2mh chapitre 5 (herhalingshoofdstuk)

Planning du jour
Terugblik + Focusleren
Herhaling chap6
Au travail
Français en classe
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Planning du jour
Terugblik + Focusleren
Herhaling chap6
Au travail
Français en classe

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
De ontkenning in het Frans (in schrift)
Zet de zinnen in de goede volgorde + vertaal 

Let op! Soms krijg je klinkerbotsing, pas aan waar nodig.

1. petit-déjeuner - son - il - ne - a - pas - mangé
2. bavardé - tu - ne - as - pas encore 
3. ne - aimes - tu - plus - les crêpes

timer
7:00

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
De ontkenning in het Frans (in schrift)
1. petit-déjeuner - son - il - ne - a - pas - mangé 
2. bavardé - tu - ne - as - pas encore

3. ne - aimes - tu - plus - les crêpes
Tu n'aimes plus les crêpes.
Jij houdt niet meer van pannenkoeken. 
timer
7:00

Slide 3 - Tekstslide

Français en classe
timer
5:00
39
Tu es en bonne santé ? 
- Oui, je ne suis jamais malade. 
- Non, je ne fais pas de sport.

Slide 4 - Tekstslide

Aangeven dat je ergens last van hebt

Slide 5 - Woordweb

Complète (vul in/aan):

J'ai mal .... dos

Slide 6 - Open vraag

Complète (vul in/aan):

Elle a mal .... tête

Slide 7 - Open vraag

Complète (vul in/aan):

Il a mal .... nez

Slide 8 - Open vraag

Complète (vul in/aan):

Il a mal .... main

Slide 9 - Open vraag

Traduis

Madame Buis à mal à la tête.
A
MM Buis heeft hoofdpijn.
B
MM Buis had hoofdpijn.
C
MM Buis krijgt hoofdpijn van Stan.
D
MM Buis heeft rugpijn.

Slide 10 - Quizvraag

Au travail
page vingt-quatre
17e
18a
19a
19b 
21
22a
22b
Aantekening aangeven dat je pijn hebt
J'ai mal à la tête.        Ik heb hoofdpijn.            ev v
J'ai mal au dos.          Ik heb rugpijn.               ev m
J'ai mal à l'oreille.      Ik heb oorpijn.             klinker
J'ai mal aux yeux.     Ik heb last van mijn ogen.  mv

Slide 11 - Tekstslide

19a

Schrijf je naam op + zinnen 19a.

Slide 12 - Open vraag