1.4 / 2.4 schrijven en formuleren

1 / 18
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

0

Slide 1 - Video

Formeel of Informeel
  • Een informeel gesprek is een gesprek met familie en vrienden.

Informeel: je / jou, vlottere taal en grapjes maken mag.

Als je een berichtje stuurt aan een vriend(in) of je ouders, gebruik je informele taal: je schrijft je en jij en je gebruikt emoticons; je let niet zo op je spelling en je maakt je zinnen niet altijd netjes af. Je schrijft vaak zoals je spreekt.


  • Een formeel gesprek voer je met bijv de dokter of schooldirecteur.

Formeel: U, nette taal, je bent beleefd.

In zakelijke e-mails is dat anders. Daar gebruik je officiële taal, formeel taalgebruik. Let dan op de volgende punten:

• spreek de ander aan met u;

• gebruik nette woorden;

• schrijf in hele zinnen;

• gebruik niet te veel spreektaal.


Slide 2 - Tekstslide

Geachte heer/ mevrouw,
Past goed bij een......
A
Persoonlijke e-mail
B
Zakelijke e-mail

Slide 3 - Quizvraag

Formeel taalgebruik
Informeel taalgebruik
''Geachte ...''
Whatsapp-bericht
''Lieve oma,''
Sollicitatiebrief
''Groetjes!''
''Ik hoor graag van u!''
Emoji's 
Deftig
Krantenartikel
Recensie
E-mail aan een docent

Slide 4 - Sleepvraag

In een zakelijke email gebruik je formele taal.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 5 - Quizvraag

Hoogachtend,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 6 - Quizvraag

Beste meneer,

A
informeel
B
formeel

Slide 7 - Quizvraag

Kijk uit joh!
Dit is formeel/informeel
A
formeel
B
informeel

Slide 8 - Quizvraag

Ik wil mijn nieuwe camera laten repareren bij de zaak waar ik die gekocht heb. Ik schrijf een ..................................... e-mail naar die afdeling.


A
zakelijke
B
persoonlijke

Slide 9 - Quizvraag

OPBOUW
INLEIDING
  • Geef reden voor schrijven van e-mail/brief.
  • Begin met een hoofdletter.

MIDDENSTUK
  • Geef meer informatie over het onderwerp.
  • Bespreek één deelonderwerp per alinea.

SLOT
  • Geef aan wat je van de lezer verwacht of wat de boodschap samen. 

Slide 10 - Tekstslide

Schrijfwijze van namen
  • Je schrijft een hoofdletter waar de naam begint
  • Dit kan de voornaam zijn, maar ook de achternaam
  • Let goed op bij de tussenvoegsels (de, van, van der, etc.)
  • In de aanhef gebruik je alleen de achternaam 
  • Onderaan schrijf je altijd je eigen voornaam en achternaam



Slide 11 - Tekstslide

Schrijfwijze van namen in de aanhef


Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,

Slide 12 - Tekstslide

Conventies zakelijke e-mail
  • Aan:
  • CC:
  • Onderwerp:
  • Aanhef                  (Geachte heer/mevrouw)
  • Inleiding               (Mijn naam is.............)
  • Kern                        (Vertel waar je e-mail over gaat)
  • Slot                          (Vertel wat je graag zou willen) 
  • Slotformule         (Met vriendelijke groet, )
  • Jouw voor- en achternaam    

Slide 13 - Tekstslide

De opmaak
  • Vul de onderwerpsregel in  (kort en bondig)

  • Aanhef; ( je gebruikt achternamen)
  • Inleidende zin
  • Alinea 1
  • Alinea 2
  • Afsluitende zin
  • Slotformule
  • Naam

Slide 14 - Tekstslide

De inleidende zin
  • In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
  • Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.

Slide 15 - Tekstslide

Het middenstuk
  • Je zakelijke e-mail bestaat altijd uit minimaal twee alinea's in het middenstuk 
  • In deze alinea's beschrijf je de meeste verplichte punten uit de opdracht 
  • Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken 
  • Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf! 
  • Beschrijf deze punten kort en bondig 
  • Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten

Slide 16 - Tekstslide

Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. Je kan hier vaak het laatste verplichte punt voor gebruiken.
  • Ik hoop spoedig van u te horen.
  • Ik ontvang graag snel een reactie.
  • Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.

Slide 17 - Tekstslide

Slotformule en naam
Gebruik een van de twee slotformules:
  • Met vriendelijke groet,
  • Hoogachtend,
Soms staat in de opdracht welke slotformule je kan gebruiken.

Sluit af met je voornaam en achternaam.

Slide 18 - Tekstslide