hoek A?
A
aanliggende zijde
lange zijde
schuine zijde
afstand
hoogte
korte zijden
overstaande zijde

Slide 18 - Sleepvraag

Welke namen kunnen de zijden hebben, gezien uit hoek C?
C
komt niet voor
aanliggende zijde
lange zijde
schuine zijde
afstand
hoogte
korte zijden
overstaande zijde

Slide 19 - Sleepvraag

Hellings ......
..... getal              
..... percentage
..... hoek              

Slide 20 - Tekstslide

Hellings ....
Hellingsgetal  verhouding tussen overstaande en aanliggende zijde.                           
                                                                          
                                                                                                   50:250 = 0,2    

Hellingspercentage  =  hellingsgetal x 100  =    0,2 x 100 = 20%

Hellingshoek  =  tan-1 ( hellingsgetal) =    tan-1 (50:250) = 11o
                                    DE HELLINGSHOEK ZOEK JE OP IN JE REKENMACHINE!

Slide 21 - Tekstslide

Controleer je rekenmachine!

Tik 2x op 'mode', dan krijg je dit scherm.
Klik dan op 'Deg' (degree = graden)
Controleer je rekenmachine opnieuw!
Tik ter controle: 
        tan 45 = 
Komt daar 1 uit?
Niet goed?

Slide 22 - Tekstslide

Als er in een driehoek geen sprake is van een helling (afstand en hoogte) spreek je van de tangens ipv hellingsgetal!
Als er geen sprake is van een helling (afstand en hoogte) dan heet het hellingsgetal de tangens.
De tangens is de verhouding tussen de overstaande zijde en de aanliggende zijde.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

welk hellingspercentage hoort bij onderstaande helling?

Slide 25 - Open vraag

welk hellingsgetal hoort bij deze driehoek?
A
17/12 (of wel 17 : 12 )
B
12/17 (of wel 12 : 17)
C
17/12 x 100
D
12/17 x 100

Slide 26 - Quizvraag

welke berekening heb je nodig voor het berekenen van de hellingshoek?
A
tan 12:17
B
tan-1 17:12
C
tan (17:12)
D
tan -1 (12:17)

Slide 27 - Quizvraag

"hellingsgetal" 

Slide 28 - Tekstslide


De verhouding van de rechthoekzijden is gekoppeld aan de grootte van de bijbehorende hoek.
Die verhouding noem je de tangens

Slide 29 - Tekstslide

hoeveel graden is de hellinghoek in deze driehoek?
A
35
B
5
C
70,5
D
7,2

Slide 30 - Quizvraag

welke tangens hoort bij hoek A?
A
17/12 (of wel 17 : 12 )
B
12/17 (of wel 12 : 17)
C
17/12 x 100
D
12/17 x 100

Slide 31 - Quizvraag

welke tangens hoort bij hoek C?
C
A
17/12 (of wel 17 : 12 )
B
12/17 (of wel 12 : 17)
C
17/12 x 100
D
12/17 x 100

Slide 32 - Quizvraag

zijde berekenen met tangens  
Als je met de twee rechthoekzijden de grootte van de hoek kan vinden, kan je ook met de grootte van de hoek en één rechthoekzijde de ándere
rechthoekzijde 
berekenen.

Slide 33 - Tekstslide

terugrekenen
Bij Goniometrie maak je altijd gebruik van de breuk



gebruik vanaf nu de afkorting
TOA


Slide 34 - Tekstslide

zijde berekenen met tangens
TOA     Bij een hoek van 22o hoort een verhouding van 63 (overstaande) : aanliggende


gebruik                      ..... 

Wat wordt je berekening?
A

Slide 35 - Tekstslide

Wat tik je in je rekenmachine als je de aanliggende zijde wilt berekenen
van tan 22 = 63/?

Slide 36 - Open vraag

Hoek A is 18 graden.
AB is 450 meter.
Hoe lang is CB?
A
7,22 m
B
25 m
C
146 m
D
39,1 m

Slide 37 - Quizvraag

BC is 10 meter
Hoek B is 20 graden
Hoe lang is AC?
A
5 m
B
3,6 m
C
2,7 m
D
1,15 m

Slide 38 - Quizvraag

Hoe groot is hoek A?

toa !
A
30 graden
B
28 graden
C
58 graden
D
73 graden

Slide 39 - Quizvraag

Heb je het idee dat je de tangens een beetje gaat begrijpen?
A
Een beetje?! Ik begrijp het helemaal!
B
Meer dan een beetje
C
Een beetje
D
Een beetje te weinig :(

Slide 40 - Quizvraag

Over welk onderwerp, opdracht of woord, wil je nog meer uitleg?

Slide 41 - Open vraag