Les 1 Formulieren stroom

Formulierenstroom
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Formulierenstroom

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
Uitleg over formulierenstroom
Opdracht over archiveren en ordenen
Begrippenlijst bijvullen
Doelen controleren

Slide 2 - Tekstslide

Doelen
Aan het einde van de les:
1. weet je welke soorten formulieren er binnen komen en uitgaan.
2. kan je het verschil benoemen van een inkoop- en verkoopfactuur.
3. kan je de formulieren archiveren en ordenen

Slide 3 - Tekstslide

Welke werkzaamheden
heeft een receptionist?

Slide 4 - Woordweb

Belangrijk om te weten..
Een receptionist houdt de:
  • uitgaande post bij.
  • inkomende post bij.
  • notities bij.

en zorgt ervoor dat het op de juiste afdeling terecht komt.

Slide 5 - Tekstslide

Wat voor post kan er inkomen en uitgaan in een bedrijf?

Slide 6 - Open vraag

Soorten formulieren
  • Facturen (inkoop en verkoop) 
  • Offertes
  • Bankafschriften
  •  Overige formulieren: arbeidscontracten, overeenkomsten, vergunningen, verzekeringen.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe herken je het verschil tussen een inkoopfactuur en verkoopfactuur? 

Slide 8 - Tekstslide

Wat staat er op een factuur?
Factuurkop:
  • NAW leverancier
  • KvK-nummer leverancier
  • Btw-nummer leverancier
  • NAW gegevens klant
  • Factuurnummer 
  • Factuurdatum

Slide 9 - Tekstslide

Wat staat er op een factuur?
Factuurregel:
  • Gegevens over de goederen/diensten
  • Aantal
  • Productnummer en -omschrijving
  • Prijs per stuk en eventuele korting

Slide 10 - Tekstslide

Wat staat er op een factuur?
Factuurstaart:
  • Totaal bedrag incl. btw
  • Te betalen bedrag excl. btw
  • Btw-bedrag
  • Betalingsvoorwaarden
  • Betalingsmogelijkheden

Slide 11 - Tekstslide

Archiveren
Het opslaan of verzamelen in een archief of andere bewaarplaats.

Archief: verzameling van documenten
  • in een hangmappenkast
  • in de postbakjes
  • in een ordnerkast

Slide 12 - Tekstslide

Postbakjes

Slide 13 - Tekstslide

Hangmappenkast

Slide 14 - Tekstslide

Ordnerskast

Slide 15 - Tekstslide

Elektronisch archiveren
Formulieren worden ingescand en digitaal bewaard.
Voordelen:
  • neemt weinig ruimte in beslag
  • beveiligen met wachtwoorden
  • gemakkelijk terugvinden

Wat kunnen de nadelen zijn?

Slide 16 - Tekstslide

Statisch vs Dynamisch
Statisch archief: archief waarin documenten bewaard wordt die je bijna nooit nodig hebt. (meestal in hangmappen)
Dynamisch archief: archief dat regelmatig gebruikt wordt. (meestal in postbakjes of ordnerkasten)

Slide 17 - Tekstslide

Kunnen we formulieren zomaar in de kast stoppen?
A
JA
B
NEE

Slide 18 - Quizvraag

Ordenen
In een bepaalde volgorde (rangschikken)
1. Op datum
2. Op alfabet
3. Op code

Slide 19 - Tekstslide

Op datum
Nederlandse manier: dag-maand-jaar 
Amerikaanse manier: jaar-dag-maand

Slide 20 - Tekstslide

Op naam
Alfabetisch volgorde:
Berg, C.                                   Berg, A.
Berg, P.                                    Berg, A. van den
Berg, P. P.                                Berg, A. van der


Slide 21 - Tekstslide

Op code
Inkoopfacturen: I001 of IF001
Verkoopfactuur: V001 of VF001
Bankafschriften: Bvolgnummer, B12
Kasbonnen: Kvolgnummer, K31

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht
Wat: facturen archiveren op inkoop, verkoop, bank, kas
Hoe: individueel
Tijd: 3 minuten
timer
3:00

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht
Facturen ordenen:
  • Inkoopfacturen op datum  
  • Verkoopfacturen op code
  • Bank op code (volgnummer)
  • Kas op datum        
timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht
Wat:  namen op alfabetisch volgorde noteren
Hoe: individueel
Hulp: werkblad en pen
Tijd: 10 min
Uitkomst: volgende les controleren
Klaar: begrippenlijst aanvullen

Slide 25 - Tekstslide

Kan jij een aantal formulieren opnoemen die inkomen en uitgaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Kan jij het verschil zien tussen een inkoop- en verkoopfactuur?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Weet jij op welke manieren je kan archiveren en ordenen?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

Huiswerk
Begrippenlijst invullen voor volgende week vrijdag

Slide 29 - Tekstslide